Samenvatting sociale psychologie. Schooljaar . Leerkracht Griet Van Vaerenbergh. Deze samenvatting bevat alles wat te kennen valt voor dit vak. Info werd gehaald uit de slides en de hoorcolleges. Ik behaalde een 17/20 met deze samenvatting.
–
0. Inleiding
Sociale deprivatie = tekort → bij mensen, hebben prikkels nodig
Kinderen sociaal depriveren → sommige kregen warme thuissituatie, sommige
niet → verschil neurologisch waarneembaar; minder neuronale verbindingen
o Lager IQ, meer angststoornissen, depressie,…
Sociale paradox = willen contact, maar soms bang voor contact
Mensen → obsessief sociaal
Safety by numbers = als meer mensen het doen, dan volgen wij de groep omdat we
denken dat zij het beter weten
1. Studieobject van de sociale psychologie
1.1 Gebiedsomschrijving
Sociale psychologie = wetenschappelijke studie van de manier waarop gedachten,
gevoelens en handelingen beïnvloed worden door feitelijke, voorgestelde of
geïmpliceerde aanwezigheid van anderen – Allport
1.1.2 Een wetenschappelijke studie
Alle daagse kennis vs. empirische cyclus
Subjectief Objectief
Onafhankelijke variabele = degene waarvan verwacht
wordt dat hij invloed heeft op het resultaat
Bv. Welk soort water de plantjes krijgen
Afhankelijke variabele = gemeten gedrag
Bv. Hoe groot de plantjes zijn, hoeveel mensen hulp bieden,…
1.1.2 De gedachten, gevoelens en handelingen van mensen
ABC-model:
o A: affectief = hoe we voelen (gevoelens)
o B: behavior = invloed op ons handelen
o C: cognitie = hoe we denken
1.1.2 Beïnvloed worden door feitelijke, voorgestelde of geïmpliceerde aanwezigheid van anderen
Invloed door:
o Fysiek/feitelijk → aanwezigheid van anderen
o Voorgesteld → niet aanwezig zijn van anderen; inbeelden wat zij zouden doen
o Implicitet/onrechtstreeks → niet door mensen beïnvloed
1
,1.1.3 Enkele aanvullingen
1. Beïnvloed worden en ook: beïnvloeden
2. Niet alle invloed is bewust
3. Sociale psychologie gaat verder dan enkel beïnvloeden door sociale factoren,
verschillende invalshoeken
2. De eigen invalshoek van sociale psychologie
- Snijpunt tussen psychologie en sociologie
- Toch eigen plekje
2.1 Onderscheid met de sociologie
- Maatschappelijke kenmerken of groepskenmerken → kijkt naar situatie waar
individu zich in bevindt
- Tegenover aandacht voor individu → grotendeels hierrond
- En dan: individu en onmiddellijke omgeving
2.2 Eigen plaats binnen de psychologie
- Persoonlijkheidspsychologie – dispositionisten → verklaringen zoeken in karakter
- Sociale psychologie – situationisten → verklaring zoeken in situatie
- Interactionisme → waarom gedragen mensen zich hoe ze zich gedragen?
2
, –
1. Hoe normen ontstaan
Expliciete norm = norm wordt aangeduid/aangegeven (vb. bordje met niet voorsteken)
Impliciete norm = niet aangegeven, maar wel verwacht (bv. dankjewel zeggen)
Externe omstandigheden zorgen voor ingang treden bepaalde normen
1.2 Normen die spontaan ontstaan binnen de groep
- Overleg en rationele besluitvorm
- Spontaan en vaak onbewust
1.2.1 Normen als product van sociale vergelijking
Sociale vergelijking → hoe doen anderen het -> je neemt gedrag van anderen over
Sociale normering = spontaan ontstaat een norm binnen een groep door te kijken naar
anderen
Sherif → ambigue (= onduidelijkheid) situatie :
Onderzoeksvraag → wanneer je mensen bij elkaar zet en je geeft ze een
onduidelijke opdracht, wat gaan ze dan doen?
