Demografische ontwikkelingen en maatschappelijke veranderingen (V5F426)
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
romanieblockeel
Content preview
Deel 1: verschillende vormen van sociale ongelijkheid
Thema 1: sociale stratificatie
Sociale stratificatie – De geïnstitutionaliseerde sociale ongelijkheid
heeft een min of meer stabiel karakter, er zijn
geïnstitutionaliseerde
impliciete/expliciete regels voor de verdeling
sociale ongelijkheid aanwezig
Sociale ongelijkheid In de samenleving zijn er verschillende lagen. Elke
laag heeft gemeenschappelijke kenmerken. Deze
lagen vormen een hiërarchie. Wie zich op een
‘hogere’ laag bevindt, heeft andere (betere)
kansen dan wie zich ‘lager’ bevindt.
Deze ongelijkheid heeft een relatief stabiel
karakter: ze is namelijk sterk verankerd in een
samenleving
Sociaal-economische positie Verwijst naar het gegeven dat personen die hoger
op de ladder gepositioneerd zijn, een betere
(op de maatsch ladder)
toegang hebben tot belangrijke middelen in een
samenleving, dan wie een lagere plaats inneemt.
Sociaal-economische status Aan deze hogere positie is ook een hogere status
verbonden: wie hoger staat, krijgt een hogere
(op de maatsch ladder)
maatschappelijke waardering dan wie lager staat
Status Men kijkt op naar wie hoger staat, men kijkt neer
op wie lager staat
Macht Sociale ongelijkheid hangt samen met macht.
Macht houdt in dat men in staat is om het gedrag
van een ander te beïnvloeden in functie van het
eigen belang, zelfs tegen het belang van die
andere in. Een hogere positie op
maatschappelijke ladder impliceert dat men meer
macht kan uitoefenen
Ongelijke toegang tot Het gaat niet enkel om basis bestaansmiddelen
zoals voedsel en huisvesting, maar ook om
belangrijke middelen
toegang tot gezondheid, vrije tijd, sociale
contacten,… : alle aspecten die deel uitmaken van
de levenskwaliteit. Het betreft zowel welvaart als
welzijn.
Multidimensioneel Klassiek wordt SES opgevat als een
multidimensioneel concept, met als
deelcomponenten de financiële middelen,
tewerkstellings- en beroepsstatus en het
opleidingsniveau.
Armoede Wie geen of slechts een heel beperkte toegang
heeft tot de belangrijke middelen in een
samenleving, bevindt zich in een situatie van
armoede.
Armoede betekent een gebrek aan financiële
middelen om een kwaliteitsvol leven te kunnen
, leiden. Het financiële aspect staat dus in zekere
zin centraal.
Sociale differentiatie Verschillende actoren nemen verschillende
gespecialiseerde taken op en voeren
verschillende rollen uit, maar dit gaat niet gepaard
met sterke of sterk uitgesproken
waardeverschillen en verschillen in toegang tot
middelen
Sociale mobiliteit Opdeling qua richting
Opwaartse mobiliteit; stijging qua SES
Neerwaartse mobiliteit: daling qua SES
Intergenerationele mobiliteit: over de generaties
heen
Intragenerationle mobiliteit: binnen de generatie
BV: een zorgkundige behaalt diploma
verpleegkunde, en klimt later op tot
hoofdverpleegkundige intragenerationele
opwaartse mobiliteit
BV: een zoon van een manager van een KMO
verkwist door slecht beheer het familiekapitaal en
komt in werkloosheid terecht intergenerationele
neerwaartse mobiliteit
Positionele mobiliteit Niet enkel actoren kunnen zich opwaarts en
neerwaarts bewegen op de maatschappelijke
ladder, maar dit geldt ook voor posities.
Zo is bv beroep van leerkracht gedaald bij ons qua
status.
Sociale mobiliteit hoeft niet noodzakelijk verticaal
te zijn, maar kan ook horizontaal (men blijft op
dezelfde ‘hoogte’ qua positie, maar verandert qua
‘functie’
Bv een verpleegkundige die in een andere,
gelijkaardige afdeling tewerkgesteld wordt in een
nieuwe vestiging van een ziekenhuis na een fusie.
Armoederisicodrempel Een bedrag berekend als 60% van het mediane
inkomen, wie over minder financiële middelen dan
dit bedrag beschikt, wordt beschouwd als iemand
met een armoederisico
Referentiebudgetten die berekenen wat minimaal nodig is om
volwaardig te kunnen participeren aan de
samenleving. De referentiebudgetten geven aan
welke goederen en diensten burgers zich
minimaal moeten kunnen veroorloven met het oog
op volwaardige maatschappelijke participatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romanieblockeel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.