Hoorcollege 1
Essentie staatsrecht
Geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de organisatie van de met gezag beklede
organen en de grenzen van hun gezag. Verhouding van de staat tussen de burger. Binnen
een staat zijn een of meer organen bevoegd tot het uitoefenen van dwang: organen met
gezag. De regels die betrekking hebben op de organisatie van de met gezag beklede
organen en de grenzen van hun gezag, vormen de rechtsregels die wij staatsrecht noemen.
Van gemeenschap tot gemeenschap, van staat tot staat verschillend door invloed van
historische processen. Bij de historische processen is het vergelijkend staatsrecht van
belang: hoe doen andere landen het?
Dilemma van staatsrechtwetenschap: de vrijheid van het individu, door dwanguitoefening te
handhaven. Aan de ene kant moet de overheid de vrijheid van burgers beschermen, maar
hiervoor zullen ze soms burgers bijvoorbeeld moeten opsluiten.
Kenmerken van het staatsrecht
- Gelijkwaardigheid checks and balances. Er moet een controlemechanisme zijn om
de vrijheden van de individu te beschermen
- Democratische rechtsstaat
- Legaliteitsbeginsel
- Verantwoordingsplicht en controle
Essentie bestuursrecht
Staats- en bestuursrecht wordt vaak gezien als één rechtsgebied, omdat het gaat over regels
en uitgangspunten die de samenleving ordenen en de burger rechtsbescherming bieden
tegen de overheid. Hierbinnen kan er onderscheid worden gemaakt tussen het staatsrecht
en het bestuursrecht. Het staatsrecht gaat over de organisatie van de met gezag beklede
organen en de grenzen van hun gezag. Het bestuursrecht gaat over de relatie tussen het
openbaar gezag en de burger. Het gaat over het geheel van rechtsregels dat betrekking
heeft op de verticale relatie tussen het openbaar gezag en de burger in brede zin (natuurlijke
personen, rechtspersonen, ondernemingen, stichtingen).
Kenmerken bestuursrecht
- De taak van het openbaar bestuur is gelegen in het behartigen van het
algemeen/publiek belang. In het verwezenlijken van de taak is het bestuur niet vrij om
een eigen invulling hieraan te geven, want het bestuur is gebonden aan het recht (de
rechtstaatgedachte). Deze rechtstaatgedachte houdt ook in dat de gebondenheid aan
het recht een heel andere is dan die aan de burger. Uitgangspunt op het niveau van
burger is namelijk dat die binnen het privaatrecht vrij is om zijn of haar doelen en
middelen te kiezen voor zover het recht hem of haar dat niet verbiedt. Terwijl het
bestuur onvrij is, tenzij het recht bevoegd verklaart. Dit houdt verband met het
legaliteitsbeginsel.
- Centrale elementen in het bestuursrecht/belangrijke uitgangspunten in onze
democratische rechtstaat (Barkhuysen H1):
o Instrumentele functie: het toekennen van bevoegdheden aan het bestuur om
in het kader van de behartiging van het publiek belang te besluiten
1
, o Normerende functie: het stellen van rechtsregels die de uitoefening van die
bevoegdheden normeren
o Waarborg functie: het recht.. door het bestuursorgaan is niet alleen
onderhevig aan politieke controle, maar ook aan controle door een
onafhankelijke rechter
De toegang tot de Nederlandse bestuursrechter is gekoppeld aan het besluitbegrip. Op
grond 8:1 lid 1 Awb kan een belanghebbende beroep in stellen bij de rechtbank tegen een
besluit. Het besluitbegrip vormt het aanknopingspunt van rechtsbescherming. Dit is ook het
voorwerp van toetsing.
Legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel is de grondregel dat geen orgaan een bevoegdheid kan hebben die
niet op de Grondwet of wet berust. Er moet dus altijd een wettelijke of Grondwettelijke
grondslag zijn voordat een orgaan een bevoegdheid heeft. Een overheidsorgaan kan dus
geen beperking opleggen zonder dat daar een Grondwettelijke of wettelijke grondslag voor
gecreëerd is door de wetgever, dit heeft weer alles te maken met dat het volk de wetgever
kiest.
