In dit document vindt u een samenvatting van Hoofdstuk 1,3 en 9 gebaseerd op de lesnotities van en nog enkele aanvullingen/ verduidelijkingen van in het handboek
Hoofdstuk I. Begrippen en
algemene regelen
Ondernemingsrecht
= De tak van het recht die de activiteiten van ondernemingen regelt
Economisch recht
= publiek en privaat recht dat de economische activiteit organiseert met het oog op het
verwezenlijken van een economische ordening en van een economisch sturingsbeleid
- Ordening: een ordelijk en efficiënt economisch verkeer inrichten door het
regelen van een evenwicht tussen bepaalde belangen.
- Sturing: Middelen aangewend om bepaalde economische doeleinden van
conjuncturele aard (vb. prijsbeleid) of structurele aard (vb. mededinging) te
verwezenlijken
Vennootschapsrecht
= de regels rond de oprichting, de werking en de verheffing van vennootschappen, alsook de
verhouding tussen de verschillende vennoten
VOOR 1 NOVEMBER 2018:
Handelsrecht
= regelen die specifieke van toepassing waren op de commerciële verrichtingen en op de
handelaars
DOEL: handelstransacties vlotter en eenvoudiger laten verlopen
Handelaar en onderneming
Onderneming art.I.1, 1° WER
Een onderneming is een
Natuurlijkpersoon; een persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit verricht
VEREISTE: op zelfstandige basis dus geen werknemers en ambtenaren
EN het moet een beroepsactiviteit zijn.
o Economische activiteit (aanbieden goederen- en diensten)
o Duurzaam karakter
Niet altijd makkelijk om een onderscheid te maken tussen
- Een occasioneel verrichte activiteit
- Een met regelmaat verrichte activiteit
Zaakvoerders?
1. Geen onderneming, want ze oefenen geen eigen economische activiteit uit.
2. Wel onderneming, want ze verrichten een eigen beroepsactiviteit
Elke rechtspersoon; een persoon die een entiteit opricht en die entiteit komt los van de
oprichters
+ Iedere persoon kan onderneming zijn; het recht herkent u en u bent onderneming
U bent onderneming, maar men kijkt niet naar uw doelstelling. Ze kijken enkel naar u als
rechtspersoon. (Vb. Koten kopen als investering voor vennootschap)
Elke andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
1
, Onderneming als;
o Zij een uitkeringsoogmerk hebben
o Binnen de organisatie zonder rechtspersoonlijkheid feitelijke uitkeringen worden
gedaan aan leden
Onderscheid in uitkering;
Toekenning van normale voordelen die aan het lidmaatschap zijn verbonden
Vermomde uitkeringen
Vb. sportvereniging
GEVOLGEN VAN DE VERRUIMING
Bewijzen en bevoegdheid van de ondernemingsrechtbank hebben een enorm gevolg
Er zijn vele meer ‘mensen’ onderneming dan handelaar omdat
1. Een winstoogmerk niet vereist is
2. De aard van de verrichte (beroeps)activiteit niet van belang is)
AANPASSING VAN HET BEGRIP ONDERNEMING
Heeft niet gezorgd voor een uniforme invulling, want
In sommige boeken wordt nog steeds teruggegrepen naar het ‘oude’ algemene
ondernemingsbegrip
In een aantal categorieën van regelen worden aangepaste concepten gehanteerd die niet
volledig samenvallen met het algemene ondernemingsbegrip
GEEN ONDERNEMING:
- Iedere organisatie zonder rechtspersoonlijke die geen een uitkeringsoogmerk, ook geen
uitkeringen uitvoeren
- Publiekrechtelijke rechtspersonen die geen goederen of diensten aanbieden
Vb. overheidsdiensten, ziekenkas
- Publiekrechtelijke
Vb. overheid rechterlijke personen (=gewesten, gemeenschappen, …)
Handelszaak of handelsfonds
BELANGRIJK omdat een onderneming geld nodig heeft (lening; waarborg verplicht).
Bij een handelszaak kan de handelaar zijn zaak als waarborg geven
WAT? We hebben geen wettelijke definitie van een handelszaak
MAAR we zeggen dat het een geheel van middelen is waarmee een onderneming
Een onderneming voert/ leidt
Klanten aantrekt
Klanten behouden
= een feitelijkheid men gaat het geval per geval uitmaken
Als ondernemingen transacties gaan maken: omschrijven in het document
Wat als we niets voorzien is: een oude wet uit 1919 die is afgeschaft.
WET VAN 1919: Geheel van de waarde die men omschrijft aan het uithangbord, handelsinrichting, de
merken, het recht op huursale (=huurcontract), meubilair van het magazijn, gereedschappen
(toestellen, … )
NOOIT tot een handelszaak
- Onroerend goed
- Cash geld
- Schulden zijn altijd persoonlijk (als niets anders is overgenomen)
2
, Klanten?? Neen, want je hebt er geen vat op = een res nullius
MAAR in de wet van 1919: cliënteel maakt wel deel uit bedoelt: niet de klanten, maar het niet
concurrentiebeding. Als u uw handelszaak verkoop mag u niet meteen de klanten afwreven.
Bronnen van ondernemingsrecht
Economisch recht WER: Wetboek van economisch recht 18 boekdelen
Art. II. 1 WER; Het WER bevat het algemeen juridisch kader over economische aangelegenheden die
tot de bevoegdheden van;
- De federale overheid behoren
Rekening houden met decreten en ordonnanties van gewesten
- Onder voorbehoud van de toepassing van internationale verdragen
= onderscheid maken tussen verschillende categorieën van verdragen;
o Internationale handel te regelen
o Verdragen die uniforme regelen bevatten
o Verdragen die bepalen welke rechter er bevoegd is, en welk recht er moet worden
toegepast
- Het recht van de Europese Unie of van bepalingen in bijzondere wetten
Verschil tussen een verordening en een richtlijn:
Vordering is rechtstreeks van toepassing in het nationale recht van de lidstaten
Richtlijnen moeten door de lidstaten worden omgezet in een intern recht
Algemene beginselen van economische recht
Art. II.2 WER; info over de doelstellingen van het economisch recht
= de vrijheid van ondernemen en de loyaliteit van economische transacties te verzekeren en
een hoog niveau van bescherming van de consument te waarborgen
De 3 doelstellingen;
Vrijheid van ondernemen
= iedereen is vrij om een economische activiteit naar keuze uit te voeren
MAAR kan beperkt worden door de internationale verdragen
Bescherming van de eerlijke concurrentie
Bescherming van de consument
Algemene regelen voor ondernemingen
Bewijs
In het ondernemingsrecht: Bewijs dat u voert tegen een onderneming (andere bewijs voeren)
Je moet altijd eerst bewijzen of het onderneming is of niet
Kan als niet-onderneming en onderneming
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller josefienj03. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.