ZSA: psychotische stoornissen
Casus Roelof
- Was een betrokken sociale student scheikunde die vaak op campus kwam en hoge
cijfers haalde
- De laatste maanden was hij teruggetrokken, haalt lagere cijfers en vrienden krijgen
hem niet betrokken
- Moeder maakt zich ook zorgen en kwam hem meenemen naar de HA maar toen
begon hij te zweten en trillen en tegen te stribbelen
- Hij had ook niet goed voor zichzelf gezorgd (meerdere dagen niet gedoucht)
Volgorde van DD Verklaring
waarschijnlijkheid
1 Schizofreniforme Vanwege het sociaal
ontwikkeling terugtrekken, angst, slechte
zelfzorg, bizar gedrag met
folie op de ramen
2 Angststoornis Vanwege de hoog
oplopende angst,
paniekaanval, sociaal
terugtrekken
3 Depressieve stoornis Vanwege het sociaal
terugtrekken, agitatie,
afvallen, lagere cijfers door
cognitieve stoornissen
- Bij de HA verteld Roelof dat hij zich is gaan verdiepen in de oude Alchemie. Hij heeft
op internet en uit de universiteitsbibliotheek bronnen gehaald en hij weet bijna zeker
dat hij bijna een grote ontdekking heeft gedaan: gezuiverd goud maken
- Zodra Roelof hierover begint te vertellen lichten zijn ogen op en gaat de motoriek
van houterig naar bewegelijk. Het verhaal gaat steeds sneller en is moeilijk te volgen
- Hij heeft materialen van de universiteit meegenomen en voelt dat de elementen in
contact komen met hem. Ook hoort hij soms de stemmen van de oude alchemisten
die hem opdrachten geven. Hij heeft het hier zo druk mee dat hij geen tijd heeft voor
boodschappen of eten maar hij zal binnenkort het zwarte sulfer hebben wat
levensbron genoeg is.
- Roelof denkt zelf niet ziek of in de war te zijn en deze dingen zijn echt gebeurt. Hij
kan het de HA laten zien als hij mee naar zijn huis komt.
De HA ziet:
- Matig verzorgde 23-jarige met enkele dagen baardgroei en een hoody met vlekken er
op
- Aanvankelijk schuchter en defensief maar uiteindelijk enthousiast en maakt
oogcontact, de klachtenpresentatie is eerst terughoudend en later meer open
- Het bewustzijn is helder.
- De aandacht is goed te trekken maar als er niet over alchemisten wordt gepraat is
deze matig te behouden. De concentratie is verlaagd en bij geluiden is de patiënt
schrikkerig. Er is oriëntatie in plaats tijd en persoon en het geheugen is intact.
Er is sprake van oordeels- en kritiekstoornissen. Het ziektebesef en ziekte inzicht is gering.
De intelligentie is bovengemiddeld. De waarneming is gestoord met auditieve hallucinaties.
Het denken is normaal van vorm maar de inhoud is gestoord met verhoogd associatief
denken. Er is sprake van een betrekkingswanen. De stemming is verhoogd met eerst een
vlak aspect en later in het gesprek sterk modulerend affect. Er is sprake van normale
psychomotoriek. Er lijkt eerder sprake geweest van gedesorganiseerd gedrag. Er is geen
sprake geweest van suicidaliteit.
De vraag die direct van belang is, is of er sprake is van middelenmisbruik bij Roelof.
Zaken die een schizofreniforme ontwikkeling waarschijnlijker te maken zijn:
- Een positieve familie anamnese
- De achteruitgaande academische resultaten van Roelof
Psychoeducatie is belangrijk bij psychotische stoornissen omdat:
- Bewerkstelligen van acceptatie bij patiënten en naasten
- Bewerkstelligen van compliantie
- Bestrijden van stigma en zelf-stigma
- Vergroten van zelfvertrouwen van de patiënt
- Correctie van eventuele irrationele ideeën of verwachtingen
- Komen tot shared decision making
Er is een directe relatie tussen ziektebesef en kwaliteit van leven.
Bron: E-learning psychotische stoornissen
Psychotische stoornissen worden verder behandeld met antipsychotica. Haloperidol (1e
generatie) en tweede generatie antipsychotica (amisulprine, clozapine, olanzapine,
aripiprazol) laten betere effecten zien op de negatieve symptomen (die secundair zijn aan
positieve symptomen). De tweede generatie laat ook betere verbetering zien tegen
depressieve symptomen. Quetiapine en sulpiride zijn hier goed voor. Quetiapine is ook
geregistreerd voor behandeling van bipolaire stoornissen. Bijwerkingen verschillen per
antipsychoticum en dus ook aangepast aan de patiënt voorschrijven.
Het primaire werkingsmechanisme van antipsychotica is het blokkeren van de D2 receptor.