De regering en de Staten-Generaal maken gezamenlijk de wetten. En wij kiezen als volk de
Staten-Generaal.
Het legaliteitsbeginsel is een van de belangrijkste beginselen van het recht is, omdat dit er
voor zorgt dat er altijd een bevoegdheid moet zijn en dat de overheid niet zomaar iets kan
doen.
Jurisprudentieanalyse
1. Procesverloop
2. Actoren
3. Rechtsvraag
4. Feiten
5. Overwegingen rechter
6. Dictum
Neem beide wettenbundels mee naar het tentamen!
Naar welke wet wordt verwezen?
- Artikel 2 lid 1 Gw De Rijkswet op het Nederlanderschap
- Artikel 4 Gw De Kieswet
- Artikel 75 lid 1 Gw Wet op de Raad van State
- Artikel 88 eerste volzin Gw Bekendmakingswet
- Artikel 95 Gw Rijkswet Goedkeuring en Bekendmaking van Verdragen
- Artikel 107 lid 2 Gw De Algemene wet bestuursrecht (Awb)
- Artikel 132 lid 1 Gw Provinciewet en Gemeentewet
- Artikel 133 lid 2 Gw Waterschapswet
Belangrijke wet- en regelgeving voor ISBR
- Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
- Grondwet
- Gemeentewet en Provinciewet
- Algemene wet bestuursrecht
2
, - Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
en protocollen (EVRM)
Andere belangrijke regelgeving voor ISBR
Regelementen van orde
- Ministerraad VII. 4
- Tweede Kamer VII. 6
- Eerste Kamer VII. 7
Hoorcollege 2: Staatsrecht
Het legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel is de 1e grondregel van een democratische staat. Het
legaliteitsbeginsel betekent dat er geen bevoegdheid is zonder een grondslag in een wet of
Grondwet. De wetgevende macht, in Nederland zijn dat de regering en de Staten-Generaal,
die bepaalt de grenzen waarbinnen bevoegdheden mogen worden uitgeoefend. En zonder
voorafgaande autorisatie van de volksvertegenwoordiging kunnen er dus geen
dwangmaatregelen, zoals bijvoorbeeld gevangenisstraffen, door de overheid genomen
worden. Geen ambtenaar heeft het recht om iemand te arresteren zonder dat daar een
wettelijke grondslag voor is. Dit geldt ook voor de rechter.
Deze grondregel betekent ook of men een rechtstaat een rechtstaat kan noemen, geldt het
legaliteitsbeginsel dan is het een rechtstaat.
Dwang door organen van het Rijk tegen andere openbare lichamen (bijv. provincie en
gemeente) kan ook alleen maar op basis van een wettelijke of Grondwettelijke regel. Maar
voor andere overheidshandelingen is er niet altijd een grondslag in een wet of in de
Grondwet nodig, bijvoorbeeld bij overheidssubsidies. De wettelijke grondslag is hier niet altijd
voor vereist geweest, maar inmiddels is er door het Awb wel het geval. Maar er blijft altijd wel
een uitzondering mogelijk op basis van art. 4:23 lid 3 Awb. De essentie bij het
legaliteitsbeginsel is dat het legaliteitsbeginsel inhoudt dat elk overheidsoptreden altijd moet
berusten op een voorafgaande wettelijke bepaling.
Waarom hebben we het legaliteitsbeginsel nodig?
Dit hangt samen met de checks and balances. De wetgevende macht bepaalt de grenzen
van de bevoegdheden van het bestuur en de rechterlijke macht. Als dit er niet zou zijn dan
zou er strijd zijn met checks and balances.
Waar vinden we het legaliteitsbeginsel?
- Het Nederlandse staatsrecht legt nergens in de Grondwet specifiek het
legaliteitsbeginsel vast.
