- Wat is een dagvaarding?
- Hoe verloopt een zitting?
- Welke bijzonderheden kunnen zich voordoen bij een zitting?
- Welk bewijs kan een rechter gebruiken?
Wat is een dagvaarding?
De dagvaarding
Wanneer iemand van een strafbaar feit wordt verdacht, en de officier van justitie besluit om
die persoon daarvoor voor de rechter te brengen, zal de officier van justitie een dagvaarding
opmaken. Een dagvaarding is een officiële, schriftelijke oproep aan de verdachte om voor
een gerecht te verschijnen. De dagvaarding bevat een aantal functies:
- Aanduiden van de persoon van de verdachte
- Oproepen van de verdachte om te verschijnen voor de rechter op de aangegeven
plaats en op het aangegeven tijdstip
- Beschuldigen van de verdachte
- Informeren van de verdachte omtrent een aantal straf processuele rechten die hem
toekomen
De tenlastelegging
Het hart van de dagvaarding wordt gevormd door de tenlastelegging. De tenlastelegging
omschrijft de beschuldiging die door de officier tegen de verdachte wordt ingebracht. Bij het
opstellen van de tenlastelegging moet de officier van justitie anticiperen op de mogelijke
veroordeling door de rechter.
Enkelvoudige tenlastelegging
Dit is een tenlastelegging waarop maar 1 feit is vermeld. Het probleem is dat als de rechter
dit niet bewezen acht, het leidt tot onwenselijke vrijspraak. Voorbeeld: B knijpt de keel dicht
van A. De officier van justitie stelt een enkelvoudige tenlastelegging op ter zake van poging
tot doodslag. De rechter is van mening dat B geen opzet had en moet hem dan vrijspreken,
terwijl hier misschien wel sprake was van mishandeling.
Primair-subsidiaire tenlastelegging
Deze constructie wordt veel gebruikt bij de delicten die een opzettelijke en culpoze variant
kennen. De subsidiaire tenlastelegging dient als vangnet en hoeft bij de primair-subsidiaire
tenlastelegging niet te blijven bij twee mogelijkheden (meer subsidiair en meest subsidiair).
De rechter heeft zo meer ruimte en is een logisch uitvloeisel uit art. 350 Sv dat de rechter
niet zelfstandig mag beslissen dat er een ander feit dan ten laste is gelegd is bewezen.
Hierbij kijkt de rechter eerst of de primaire tenlastelegging bewezen verklaard kan worden,
zo niet dan bekijkt de rechter of de subsidiaire tenlastelegging bewezen kan worden etc.
Voorbeeld: B knijpt de keel dicht van A. De officier legt primair doodslag op, subsidiair zware
mishandeling, meer subsidiair enkelvoudige mishandeling.
Cumulatieve of meervoudige tenlastelegging
Een cumulatieve tenlastelegging is een optelsom van afzonderlijke strafbare feiten die aan
1
, de verdachte ten laste worden gelegd. Alle strafzaken tegen een verdachte worden zo veel
mogelijk gebundeld aangebracht bij de rechter. Het hoeven geen gelijksoortige feiten te
betreffen en ze staan achter elkaar op de tenlastelegging vermeld. Voorbeeld: cocaïnebezit,
diefstal en bedreiging.
Alternatieve tenlastelegging
Bij een alternatieve tenlastelegging krijgt de rechter de vrij keuze om één van de twee feiten
bewezen te verklaren zonder het andere tenlastegelegde feit in onderzoek te nemen. In
tegenstelling tot de primaire/subsidiaire tenlastelegging, hebben de tenlastegelegde feiten bij
een alternatieve tenlastelegging een gelijke status. Deze techniek wordt vaak gebruikt bij
feiten die elkaar over en weer uitsluiten. Bijvoorbeeld bij heling en diefstal.
Combinaties van primair-subsidiaire, cumulatieve en alternatieve tenlasteleggingen zijn
mogelijk. Voorbeeld: bedreiging met de dood (art. 285 Sr), verboden wapenbezit (art. 36
WWM) en primair: poging tot doodslag (art. 45 jo. 287 Sr); subsidiair: zware mishandeling
(art. 302 Sr). Deze drie tenlastegelegde feiten zullen tijdens het onderzoek ter terechtzitting
achter elkaar behandeld worden. Als de rechter tot een veroordeling komt zal hij voor de
feiten, één straf opleggen, waarin de verwijten zijn gecumuleerd.
De eisen waar een dagvaarding aan moet voldoen om geldig te zijn:
De eisen van art. 261 Sv (interne eis)
Aan de tenlastelegging wordt in het Wetboek van Strafvordering een aantal minimumeisen
gesteld.
Feit
Er moet een bepaald gebeuren worden omschreven. Het moet duidelijk zijn voor de rechter
welke delictsomschrijving de officier van justitie voor ogen had en er moet een feitelijke
omschrijving zijn van wat volgens de officier van justitie is voorgevallen. De tenlastelegging
kan niet alleen een herhaling zijn van de bestanddelen van de delictsomschrijving. Als de
tenlastelegging te weinig specifiek, onduidelijk of innerlijk tegenstrijdig is zal dit leiden tot een
nietigheid van de dagvaarding. Voorbeeld: bij zware mishandeling (art. 302 Sr) zal de
tenlastelegging moeten vermelden waaruit het letsel bestaat en op welke manier het is
toegebracht.
Tijd
Er moet worden vermeld omstreeks welke tijd de verweten gedraging is begaan. Hoe
specifiek dit moet zijn staat niet in de wet, maar de officier gebruik meestal de woorden ‘op of
omstreeks’ om verwarring te voorkomen. Ook heeft de officier de bevoegdheid om de
tenlastelegging binnen bepaalde grenzen te wijzigen. Vrijspraken door een verkeerde datum
komen weinig voor, sinds een wetswijzing de aanpassing van de tenlastelegging ook na het
requisitoir mogelijk heeft gemaakt (art. 313 Sv). Er wordt niet geëist dat de genoemde datum
juist is. Een dagvaarding kan alleen geldig zijn indien hij goed betekend is en de
tenlastelegging melding maakt van een feit, een tijd en een plaats. Voorbeeld: Robin heeft
een auto gestolen de officier van justitie heeft zich vergist in de pleegdatum, maar de
dagvaarding is hierdoor niet nietig, omdat deze voldoet aan de eisen die in de wet staan. De
foutieve aanduiding van tijd speelt pas een rol bij het beantwoorden van de vraag of het
tenlastegelegde feit bewezen kan worden.
Plaats
De tenlastelegging moet een plaats vermelden. Een onjuiste plaats leidt net zoals bij een
onjuiste tijd niet tot een nietigheid van de dagvaarding. De foutieve aanduiding zal alleen een
rol spelen bij het beantwoorden van de vraag of het feit is begaan (net als bij een foutieve
tijdsaanduiding).
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessathuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.