- De (historische) ontwikkeling van ons sociaal zekerheidsrechtsstelsel in grote lijnen
schetsen;
- De organisatiestructuur van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel beschrijven;
- De financiering van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel uitleggen;
- Onderscheid maken tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale
voorzieningen;
- Aangeven hoe bezwaar en beroep is geregeld tegen besluiten op het terrein van sociale
zekerheid.
Socialezekerheidsrecht: het geheel van wettelijke maatregels dat de (inkomens)risico’s opvangt, die
mensen lopen bij hun functioneren in de maatschappij. Het bevat enerzijds regels die beogen dat
mensen die niet (meer) in hun levensonderhoud kunnen voorzien, middelen van bestaan krijgen
(inkomensfunctie). Anderzijds is het gericht op de bevordering en instandhouding van deelname aan
het arbeidsproces (re-integratie). Sociale factoren zijn: kinderen, ziekte, werkloosheid, ouderdom en
overlijden.
Wat is de historische ontwikkeling van ons sociaal zekerheidsrecht?
De staat ging bemoeien met het ondersteunen van de burgers met de inwerkingtreding van de
Armenwet. Na de Armenwet, zijn er nog andere soortgelijke wetten geweest zoals de Ongevallenwet
in 1901, de Invaliditeitswet in 1913 en de Ziektewet die in 1930 in werking trad.
Na de WOII was de regering aan het kijken hoe de wereld er na de oorlog uit moest gaan zien. In
Engeland had je de volksverzekering. Dit is een inspiratie geweest voor de
socialezekerheidsverzekeringen.
Na 1975 veranderde er een hoop. Vanwege economische omstandigheden werden er bepaalde
regels ingesteld om geld te besparen > kostendelersnorm, partnertoeslag in de AOW werd afgeschaft
en de hoogte van de WAO verlagen. Ook werd de regering strenger. Door de Wet poortwachter werd
er voor gezorgd dat mensen die zich ziek melden, zo snel mogelijk weer aan het werk gaan. Ook
werden de keuringseisen verscherpt. Met de Wet huisbezoeken werd er langs bij de mensen gegaan
om te kijken of iemand wel echt alleen woonde en daardoor recht heeft op een uitkering.
Nu wordt het accent meer gelegd op activering. Vanuit de staat worden mensen steeds meer
gemotiveerd om te participeren. Ook trekt de overheid zich steeds meer terug; privatisering en
marktwerking:
- Doorbetaling loon bij ziekte gedurende 104 weken
- Zorgverzekeringswet
- Aanvullende pensioenen: omdat AOW niet genoeg was.
,Vroeger was je verplicht verzekerd; nu is het je eigen verantwoordelijkheid (Zorgverzekeringswet).
De verantwoordelijkheid ligt steeds meer bij burgers en niet bij de staat.
Wat is de organisatiestructuur van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel?
In Nederland is er een socialezekerheidsstelsel onderscheidt gemaakt:
- Volksverzekeringen: deze gelden voor iedereen. Iedereen heeft hier recht op.
Alle ingezetene in Nederland (iedereen die hier woont of werkt). Dergelijke wetten beginnen
altijd met de A = Algemeen. Dit wordt gefinancierd via premies.
- Werknemersverzekeringen: verzekeringen voor werknemers. Dus als je een aovk hebt of als
het gelijkgesteld is met een aovk. Dit wordt gefinancierd via premies.
- Sociale voorziening:
o Inkomensaanvullende voorzieningen: die vullen het inkomen aan tot het sociaal
minimum
o Inkomensondersteunende voorzieningen: toeslagen van de belastingdienst of
vergoeding voor bepaalde kosten
Dit wordt gefinancierd vanuit algemene middelen: belastingopbrengsten
NB: Op het tentamen wordt er ook vaak gevraagd wat de afkorting van een bepaalde wet betekent,
of het een werknemersverzekering, volksverzekering of sociale voorziening is en wie het uitvoert.
