Webcasts Inleiding Staats- en bestuursrecht
Webcast 1 – Democratische rechtsstaat
In deze webcast wordt Nederland als democratische rechtsstaat en Nederland als koninkrijk
behandeld.
Nederland als democratische rechtstaat
Nederland is een democratisch rechtsstaat. Democratie en rechtstaat moeten los van elkaar
worden begrepen.
Rechtstaat valt ook weer in tweeën uiteen: recht en staat. Een staat is een organisatie die
met voorrang boven andere organisaties gezag uitoefent over een gemeenschap van
mensen over een bepaald grondgebied. Kenmerkend hierbij is dat met dwang de beginselen
van die gemeenschap gehandhaafd mogen worden. Binnen een staat zijn één of meer
organen bevoegd deze dwang uit te oefenen. Deze organen zijn dus met gezag bekleed.
Gezag betekent het uitoefenen van dwang, het nemen van beslissingen en het afwegen van
belangen. Meestal wordt gezag opgedragen aan een kleine groep mensen. De kans is
aanwezig dat deze groep de macht en dus het gezag niet meer uit handen wil geven.
Daarom is er gezocht naar middelen om te ontkomen aan de greep naar de macht. Een
manier om burgers te beschermen tegen machtsmisbruik is door de met gezag beklede
organen te binden aan het recht. Dit is kenmerkend voor een rechtstaat.
Vier grondregels/vereisten rechtstaat:
- Legaliteitsbeginsel: geen bevoegdheid zonder grondslag in de wet of in de
Grondwet. Organen met gezag, het bestuur en de rechter, mogen hun bevoegdheid
slechts gebruiken zover de Grondwet of de wet dat toestaat. De wetgevende macht,
de regering en de Staten-Generaal samen bepalen zo de grenzen waarbinnen de
bevoegdheden mogen worden uitgeoefend.
- Scheiding der machten: om het risico van dictatuur tegen te gaan wordt het gezag
over verschillende mensen, groepen verdeeld. Doordat ieder orgaan slechts een deel
van het gezag kan uitoefenen hebben ze de andere organen nodig. De verschillende
organen over wie het gezag verdeeld is, houden elkaar in evenwicht. Een term
hiervoor is checks and balances en heeft te maken van de trias politica van
Montesquieu. De trias politica gaat uit van drie machten: de uitvoerende, de
wetgevende en de rechterlijke macht.
- Onafhankelijke rechterlijke macht: onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de
rechters zijn erg belangrijk.
- De bescherming van fundamentele grondrechten: de staat erkent dat individuen en
particuliere instellingen een staatsvrije sfeer toekomt. De staat moet grondrechten,
zoals de vrijheid van meningsuiting en het recht op bescherming van persoonlijke
levenssfeer respecteren.
Democratie houdt in dat het hoogste gezag bij het volk berust. In de Nederlandse democratie
komt dit onder andere tot uiting in het principe van vrije en geheime verkiezingen voor de
wetgevende macht. Burgers hebben het recht om de volksvertegenwoordiging te kiezen. De
fracties in het parlement zijn vervolgens betrokken bij het benoemen van de ministers en het
parlement bepaald hoelang deze ministers in functie blijven. Bovendien hebben de
vertegenwoordigers invloed op de besluitvorming, de Eerste en Tweede Kamer zijn immers
medewetgever. Ten derde geldt er in een democratie openbaarheid van besluiten en
besluitvorming. En tot slot rechten en belangen van minderheden dienen gerespecteerd te
worden. Een democratie kenmerk zich doordat zij open staat voor een wisseling van de
regering. Dit zijn de vier kenmerken van een democratie.
1
,Nederland als onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden
In 1954 werd in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden de afwikkeling van de
koloniale verhouding tussen Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen (Aruba,
Curaçao, Sint-Maarten, Bonaire, Saba en Sint Eustatius) definitief geregeld door het
opzetten van een federaal verband tussen de landen. In 1975 wordt Suriname onafhankelijke
en bestond het Koninkrijk nog maar uit twee landen. In 1986 krijgt Aruba status aparte, dit
betekent dat het land de Nederlandse Antillen werd gesplitst in twee landen: de Nederlandse
Antillen en Aruba. Deze landen maakten beide deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden
samen met Nederland. Zo bestond het Koninkrijk uit drie landen. In 2010 krijgen Sint
Maarten en Curaçao een status aparte binnen het Koninkrijk. Bonaire, Saba en Sint
Eustatius zijn onderdeel geworden van het land Nederland en zijn ingericht als andere
openbare lichamen in de zin van artikel 134 van de Grondwet, ook wel bijzondere
gemeenten van Nederland genoemd.
Het Koninkrijk bestaat nu uit vier landen: Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland
waartoe de volgende openbare lichamen behoren: Bonaire, Sint Eustatius, Saba.
Webcast 2 – Regering en Parlement
Een van de pijlers van de rechtstaat is het evenwicht/scheiding van machten. Deze scheiding
is een uitvloeisel van de trias politica van Montesquieu. Montesquieu onderscheidde drie
machten: de wetgevende macht, de uitvoerende macht/bestuurlijke macht en de rechterlijke
macht.
In Nederland zijn op centraal niveau de drie machten, zoals omschreven door Montesquieu,
nog steeds te herkennen. Echter, de scheiding van machten is niet zo strikt als Montesquieu
beschreef. Tussen de rechterlijke macht en de twee andere machten bestaat in Nederland
een strikte scheiding, dit geldt echter niet voor de scheiding tussen de wetgevende en de
bestuurlijke macht. Zo kan in Nederland wetgeving in formele zin slechts tot stand komen
door samenwerking tussen de wetgevende macht en de uitvoerende macht. Deze
samenwerking bij de vaststelling van formele wetgeving is vastgelegd in artikel 81 van de
Grondwet.