Hierdoor is er minder salience (markering van importantie) aan input en wordt de
informatieverwerking gedempt. Ook wordt de ernst van de psychose minder omdat er
minder overprikkeling is door te veel dopamine. De vermindering van informatieverwerking
kan al binnen een paar uur gemerkt worden maar het duurt wel enige tijd voordat iemand
een nieuw wereldbeeld krijgt. AP remmen ook de dopaminerge neurotransmissie. Dit is niet
selectief en je informatieverwerking wordt dus helemaal geremd. Hierdoor kunnen
secundaire negatieve symptomen worden verergerd of geïnduceerd. Je moet dus voorzichtig
zijn met de dosering van antipsychotica.
De meest gangbare therapieën voor psychose zijn psychotherapieën:
- Evidence based
o CGT
o Gezinsinterventies
o Psychomotorische therapie
- Niet evidence based (te weinig of geen bewijs)
o Muziektherapie
o Counseling en steunende psychotherapie
o Copingstrategieen bij hallucinaties
o Cognitieve remediatie
Onder stressvolle omstandigheden kan een recidief ontstaan omdat mensen meer voor
stress gevoelig zijn. Een recidief treedt vooral op als patiënten stoppen met antipsychotica.
Over het algemeen hebben de wanen en hallucinaties dezelfde inhoud als eerder omdat
deze, met behulp van de dopaminerge neurotransmissie, diep in het geheugen van de
patiënt is gebrand. Mensen vallen vaak in ouder patronen terug.
Er is niet een psychotische stoornis maar een spectrum hieraan:
psychospectrumstoornissen. Ze worden gekenmerkt door wanen, hallucinaties of
gedesorganiseerd gedrag of gedachten.
- Schizofrenie
o A) Twee of meer van de volgende kenmerken waarvan elk in een periode van
een maand een significant deel van de tijd aanwezig is (of korter als goed
behandeld). Minstens een van deze moet een van de eerste drie zijn:
§ Wanen
§ Hallucinaties
§ Gedesorganiseerd spreken (vb. frequente ontsporing of incoherentie
§ Ernstig gedesorganiseerd of katatoon gedrag
§ Negatieve symptomen (affectieve vervlakking of initiatiefverlies)
o B) Voor een significant deel van de tijd ligt sinds het begin van de stoornis het
niveau van functioneren lager dan die van voorheen op belangrijke
levensgebieden zoals werk, studie, zelfverzorging of als het in de adolescentie
voorkomt is niet het verwachte niveau van functioneren gehaald.
o C) Symptomen zijn gedurende minstens 6 maanden aanwezig en er moet ten
minste een maand sprake zijn van de symptomen bij criterium A en mogelijk
ook prodromale en restsymptomen
§ Tijdens de prodromale of restsymptoom fase kan het gaan om alleen
negatieve symptomen of een afgezwakte vorm van twee of meer van
de symptomen bij criterium A (vreemde overtuigingen of
ongebruikelijke zintuigelijke ervaringen).
- Schizofreniforme stoornis
o Voldoet aan het A criterium voor schozofrenie
o Een episode duurt minstens een maand maar minder dan 6 maanden
- Schizoaffectieve stoornis
o Een ononderbroken ziekteperiode waarin een depressieve of manische
stemmingsepisode aanwezig is en gelijktijdig met kenmerken uit criterium A
voor schizofrenie
o Gedurende twee of meer weken gedurende de gehele duur van de ziekte is er
sprake van wanen of hallucinaties in afwezigheid van een depressieve of
manische stemmingsepisode.
o De symptomen die voldoen aan criteria voor een stemmingsepisode, zijn het
grootste deel van de actieve en restfase van de ziekte aanwezig
- Waanstoornis
o De aanwezigheid van een of meer wanen, met een duur van een maand of
langer
o Aan criterium A voor schizofrenie is nooit voldaan. Hallucinaties wanneer
aanwezig zijn niet prominent en hangen samen met het waanthema (vb.
tactiele sensatie van insecten in de huid bij een parasietenwaan of geluiden
van de achtervolgers bij een paranoïde waan).
o Afgezien van de invloed van de waan of de consequenties daarvan is het
functioneren niet duidelijk beperkt en is het gedrag niet onmiskenbaar
vreemd of bizar.
- Kortdurende psychotische stoornis
o Voldoet aan het A criterium voor schizofrenie
o De duur van een episode is minstens een dag maar korter dan een maand
met uiteindelijk een volledige terugkeer naar het premorbide niveau van
functioneren.
- Katatonie
o Er is sprake van katatonie als er sprake is van drie van de volgende
symptomen
§ Stupor (geen psychomotorische activiteit, geen actieve interactie met
de omgeving)
§ Katalepsie (het passief laten innemen van een houding die tegen de
zwaartekracht in wordt volgehouden)
§ Wasachtige buigzaamheid (lichte, gelijkblijvende weerstand tegen het
in een andere houding plaatsen door de onderzoeker)
§ Mutisme (nauwelijks of geen verbale respons, uitsluiten wanneer er
afasie is vastgesteld)
§ Negativisme (verzet tegen of geen reactie op instructies of externe
stimuli)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ChristiaanWinkelmeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.