Samenvatting mens en organisatie. Schooljaar . Leerkrachten Jeroen Decoster & Jeroen Camps. Deze samenvatting bevat alle leerstof die te kennen valt voor het examen en werd gebaseerd op de powerpoints en hoorcolleges. Ik behaalde een 13/20 met deze samenvatting.
–
1. Wat is een organisatie?
= een samenwerking tussen twee of meer mensen om een doel te bereiken
Organisatiestructuur = systeem dat aangeeft hoe taken formeel worden verdeeld,
gegroepeerd en gecoördineerd → structureert in organogram
Organisatie kenmerken:
o Missie = waarvoor organisatie staat/wat ze doen (vandaag)
o Visie = waar willen we voor gaan (op termijn)
o Waarden = wat vinden wij belangrijk (vb. gezondheid, respect,…)
o Stakeholders = partijen die betrokken worden bij organisatie (vb. werknemers,
aandeelhouders, klanten,…)
2. Belang van mens en organisatie
→ bedrijf zo goed mogelijk laten werken (tevreden werknemers)
Loon + arbeidsvoorwaarden NIET belangrijkste → WEL kwaliteit + omgeving werk
Organisatiepsychologie = wetenschappelijke kennis verwerven over relatie(s) tussen
variabele → via systematisch onderzoek:
o Gedrag begrijpen
o Gedrag voorspellen
3. Onderzoek rond gedrag in organisaties
Intuïtie vs. ondersteund door onderzoek
Hoe onderzoeken?:
o Kwalitatief onderzoek → niet met cijfers (interview, historische documenten,…)
o Kwantitatief onderzoek → met cijfer:
• Experimenteel onderzoek → interne validiteit
• Survey-onderzoek → externe validiteit
3.1 Experimenteel onderzoek
Onafhankelijk en afhankelijke variabele:
o Onafhankelijke → hoeveelheid slaap
o Afhankelijke → gemaakte fouten
Conditie A → 3u slaap
Gemaakte fouten
Conditie B → 8u slaap
3.2 Survey-onderzoek
Weinig absolute uitspraken → uitspraak enkel in bepaalde omstandigheden
Anders gemiddelden
Interactie effect = verband tussen A en B wordt versterkt door bepaalde eigenschap
1
,3.3 Onderzoek en kennis omtrent GiO
Contingentievariabele = bepaald wanneer een effect sterker is op een verband
Hoe meer schrijffouten in cv, hoe lager ingeschatte geschiktheid job, vooral
wanneer taal belangrijk is in job (= contingentievariabele)
4. Uitdaging voor mens & organisatie
- Reageren op economisch ware tijden
- Reageren op onzekere tijden
- Innovatie en verandering stimuleren → op werkvloer ruimte creëren waar ze
ruimte hebben om foute te kunnen en mogen maken
- Evenwicht tussen werk en privéleven
- Ethischer gedrag
- Omgaan met veranderende bevolk
2
, –
1. Attitudes
= houding die je hebt tegenover dingen, mensen, bepaald gedrag of gebeurtenissen;
- Vrij stabiel
- Veranderen onder bepaalde omstandigheden → van wie/waarover nieuwe info
- Positief of negatief
1.1 Drie componenten
- Cognitief/kennis → wat jij denkt/gelooft kunnen niet los van elkaar
- Affectief → je gevoel errond / emoties erbij gezien worden
- Gedragsintentie → welk gedrag je gaat stellen
Lijdt tot attitude tegenover bepaald aspect
1.2 Attitudes en gedrag
Oorspronkelijk → mens is rationeel: attitudes → gedrag
Kritiek van Festinger: gedrag → attitudes (je gaat je gedrag goedpraten)
➔ Gedrag en attitudes kunnen elkaar beïnvloeden
➔ Mensen willen tegenstrijdigheid tussen gedrag en attitudes oplossen (door
attitudes aan te passen)
Cognitieve dissonantie = geen overeenstemming tussen gedrag en attitudes of tussen 2
attitudes
Hoe verminderen?
- Veranderen attitudes (= hoe je ergens tegenover staat)
- Veranderen gedrag
- Verschil tussen gedrag & attitude goedpraten
Wanneer proberen we cognitieve dissonantie te verminderen?
- Belang attitudes
- Invloed/controle die je over zaken hebt
- Beloning van dissonantie
Attitudes bepalen ons toekomstig gedrag
Moderatorvariabele = waarden die verband tussen 2 verschijnselen onderdrukken of
versterken → persoonlijkheid + soort stress zijn mv voor verband stress en ziekte
Versterkers/onderdrukkers verband attitude – gedrag:
- Belang v/d attitude → belangrijke A geuit als fundamentele waarde
- Specificiteit gedragsintentie → beter A past bij G -> sterker verband
- Toegankelijkheid attitude → A makkelijk oproepbaar in geheugen -> leiden G
- Aanwezigheid sociale druk → A en G verschillen bij hoge sociale druk ander G
- Directe ervaring attitude → verband A + G sterker → A iets betreft waarmee
individu ervaring heeft
3
, 2. Gedrag op het werk
2.1 Werkprestaties
= in welke mate voert een werknemer zijn/haar werk goed uit
→ Verder dan gewoon je werk doen, vrijwillig dingen doen die bijdragen tot succes
organisatie/bedrijf (vb. events, shiften wisselen, collega’s helpen,…)
2.3 Ongewenst, ongepast, deviant werkgedrag
= gedrag dat belangrijke normen of waarden v/d organisatie schendt en daardoor het
functioneren v/d organisatie/welzijn van de leden in gevaar brengt
➔ Verschillende oorzaken -> grootse = lage werktevredenheid
2.4 (Ziekte)verzuim / Absenteïsme
= ongeplande afwezigheid van werknemers tijdens werktijden
Door bijvoorbeeld:
- Geoorloofd (wit verzuim) → mensen zijn echt ziek met doktersattest
- Ongeoorloofd (grijs of zwart) → doen alsof ze ziek zijn
o Zwart = ik doe alsof ik ziek ben, maar heb helemaal niets
o Grijs = je bent wel ziek, maar zou wel kunnen gaan werken
Wordt in cijfers uitgedrukt → percentage afwezigheid personeel
2.5 Verloop (& verloopintentie)
= effectief verlaten organisatie
- Vrijwillig → ik neem ontslag
- Natuurlijk → pensioen
- Onvrijwillig → ik word ontslagen
3. Werkgerelateerde attitudes
3.1 Organizational commitment
= organisatiebinding
= mate waarin je je identificeert met je organisatie en er lid wil blijven
Affectieve binding = mate waarin je je emotioneel verbonden voelt met je organisatie
→ je voelt je onderdeel van de organisatie → STERKST !!
Continuerende binding = mate waarin je je verbonden voelt omwille van de kosten die
samenhangen met werken in je organisatie → bent bang voordelen te verliezen als je je
job verliest
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophievandoren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.87. You're not tied to anything after your purchase.