Toezicht
Er is toezicht m.b.t. ons socialezekerheidsstelsel:
- Minister van SZW: toezicht op SVB en UWV (via inspectie SWZ)
- Minister van SZW en Algemene Rekenkamer
- Cliëntenparticipatie: plicht dat je rond te tafel gaat met de cliënten die gebruik maken van
een uitkering. Is eigenlijk een beetje te vergelijken met een OR; ondernemingsrecht.
Sancties
- Maatregelen
- Boetes
, - Terugvorderen
Het verlagen van de uitkering wordt niet gezien als een punitieve sanctie. Een boete wel
Hoe werkt de financiering van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel?
Maak een onderscheid tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale
voorzieningen
Zie leerdoel 2
Het verschil tussen een sociale verzekering en een sociale voorziening is dat je voor een sociale
voorziening wel zelf premie betaald en de sociale voorziening wordt gefinancierd uit algemene
middelen (belastingopbrengst; staatskas)
Het verschil tussen een volksverzekering en werknemersverzekering is dat een volksverzekering voor
iedereen is. De hoogte ervan is ook gelijk. Beatrix krijgt net zoveel AOW als mijn opa. Een
werknemersverzekering is alleen voor werknemers en het is afhankelijk van je loon.
Hoe is het bezwaar en beroep geregeld tegen besluit op het terrein van de sociale zekerheid?
algemeen
dit is eigenlijk niet verschillende van de gewone regels uit het Awb!
Stap 1: Je gaat in bezwaar bij de instantie die het uitvoert; bijv. de gemeente of het UWV
Stap 2: Je gaat in beroep bij de rechtbank, sector bestuursrecht
Stap 3: Je gaat in hoger beroep bij de Centrale raad van beroep; zij gaan over zaken inzake
socialezekerheidsrecht
Wat verschilt wel:
- Soms kan je nog in cassatie bij de HR; art. 129 WW bij WW met uitvoerder UWV
- De termijnen wijken soms af met de termijnen uit de Awb
, Procedure UWV
Procedure begint met het indienen van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat het besluit
heeft genomen (art. 6:4 lid 1 Awb). Bezwaar is een integrale heroverweging van een primair besluit
door het bestuursorgaan dat het primaire besluit ook heeft genomen. De indieningstermijn is zes
weken.
Voordat men zich tot een administratieve rechter kan wenden, moet men eerst een
bezwaarschriftprocedure doorlopen. Er geldt hier een afwijkende beslistermijn; 13 weken vanaf de
laatste dag van de bezwaartermijn: art. 6:13 Awb jo. 129 WW. Dus stel je krijgt het besluit binnen. De
volgende dag dien je gelijk bezwaar in. Toch gaat de termijn pas na zes weken lopen, omdat de
indieningstermijn van bezwaar ook zes weken is. Dan komen er nog 13 weken bij. Dus in totaal wacht
je op zijn langst 19 weken. Je kan ook een spoedvoorziening bij de rechtbank aanvragen.
Daarna kan je tegen de beslissing op bezwaar in beroep gaan bij de bestuursrechter. Dit kan binnen
zes weken: art. 6:7 Awb. Je kan ook in hoger beroep bij de Centrale Raad van beroep binnen zes
weken: art. 6:24 Awb en 6:7 Awb.
Besluiten van SVB en gemeenten
Dit gaat in principe hetzelfde als procedure bij UWV. Bij de SVB is er een afwijkende beslistermijn op
bezwaar: 13 weken > zie art. 52 AOW
Bij de gemeente is er een afwijkende m.b.t. de Participatiewet en Wet WMO 2015. Voor de rest geldt
de reguliere beslistermijn op bezwaar; dus zes weken of 12 weken als er gebruik wordt gemaakt van
een hoor- en adviescommissie; art. 7:10 Awb.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LisannedeGraaf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.