100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting Diversiteit (fase 2, semester 1) $11.38   Add to cart

Summary

samenvatting Diversiteit (fase 2, semester 1)

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting Diversiteit (fase 2, semester 1)

Preview 4 out of 38  pages

  • Yes
  • December 21, 2021
  • 38
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Diversiteit

Hoofdstuk 1. Theoretische beschouwing

1.1 Algemene theorie

1.1.1 Cultuur

Wat is cultuur? “Cultuur is een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen,
ideeën, attitudes, gedragingen, communicatiemiddelen en de producten ervan, die van generatie op
generatie worden overgeleverd” (van Oudenhoven 2012)

Cultuur visies
 essentialistisch (Hofstede)
o cultuur is als een ding, met laagjes, de kern is hoe iemand echt is
o outsiderperspectief: hoe kijk ik vanuit de buitenkant naar een cultuur
o hoe kan ik cultuur begrijpen
o risico: wij-zij denken
 contextualistisch
o cultuur is zoals je zuurstof of je water
o je beseft hoe erg cultuur je beïnvloedt vanaf het moment dat je uit je eigen cultuur
gaat en erop terugkijkt
o insiderperspectief: hoe ervaar ik cultuur van binnenuit
 constructivistisch
o je eigen cultuur wordt je referentiekader
o dingen van je eigen cultuur zijn erg herkenbaar
o vb: een Belg tegenkomen op vakantie
 gebruik en misbruik
o je mag cultuur niet als oorzaak van ander gedrag beschouwen
o ‘de cultuur’ bestaat niet
o wie bepaalt de norm van wat wel of niet normaal is

Cultuur belangrijk voor psychologisch consulent
 transculturele dialoog
 het woord ‘cultureel’ vermijden te zeggen
 goede omgangsvormen

1.1.2 Sociaal Kapitaal (Bourdieu en Putnam)

Formele en informele netwerken, normen en sociaal vertrouwen
 Wat heb ik aan netwerk en wat kan ik daar van kapitaal uithalen?
o netwerk: personen waarvan je steun ervaart zoals familie, vrienden, …
o Bourdieu kijkt vanuit het individu
o Putnam voegt er normen en sociaal vertrouwen aan toe
 netwerken zijn steunfiguren
 het is een hulpmiddel om je doel te bereiken en kansen te vergroten
 netwerken zijn veranderlijk

1

,  wederkerigheidsprincipe: jij doet iets voor mij en ik doe iets voor jou
 risicofactor: politiek klimaat
  sociaal kapitaal draagt bij aan een hogere levenskwaliteit en maatschappijbetrokkenheid

Onderscheid soorten kapitaal (Bourdieu)
 economisch: geld, SES
 cultureel: opleiding, kennis
 sociaal: hulpbronnen en steunfiguren
 symbolisch: wat je draagt, welke gsm je hebt
 linguïstisch: taal van de plek waar je woont beheersen

 habitus: je goed voelen op je plaats
o geschreven en ongeschreven regels
o vb: wanneer je je geen laptop kan aanschaffen of je spreekt geen Nederlands dan
voel je je niet veilig of op je plek in de aula
 doxa: algemene overtuigingen die worden aanvaard als vanzelfsprekend
o nooit geschreven regels, enkel ongeschreven regels
o vb: enkel de keeper mag de bal aanraken, dat weet iedereen
o vb: iemand bijten tijdens de match mag niet maar stond niet in de regels, is een
algemene overtuiging

Sociaal kapitaal (zelfstudie)
 Waarom werkt het wel (Nan Lin)?
o 1. Waarden: dit zijn de morele normen die gevers motiveren om uit altruïstische
overwegingen te schenken en steun te bieden
 vb: geschenken van ouders aan kinderen
o 2. Begrensde solidariteit: men is bij bepaalde problemen solidair met leden van de
eigen etnische of religieuze groep
 vb: inzamelacties wanneer een lid van de gemeenschap door ernstige
tegenslag is getroffen
o 3. Wederkerigheid: men geeft ondersteuning omdat men op termijn iets evenredigs
terug verwacht
 vb: diensten aan collega’s
 opmerking: tegenprestatie kan anders zijn dan jouw gift, geen tijdstip
o 4. Afdwingbaar vertrouwen: men doneert of helpt anderen in de verwachting er zelf
beter van te worden
 vb: een bankier geeft een lening aan een lid van hetzelfde gemeenschap
zonder dat deze een onderpand heeft
 opmerking: idem als hierboven + meer anoniem + personen behoren tot
dezelfde gemeenschap

 Waarom werk het juist niet (Engbersen - artikel online)?
o twee schaduweffecten (Ne2Kno)
o 1. Groepen waarvan de leden nauwe banden met elkaar onderhouden zijn beter in
staat een juiste naleving van regels af te dwingen dan zwakke groepen
 kunnen outsiders buitensluiten en discrimineren



