Anatomie: klinische cases
Spijsverteringsstelsel
Koliek: het paard heeft een heel stevige cardiasphincter aan het begin van de maag
(overgang van slokdarm). Opgebouwd gas in de maag kan daardoor niet terug naar de mond
afgevoerd worden (een paard kan dus niet boeren). Daardoor krijgt hij koliek. Dit doet pijn
omdat de maag uitzet en daardoor gaat het paard stampen richting de maag. De dierenarts
probeert via een sonde in de maag terecht te komen om de lucht af te voeren (sonde via de
neus).
Droes: een ontsteking van de gl. parotis bij het paard. Door een ontsteking in die regio
kunnen de onderliggende zenuwen gaan ontsteken. Daardoor gaan ze verlammen en zijn er
uitvallingsverschijnselen. Een zenuw daar in de buurt is de n. facialis, die uitvalt bij
aantasting, waardoor het aangezicht verlamt.
Maagtorsie: komt vaak voor bij grote honden. Zij hebben net gegeten, zijn dan heel actief en
beginnen te rollen over de grond. Kort daarna is de hond suf en bleek (te zien aan de
binnenkant van de wangen). De hond geraakt in schok. Een lege maag ligt in de borstkas en
wordt beschermd door de ribben. Een gevulde maag komt voor een groot deel buiten de
borstkas te liggen waardoor hij vrijer ligt en makkelijker kan draaien. Als de hond dan gaat
rollen, draait de maag waardoor de bloedvaten afgesnoerd worden. De hond gaat in schok
omdat het bloed niet meer afgevoerd kan worden.
Pylorusstenose: vaak aangeboren, komt voor bij jonge dieren vanaf wanneer ze vast voedsel
gaan opnemen. De pylorssphincter is te dik waardoor het voedsel niet afgevoerd kan
worden naar het duodenum. Deze dieren gaan daardoor braken. Er wordt een diagnose
gedaan door contrastvloeistof op te gieten. Er wordt een radiografiebeeld gemaakt waarbij
gezien wordt dat het kanaal heel klein is.
Miltruptuur: de milt is met de maag verbonden via het lig. gastrosplenicum. Als de maag
leeg is, zit hij in de borstkas. Als hij gevuld is, schuift de maag op naar caudaal, buiten de
borstkas. De milt schuift daarom mee op naar caudaal en komt ook buiten de borstkas
waardoor hij niet meer beschermd wordt. Als een hond net heeft gegeten, wordt hij actief.
Als hij daardoor valt op zijn linkerkant op iets scherp, kan zijn milt daardoor barsten en
beginnen bloeden. De hond wordt suf en gaat in schok door de bloeding. De hond is bleek
(te zien aan binnenkant wangen). Bij een paard komt dit minder voor omdat de borstkas
groter is.
(Vallen + alle honden = miltruptuur, rollen + vooral grote honden= maagtorsie).
Peritonitis: de binnenkant van de buikwand is bedekt met het peritoneum. Dit vlies zit rond
de organen en zorgt daar voor een glijmiddel, zodat de organen niet tegen elkaar gaan
plakken. Als het peritoneum ontsteekt (peritonitis, door bv. het barsten van de appendix)
dan plakken de organen aan elkaar waardoor ze hun functie verliezen.
Zandkoliek: als een paard aarde of zand eet, dan stapelt dit op in de onderkant (apex) van
het caecum door de zwaartekracht. Het zand kan daar niet weg en zal gaan schuren. Dit
zorgt voor een irritatie waardoor het paard krampen krijgt en zal stampen richting de buik.
, Koliek door jejunum afsnoering: bij een paard is de milt met de linkernier verbonden via het
lig. lienorenale (de milt-nierband). De jejunumslingeringen kunnen zich makkelijk
verplaatsen, en kunnen achter de milt-nierband haken waardoor ze afgesnoerd worden
waardoor het paard krampen krijgt en naar de buik zal stampen. Als dit niet snel
gedetecteerd wordt, kan het stuk darm afsterven waardoor er toxische stoffen in de
bloedbaan terecht komen, het paard geraakt dan in schok.
Obstipatiekoliek: het paard heeft een uitgebreid colon ascendens met verschillende
bochten. Eén van de bochten is de flexura pelvina: de overgang van het linker ventrale colon
ascendens naar het linker dorsale colon ascendens. De voedselbrij wordt langs die bocht
naar boven geduwd en moet 180° draaien. De bocht is vrij vernauwd. Als het paard droge
mest heeft, kan het daar verstoppen. Het paard zal daardoor krampen krijgen en naar de
buik stampen.
Traumatische reticulopericarditis: runderen nemen voedsel op via de tong en nemen zo
scherpe dingen op. Het scherp voorwerp komt eerst in het reticulum terecht, deze wand is
niet zo dik waardoor ze makkelijk doorboord kan worden. Normaal ligt de lever voor de
maag, maar omdat de pens zo groot is, is de lever naar rechts geduwd waardoor nu het
pericard ervoor ligt (voor het diafragma). Daardoor zal het pericard ook doorboord kunnen
worden. Het pericard ontsteekt omdat er voedsel in terecht is gekomen. Daardoor wordt er
ontstekingsvocht aangemaakt. Als een veearts dan links met zijn stethoscoop hoort (thv het
hart), hoort hij klotsgeluiden omdat het hart samentrekt in vocht. Het rund zal suf zijn en
maakt koorts aan. Het vreemd voorwerp moet uit het reticulum gehaald worden, de wonde
moet gehecht worden en het rund krijgt antibiotica.
Tympani lebmaag: de lebmaag ligt vrij los in het rund. Daardoor kan deze verplaatsen van
rechts naar links en kan hij links van de pens terecht komen. Daardoor wordt de verbinding
tussen de boekmaag en lebmaag afgesnoerd (ostium omaso-abomasicum wordt afgekneld),
inclusief de bloedvaten daar. De lucht in de lebmaag kan niet weg waardoor de lebmaag
opzet (tympani). De koe geeft minder melk en is suf. Als een dierenarts links met een
stethoscoop luistert en tegelijk tikt op de maag met zijn vinger, zal hij ‘ping’ geluiden horen.
Normaal moet hij een dof geluid horen, wat betekent dat er voedsel zit. De pens zit normaal
links en daar kan nooit lucht zitten, zo weet de dierenarts dat daar iets niet klopt. De
lebmaag moet operatief teruggezet worden.
Caecumtorsie: het caecum van het rund zit niet goed vast. Daardoor kan deze gaan draaien
waardoor er gas geproduceerd wordt dat niet weg kan. Het caecum gaat opzetten en het
rund wordt suf.
Ademhalingsstelsel
Bijensteek in keel (cricothyrotomie): als een hond een bijensteek heeft in de keel, zal de
keel opzwellen. Dit moet opgelost worden door een incisie te maken in het lig.
cricothyroideum zodat er toegang is tot de incisura thyroidea caudalis.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentdiergeneeskunde11. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.49. You're not tied to anything after your purchase.