- Maar we kunnen het wel uit de Grondwet halen:
o Art. 16 Gw: Geen feit strafbaar is dan uit voorafgaande wettelijke strafbepaling
o Art. 89 lid 2 Gw: Voorschriften door straffen te handhaven alleen worden
gegeven krachtens de wet.
Legaliteitsbeginsel en democratieprincipe
Het legaliteitsbeginsel zegt dat er altijd een grondslag moet zijn van lagere regelgeving ook
in de wet of Grondwet. Een lagere regelgeving moet een grondslag hebben in de wet of
Grondwet. Dit volgt ook uit het democratieprincipe. We kennen twee grondregels voor een
democratische staat:
3
, 1. Legaliteitsbeginsel: door het legaliteitsbeginsel is de basis van alle bindende
besluiten de wet of de Grondwet. Door te eisen dat de bevoegdheid is verankerd
in de Grondwet wordt ook de inbreng van het volk gegarandeerd, naast de
rechtszekerheid en het gelijkheidsbeginsel. De inbreng van het volk wordt
gegarandeerd doordat de wet of Grondwet mede wordt vastgesteld door een op
basis van verkiezingen samengestelde volksvertegenwoordiging.
2. Verantwoordings- en controleplicht: niemand kan een bevoegdheid uitoefenen
zonder verantwoording schuldig te zijn of zonder dat er controle is op de
uitoefening. Door de scheiding van de machten zorgt ervoor dat niet alle macht
naar een orgaan gaat en dat hangt samen met de controleplicht. Doordat
ministers gecontroleerd worden door de Staten-Generaal en doordat rechters zich
moeten houden aan de wet wordt gewaarborgd dat het volk via de
volksvertegenwoordiging de teugels in handen houdt.
De verantwoordingsplicht/ de vertrouwensregel die ook weer terug komt in de Grondwet in
art. 42 lid 2 en art. 47 van de Grondwet.
Machtenscheiding dient ter voorkoming van machtsmisbruik. En het volk houdt zo de
touwtjes in handen: de Staten- Generaal controleert de minister, het volk kiest de Staten-
Generaal en heeft daardoor invloed op wat er gebeurt.
WIFZ en WIMZ (AVV) verschil en overlap
Het woord wet kan twee verschillende betekenissen, we hebben de wet in formele zin en de
wet in materiele zin (AVV).
WIFZ
- De regering en de Staten-Generaal maken gezamenlijk een wet in formele zin
- Dit is teug te vinden in art. 81 – 88 Gw
- Als er in de Grondwet wordt gesproken over een wet dan is dat altijd een wet in
formele zin
- Om een WIFZ te maken, zijn er verschillende organen die daarvoor het initiatief
kunnen nemen (recht van initiatief):
o Regering
o Tweede Kamer
o Verenigde Vergadering
Na de Tweede Kamerverkiezingen is er een uitslag. Na veel onderhandelen komt er een
coalitie tot stand, die weer ministers naar voren schuift. Zij vormen dan de regering. De
minister gaat bedenken wat zij voor vier jaar gaan doen. Hier hangen dus ook vaak wetten
aan. Als er een WIFZ tot stand komt, neemt vaak de regering het initiatief. Het initiatief kan
ook vanuit de Tweede Kamer genomen worden, dit gebeurt niet vaak. Mede doordat de
Kamerleden niet een heel ambtenarenapparaat hebben, zoals de regering wel heeft. Ook de
Verenigde Vergadering kan het initiatief nemen. De Eerste Kamer heeft afzonderlijk niet het
initiatiefrecht.
WIMZ of AVV
- De AVV gaat over de inhoud van de wet. De wet in formele zin heeft betrekking tot de
totstandkoming ervan.
- Een AVV is een overheidsbesluit dat algemene regels voor de burger bevat.
- Een AVV is algemeen geldend en dus niet gericht tot bepaalde (rechts)personen
- Een AVV is vatbaar voor herhaalde toepassing
- Externe werking
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessathuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.23. You're not tied to anything after your purchase.