2

, o 2. Sociaal kapitaal voor arme huishoudens fungeert vooral als ‘overlevingskapitaal’
om rond te kunnen komen
 geen uitzicht op sociale stijging

 conclusie
o 1. Onderlinge hulppatronen doen zich vooral voor tussen ‘ons’ soort mensen,
buitenstaanders worden hiervan buitengesloten
o 2. Hoewel sociaal kapitaal een belangrijke pasmunt is voor kwetsbare groepen, is het
onjuist om deze kapitaalsvorm te veel te romantiseren, het sociale netwerk waarin
arme huishoudens leven is beperkt

 tip: als sociaal kapitaal mensen vooruit wil helpen, dienen bruggen geslagen te worden naar
mensen buiten de eigen sociale groep

Door migratie vaak vermindering van sociaal kapitaal = ‘ontworteling’

Investeren in het opbouwen van nieuw kapitaal (belangrijk)
 bonding: je verbroedert met een homogenen groep (van dezelfde gemeenschap)
o vb: naar een studentenvereniging gaan
 bridging: bruggen bouwen naar anderen groepen (andere gemeenschappen)
o vb: alle mama’s worden uitgenodigd op de kleuterschool om koffie te drinken
 linken: met mensen die hogerop de ladder staan
o vb: Mohammed linkt met iemand hogerop de sociale ladder en krijgt zo een
jobaanbod

Sociaal kapitaal belangrijk voor psychologisch consulent
 aandacht voor ontwikkelen of vergroten van sociaal kapitaal van de cliënt om werkeloosheid
en armoede te bestrijden

1.2 Ontstaan van diverse samenleving

1.2.1 Wat is migratie?

Wat is migratie? “Het permanent verwisselen van vaste verblijfplaats van individuen en/of groepen
binnen een groter geografisch gebied dan de geboortestreek” (Jessurun 2010)
Heeft altijd bestaan: overlevingsstrategie (casus examen)
 vrijwillig: ik besluit om te verhuizen naar …, geen druk, eigen keuze
 semivrijwillig: bij gebrek aan toekomst, onvrede met de bestaande situatie, eigen keuze
 onvrijwillig: je wordt gedwongen om je land te verlaten, je vreest voor je leven of vrijheid

Migrant of vluchteling
 vluchteling: is een asielzoeker, onvrijwillig, ontvluchtte zijn land voor vrees dmv ras, religie, …
 migrant: verlaat zijn land voor een beter leven, voor vrienden, liefde, studeren, … kunnen
altijd veilig terugkeren naar hun land

1.2.2 Migratie naar België

Geschiedenis ‘je moet het verleden kennen om het heden te begrijpen’ Carl Sagan

3

, Gastarbeiders
 voor WO 1  interbellum  na WO 2: toename van andere nationaliteiten
o mijnwerkers van uit het buitenland
 jaren 60 met blijvende economische groei
o 1964: tewerkstellingsakkoord met Marokko en Turkije (tijdelijke migratie)
 oliecrisis in 1973
o werving van arbeidsmigranten stopgezet door Belgische regering
 arbeidsmigranten vestigden zich in hun gastland, ipv terug te gaan
o twee vormen van volgmigratie
o gezinshereniging: vrouwen en kinderen kwamen ook
o gezinsvorming: mannen vonden een familie in hun gastland
 arbeidsmigranten evolueren tot etnische minderheden
 tijdelijkheidsgedachte

Dekolonisering van Belgisch Congo
 veel terugkerende Belgen
 maar een beperkte groep Congolezen/Rwandezen/Burundezen keerden naar België

Eind jaren ’80 - begin jaren ‘90
 1989 val Berlijnse muur
 1992 Europese Unie en Verdrag van Schengen
o vrije, interne Europese markt
o toename van Europese migranten

Globalisering (geschiedenis)
 Golfoorlog: oorlog Irak en Koeweit, VS grijpt in vanwege belang van oliën
 Joegoslavië: oorlog vanwege geloof
 2001: Twin Towers, moslim werd vijand

Globalisering (effect op migratie)
 interconnectiviteit: je kan altijd contact houden met iedereen, hoe ver je ook bent
 transnationaliteit: en Turks, en Vlaams, en Frans, … zijn
 transmigratie: over verschillende landen heen migreren (eerst daar, dan daar en nu hier)

21e eeuw: nieuwe ontwikkelingen
 Tot welke generatie terug heb je roots in migratie?
 nieuwe gastarbeiders: Poolse werkmannen
 financiële crisis van 2008: hoogopgeleiden migreerden naar hier (hebben veel sociaal
kapitaal)
 migratie-crisis 2015 (of opvangcrisis (?))

Besluit: 21e eeuw
 migratie is complexer en diverser
 andere patronen
o 11% van de bevolking heeft een niet-Belgisch paspoort
o 19% heeft migratie achtergrond
 vb: minority - majority cities
 vreemdeling vs immigrant (Wanneer ben je echt Belg?)

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller steylsmariet0702. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80796 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.38
  • (0)
  Add to cart