Wetgevende macht
De wetgevende macht is de volksvertegenwoordiging of het parlement of de Staten-
Generaal. Deze verschillende begrippen duiden allemaal hetzelfde aan. De Staten-Generaal
bestaan uit de Eerste en de Tweede Kamer. De beide kamers vergaderen meestal
afzonderlijk, maar kunnen en moeten in sommige gevallen bijeenkomen en samen
vergaderen. De inrichting en samenstelling van de Staten-Generaal en een aantal regels
over de werkwijze van de Staten-Generaal zijn vastgelegd in hoofdstuk 3 van de Grondwet.
Artikel 72 van hoofdstuk 3 van de Grondwet schrijft voor dat beide Kamers en de verenigde
vergadering een regelement van orde hebben. In dit regelement zijn meer regels voor de
wijze van werken vastgelegd.
Beide Kamers hebben een eigen functie in het proces van wetgeving. In principe ligt het
primaat van het wetgevend proces bij de Tweede Kamer en speelt de Eerste Kamer een
minder actieve rol. De Eerste Kamer heeft in tegenstelling tot de Tweede Kamer geen recht
van initiatief en geen recht van amendement. De Eerste Kamer heeft dus niet de
mogelijkheid om zelf wetvoorstellen te maken en in te dienen of wetsvoorstellen te wijzigen,
zij kan slechts aannemen of verwerpen. De voornaamste taak van de Eerste Kamer in het
wetgevend proces is het beoordelen van de kwaliteit van wetgeving.
Uitvoerende macht
De uitvoerende macht wordt op centraal niveau gevormd door de regering. De regering is
2
, een samengesteld orgaan bestaande uit de Koning en de ministers, zoals blijkt uit lid 1 van
artikel 42 van de Grondwet. In het 2e lid van dit artikel is de ministeriële verantwoordelijkheid
gecodificeerd: de koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk. Naast de
regering is ook het orgaan ministerraad, bestaande uit alle ministers, grondwettelijk
verankerd in artikel 45. Ook de ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen
regeringsbeleid en om de eenheid van dit beleid dient te bevorderen heeft een reglement
van orde waarin de werkwijze nader is vastgelegd. Ministers geven in principe leiding aan
een ministerie, hoewel zij aldus het 2e lid van artikel 44 van de Grondwet ook niet belast
kunnen zijn met het leiden van een ministerie. Het begrip kabinet wordt niet in de Grondwet
genoemd. Het kabinet bestaat uit alle ministers en staatssecretarissen.
Tussen de Staten-Generaal en de regering is niet alleen sprake van samenwerking. De
volksvertegenwoordiging, en dan vooral de Tweede Kamer, heeft ook een controlerende
functie ten opzichte van de uitvoerende macht. Hier heeft de volksvertegenwoordiging
middelen voor.
Webcast 3 – Wetgevingsprocedure in staats- en bestuursrecht
Zowel de regering, de Tweede Kamer als de Verenigde Vergadering hebben de mogelijkheid
om een wetsvoorstel in te dienen. Wanneer de regering een wetsvoorstel indient, is het een
regeringsvoorstel. Wetsvoorstellen worden meestal ingediend door de regering (ofwel: door
of vanwege de Koning). Voor een wetsvoorstel door de regering wordt ingediend, is het
voorbereid bij een departement (ministerie), waarbij uiteraard de vraag aan de orde moet zijn
geweest of een wet in formele zin het beste middel is om het beoogde doel te bereiken (=
subsidiariteit). Ook moet het wetsvoorstel voor het in de Tweede Kamer wordt ingediend,
besproken zijn in de ministerraad en ter advisering zijn voorgelegd aan de Raad van State.
Na de indiening wordt de plenaire behandeling van het wetsvoorstel voorbereid door een
commissie die hiervan een verslag maakt dat ook aan de betrokken minister wordt gestuurd.
De minister heeft de mogelijkheid om op het verslag te reageren en eventueel het
wetsvoorstel te wijzigen. Hierna vindt de openbare plenaire behandeling in twee termijnen
plaats, waarbij de Tweede Kamerleden amendementen kunnen indienen. Dit zijn voorstellen
van een of meer Kamerleden om een wetsvoorstel te wijzigen. Het is mogelijk dat een
amendement ontoelaatbaar, onaanvaardbaar wordt verklaard, wordt verworpen of wordt
aangenomen.
Als een amendement wordt aangenomen, dan vindt er een wijziging plaats in dat
wetsvoorstel. Na afloop van de behandeling wordt over het wetsvoorstel gestemd. Hierbij
kan dit voorstel worden afgenomen of verworpen. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen,
wordt het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer gestuurd. Ook bij de Eerste Kamer wordt de
plenaire behandeling voorbereid door een commissie die daar een verslag van maakt,
waarop de betrokken minister weer kan reageren. De minister heeft echter geen
mogelijkheid meer om het wetsvoorstel te wijzigingen naar aanleiding van het
commissieverslag van de Eerste Kamer. Aansluitend vindt de plenaire behandeling plaats in
de Eerste Kamer, die in principe geen mogelijkheid heeft om het wetsvoorstel te wijzigen. De
Eerste Kamer kan het wetsvoorstel dus alleen aannemen of verwerpen. Als het wetsvoorstel
is aangenomen door de Eerste Kamer, dient deze nog te worden bekrachtigd door de
Koning. Vervolgens moet de wet worden aangekondigd, voordat deze in werking kan treden.
Er zijn ook initiatiefwetsvoorstellen/initiatiefvoorstellen. Deze zijn niet voorgesteld door
de regering, maar door een of meerdere leden van de Tweede Kamer. De procedure hierbij
loopt op een paar details na op eenzelfde manier.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessathuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.