- Welke verschillende fases kent het voorarrest? Wat zijn de voorwaarden voor
toepassing?
- Welke alternatieven voor voorlopige hechtenis bestaan er?
- Hoelang kan Anouk vastgehouden worden?
Welke verschillende fases kent het voorarrest? Wat zijn de
voorwaarden voor toepassing?
Voorarrest = ophouden voor onderzoek + inverzekeringstelling + voorlopige hechtenis
(bewaring, gevangenhouding en gevangenneming)
Ophouden voor onderzoek
Het primaire doel van aanhouding is de verdachte over te brengen naar een plaats waar hij
kan worden verhoord. Daarnaast kan het noodzakelijk zijn om onderzoek te doen naar de
identiteit van de verdachte. Het verhoor en identificatie zullen enige tijd in beslag nemen en
een apart dwangmiddel is dan ook het ‘ophouden voor onderzoek’ (art. 56a Sv).
Een verdachte mag maximaal negen uur opgehouden worden voor een strafbaar feit waar
voorlopige hechtenis is togestaan en zes uur als het een strafbaar feit is waar voorlopige
hechtenis niet is toegestaan (art. 56a lid 2 Sv). De tijd tussen 12 uur ’s nachts en 9 uur ’s
ochtends telt niet mee. Wanneer deze tijd niet toereikend blijkt te zijn om de verdachte te
identificeren mag de ophouding van strafbare feiten waarvoor voorlopige hechtenis niet is
toegestaan, verlengd worden met 6 uren (art. 56b Sv). Als er wel voorlopige hechtenis is
toegestaan, dan zal de (hulp) officier de verdachte in verzekering kunnen stellen (art. 57
Sv).
De termijn voor ophouden voor onderzoek begint pas te lopen als de (hulp) officier van
justitie het bevel heeft gegeven tot ophouden voor onderzoek. Hij zal dit bevel geven nadat
hij de verdachte heeft gehoord.
Daarnaast kan de verdachte worden onderworpen aan maatregelen in het belang van het
onderzoek (art. 61a lid 2 Sv) als hij wordt verdacht van een misdrijf genoemd in art. 67 lid 1
Sv. Die maatregelen kunnen zijn gericht op de vaststelling van zijn identiteit als die nog niet
is achterhaald, maar hebben meestal tot doel om vast te stellen of de verdachte bij een
strafbaar feit is betrokken, bijvoorbeeld hem te onderzoeken op schotresten of hem te laten
herkennen door getuigen (art. 61a lid 1 Sv). Hiervoor is in beginsel het bevel van de officier
van justitie vereist (art. 62a lid 1 Sv).
Inverzekeringstelling
Na ophouding voor onderzoek is inverzekeringstelling het tweede vrijheidsbenemende
dwangmiddel. De (hulp) officier van justitie beslist of inverzekeringstelling noodzakelijk is (art.
57 Sv). In de meeste gevallen wordt een verdachte na verhoor echter weer op vrije voeten
gesteld. Meestal wordt ook de inverzekeringstelling ondergaan op een politiebureau, soms
is dit in een huis van bewaring.
1
, Inverzekeringstelling is slechts toegestaan ‘in het belang van het onderzoek’. Als de
verdachte bijvoorbeeld zijn sporen wil wissen. Er moet sprake zijn van een strafbaar feit
waarbij voorlopige hechtenis is toegestaan (art. 58 lid 1 Sv). Er moet dus een strafbaar feit
zijn, zoals bedoeld in art. 67 lid 1 of lid 2 Sv.
Het bevel tot inverzekeringstelling is maximaal 3 dagen en kan bij dringende
noodzakelijkheid met nog eens 3 dagen worden verlengd (art. 58 lid 2 Sv). Alleen de officier
van justitie mag daartoe beslissen. Art. 59a Sv schrijft voor dat de verdachte in dat geval,
gerekend vanaf het moment van de aanhouding, binnen 3 dagen en 18 uur voor de rechter-
commissaris moet worden geleid, die beoordeeld of de inverzekeringstelling rechtmatig is
(art. 59a lid 5 Sv). Is dit niet het geval, bijvoorbeeld omdat onvoldoende verdenking tegen de
verdachte bestaat of omdat er geen sprake is van een strafbaar feit waar voorlopige
hechtenis is toegestaan, dan zal de verdachte direct vrijgelaten moeten worden. Als het
noodzakelijk is, kan de verdachte tijdens de inverzekeringstelling worden onderworpen aan
de maatregelen in het belang van het onderzoek (art. 62 Sv).
Voorlopige hechtenis
Na inverzekeringstelling kan langere vrijheidsbeneming noodzakelijk blijken, dit is de
voorlopige hechtenis. Voorlopige hechtenis kan bestaan uit: bewaring, gevangenhouding
en gevangenneming (art. 133 Sv). Bewaring en gevangenhouding volgen chronologisch op
elkaar: alleen de in bewaring gestelde verdachte kan worden gevangengehouden.
Wanneer de officier van justitie het noodzakelijk acht de verdachte langer vast te houden, zal
hij – voordat de termijn van inverzekeringstelling eindigt – bij de rechter-commissaris
vorderen dat deze de bewaring beveelt (art. 63 lid 1 Sv). De inverzekeringstelling mocht de
officier van justitie nog bevelen, maar de voorlopige hechtenis kan alleen door de rechter-
commissaris bevolen worden. Voordat de rechter-commissaris de vordering toewijst moet hij
de verdachte horen (art. 63 lid 3 Sv). De rechter-commissaris kan de vordering afwijzen,
bijvoorbeeld wanneer hij hier geen aanleiding voor ziet (art. 63 lid 2 Sv).
Zowel voor bewaring als voor gevangenhouding moet worden voldaan aan vier
voorwaarden:
- Er moet sprake zijn van een geval waarin voorlopige hechtenis is toegelaten (art. 67
lid 1 en lid 2 Sv). Voorlopige hechtenis is toegestaan bij:
o Een strafbaar feit waarop vier jaar gevangenisstraf of meer is gesteld
o Om een specifiek in het artikel genoemd strafbaar feit
o Een strafbaar feit waarop een gevangenisstraf gesteld en de verdachte geen
vaste woon- of verblijfplaats heeft in Nederland.
- Er moeten ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan (art. 67 lid 3 Sv). Hiervoor
is verdenking op basis van art. 27 Sv niet voldoende, het moet waarschijnlijk zijn dat
de verdachte het feit heeft begaan.
- Er moet sprake zijn van een grond voor voorlopige hechtenis (art. 67a Sv). Dit is een
bijzondere reden waarom voorlopige hechtenis in dit geval ook echt moet worden
toegepast. In art. 67a lid 1 Sv staan twee gronden:
o Uit gedragingen of omstandigheden blijkt dat er een ernstig gevaar voor
vluchten bestaat.
o Uit omstandigheden blijkt een gewichtige reden van maatschappelijke
veiligheid. In art. 67 lid 2 Sv wordt een limitatieve opsomming gegeven.
Grofweg wordt verstaan onder de gewichtige reden van maatschappelijke
veiligheid dat het moet gaan om ernstige feiten waar de rechtsorde van
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessathuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.