In volledig verdonkerde kamer met 1 lichtpuntje dat lijkt te bewegen
Ze werden 1 voor 1 in kamertje gezet -> over welke afstand lijkt dit puntje te
bewegen?
Creëerde 2 condities → alleen + groepsconditie → in groepsconditie 3
proefpersonen die ook in alleen conditie zaten
Resultaat → 3 proefpersonen kwamen na 3 pogingen tot
gemeenschappelijke norm => sociale normering
1.2.2 Enkele toepassingen (link hoofdstuk 7)
- Voorbeelden alledag → wat zet ik op insta (wat kan (niet)?)
- Sensibiliseringscampagnes
- Casus – help save the environment → twee hangers (= onafhankelijk variabele),
1tje met en 1tje zonder sociale normering (andere voor jou deden het ook) →
conditie 2 gebruikte meer mensen hun handdoek opnieuw (= afhankelijke
variabele)
2. Impact groepsnorm op individu
2.1 Automatische sociale invloed
- Subtiel en onbewust → geeuwen, lachen,…
- Kameleoneffect → gelaatsuitdrukkingen/non-verbale gedrag anderen
overnemen → lijdt tot sympathieker vinden van personen
3
, 2.2 Conformeren aan een groepsnorm
Conformeren = neiging om eigen opinies, attitudes of gedragingen aan te passen aan
wat norm binnen groep is → negatieve klank in Westen, kan ook positief zijn
Verschil Sherif en Asch:
- Sherif -> ontstaan norm → Ash -> er al een norm
- Sherif -> lichtpuntjes experiment met ambigue situatie → Ash -> proefpersonen
weten 100% zeker wat ze moeten doen, zo gaan ze minder mee met de groep
Experiment van Asch (gebruikte duidelijke stimuli):
1 standaard lijn, 3 vergelijkende lijnen die waarvan slechts 1 even lang → 6
pseudopersonen maar 1 echte proefpersoon → welke lijn is even lang → 18 beurten en
12 keer kiezen psp foute lijn → wat doet proefpersoon? = 2/3 durft tegen groep ingaan
Twee soorten conformisme: (link hfdstk 3)
- Informatieve sociale beïnvloeding van Sherif → we gaan ons aanpassen aan de
groep omdat we zelf te kort aan info hebben:
o Onduidelijke situatie
o Sprake van crisis
o Andere mensen zijn deskundigen
- Normatieve sociale beïnvloeding van Asch → bij voldoende info gaan we soms
toch conformeren om te voldoen aan norm v/d groep
o Hypes
o Lichaamsbeeld -> pressure to be thin
Inwerkende factoren volgens Asch:
- Kenmerken groep:
o Grootte groep? → plafondeffect tot 4 personen (= conformisme
proefpersonen sterker bij meer mensen, vanaf 4 sterkste invloed)
o Unanimiteit → we denken er allen hetzelfde over
o Groepscohesie → samenhangen groep, hoe meer samenhang, hoe meer
conformisme
- Kenmerken situatie:
o Ambiguïteit → onduidelijkheid
o Publiek of privé → publiek conformeren we veel meer
o Onderwerp of thema → bepaald met welke groep je gaat conformeren
o Injunctieve (= norm die voorschrijft hoe we ons best zouden
gedragen/wenselijke gedrag) en descriptieve (= hoe mensen zich
werkelijk gedragen) normen
- Kenmerken cultuur → sommige culturen meer conformisme dan anderen
- Minderheidsinvloed → Moscovici → zijn mensen die voor zichzelf kunnen denken
+ zo groep beïnvloeden:
o Consistentie = zo lang je groep wilt beïnvloeden, eigen standpunt
behouden
o Inzet
o Autonomie = je mag geen verborgen agenda hebben
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophievandoren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.