Week 1 - Inleiding en Neurale en Gliacellen.
Hoofdstuk 1 (Bio): Inleiding
Generalisatie verwijst naar verklaringen als algemene wetten, terwijl
reductie verwijst naar verklaringen van complexe fenomenen in termen
van eenvoudigere.
Het geest-lichaam probleem:
Dualisme stelt dat de geest en het lichaam gescheiden zijn. (Descartes
was een dualist --> pijnappelklierlichaam = weerlegt door Galvani: spieren
kunnen ook samentrekken als ze los zijn van het lichaam)
Monisme stelt dat alles in het universum bestaat uit materie en energie
en dat de geest slechts een fenomeen is dat door het zenuwstelsel wordt
geproduceerd.
Doctrine van specifieke zenuwbanen - hoewel alle zenuwen
dezelfde elektrische impulsen dagen, nemen we de impulsen van
verschillende zenuwen op verschillende manieren waar.
Experimentele ablatie: deze methode bestaat uit het verwijderen van
verschillende hersendelen uit dieren en het observeren van hun gedrag
daarna.
Darwin's theorie over natuurlijke selectie gaf aanleiding tot
functionalisme, de overtuiging dat eigenschappen van organismen
specifieke functies hebben. Het evolutieproces is een geleidelijke
verandering in de structuur en fysiologie van de soorten als gevolg van
natuurlijke selectie.
Hoofdstuk 2 (Bio): Structuur en Functies van de Cellen van het
Zenuwstelsel
Interneuronen bevinden zich tussen de sensorische en motorische
neuronen binnen het centrale zenuwstelsel.
De beweging van het cellichaam naar de knoppen van de terminal wordt
anterograde axoplasmatisch transport genoemd en wordt uitgevoerd
met kinesine. Beweging van de terminal knoppen naar de soma heet
retrograde axoplasmatisch transport en wordt uitgevoerd met dyneine.
Het cytoskelet geeft het neuron zijn vorm. De nucleus produceert
ribosomen; kleine structuren die betrokken zijn bij de eiwitsynthese.
Eiwitten dienen als enzymen, die de chemische processen van een cel
aansturen door chemische reacties te controleren en als katalysator te
werken.
Ruw ER bevat ribosomen die eiwitten produceren die bestemd zijn om te
worden getransporteerd.
Glad ER biedt kanalen voor de scheiding van moleculen die betrokken zijn
bij cellulaire processen.
Het golgi-apparaat biedt kanalen voor scheiding van de moleculen en
dient als inpakker. Het produceert ook lysosomen.
Mitochondriën voorzien de cellen van ATP.
,Gliacellen omgeven neuronen, houden ze op hun plaats, controleren hun
toevoer van voedingsstoffen, isoleren neuronen van elkaar en verwijderen
dode neuronen.
Astrocyten - bieden fysieke ondersteuning, maken dode cellen
schoon, produceren chemicaliën, controleren chemische
samenstelling en leveren voedingsstoffen.
Oligodendrocyten - ondersteunen axonen, produceren
muelineschede.
Microglia - fungeren als fagocyten en beschermen de hersenen
tegen micro-organismen.
In het perifere zenuwstelsel wordt myeline geproduceerd door Schwann
cellen. Ze zorgen ook voor vertering van de dode axonen en begeleiden
hergroei van axonen.
De bloed-hersenbarrière is op bepaalde plaatsen relatief doorlaatbaar,
zoals in het postrema gebied.
Actiepotentiaal:
Depolarisatie: binnenkant axon positiever dan buitenkant.
Hyperpolarisatie: binnenkant axon negatiever dan buitenkant.
In de cel: K+, buiten de cel: Na+ en Cl-. De Natrium-Kalumpomp pompt
drie Na+ ionen uit voor elke twee K+ ionen die erin komen. Hierdoor blijft
buitenkant van de cel positiever.
Bij een actiepotentiaal gaan eerst de Na+ kanalen op (Na+ de cel in) en
daarna de K+ kanalen (K+ cel uit). Vervolgens sluiten eerst de Na+
kanalen.
Saltorische geleiding - actiepotentialen worden bij elk knooppunt van
Ranvier opgehaald; die hoppen van knooppunt naar knooppunt = sneller +
minder energie.
Een chemische stof die zich vasthecht aan een bindingsplaats wordt een
ligand genoemd.
Het cytoplasma van de terminale knop bevat mitochondriën, microtubuli
(voor transport) en synaptische blaasjes (bevatten nt's).
Er zijn drie soorten synaptische blaasjes:
1. Release ready vesicles - gebruiken een riss and run proces: smelt
niet volledig met presynaptische membraan, maar laat los en
recycelet.
2. Recycling pool vesicles - gebruiken merge-and-recycle proces:
versmelten volledig met presynaptische membraan, worden later
gerecyceled.
3. Reserveblaasjes - gebruiken bulk endocytose proces: nieuwe
blaasjes worden gevormd uit kleine stukjes van het membraan.
, Directe vs Indirecte manier openen ionkanalen na loslaten nt's in
synaptische spleet:
Direct: molecuul nt hect aan bindingsplaats (iontrope receptor).
Indirect: nt hecht zin aan metaborope receptor, G-eiwit wordt
geactiveerd, deze activeert een enzym, productie chemische stof
wordt gestimuleerd = tweede boodschapper, deze bindt zich aan
de ionenkanalen waardoor ze openen.
Er zijn vier belangrijke types van neurotransmitter-afhankelijke
ionkanalen:
Hoofdstuk 1 (Cog): Inleiding tot de Cognitieve Psychologie
Het experiment van Donders: eerst werd de eenvoudige reactietijd
(simple reaction time) gemeten, daarna werd de reactietijd van de
keuze (Choice reaction time) gemeten. Het verschil in reactietijd tussen
beide taken is de tijd om een beslissing te nemen (100 ms).
Wundt maakte gebruik van structuralisme - algemene ervaringen
worden bepaald door het combineren van basiselementen van ervaringen
die sensaties worden genoemd.
Ebbinghaus' geheugenervaring meet hoe snel geleerde informatie in
de loop van de tijd verloren gaat.
Besparing = oorspronkelijke tijd om de lijst te leren - tijd om de lijst
na de vertraging opnieuw te leren. De besparingscurve laat zien
dat het geheugen in de eerste twee dagen na het leren snel afneemt
en daarna enigszins constant blijft.
Bij behaviorisme wordt er gefocust op waarneembaar gedrag. Een
voorbeeld is stimulus-respons leren.
Klassieke conditionering door Pavlov
Operante conditionering door Skinner
Tegenargument: cognitieve kaart.
Informatieverwerkingsaanpak - deze benadering houdt het idee in van
seriële verwerkingsfasen in de geest.
Het filtermodle van Broadbent is gebaseerd op het experiment van
Cherry (dichotisch luisterexperiment), wat suggereert dat onze
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lowevdweij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.