Samenvatting Stappenplannen en assignments Strafrechtelijke aansprakelijkheid
172 views 3 purchases
Course
Strafrechtelijke Aansprakelijkheid (670083B6)
Institution
Tilburg University (UVT)
Book
Materieel strafrecht
In dit document treft u stappenplannen en assignments per week aan. Deze zijn volledig gebaseerd op het boek (en derhalve op de samenvatting hiervan die ook geüpload is). Tevens is de jurisprudentie erin verwerkt. De assignments zijn bovendien gecontroleerd gedurende het werkcollege en aangepast w...
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
TILBURG LAW SCHOOL
LISANNE DE GRAAF
, WERKWIJZE
Stappenplan:
1. Geef van het onderhavige leerstuk de relevante theorie weer, licht die theorie toe en ontleen
door voorwaarden aan.
2. Selecteer de feiten: geef de relevante feiten uit de casus weer en laat de niet relevante feiten
buiten beschouwing.
3. Toets de feiten aan de voorwaarden uit de theorie.
4. Trek een conclusie.
1. Het legaliteitsbeginsel omvat het gegeven dat niemand strafbaar is zonder wettelijke
grondslag op moment van verrichting daad (art. 1 SR).1
2. Hoofdregel is dat er een verbod op terugwerkende kracht bestaat in het kader van
rechtszekerheid (lid 1); nulla poena sine lege praevia.
3. Uitzondering op de hoofdregel staat terugwerkende kracht toe wanneer de nieuwe
strafbepaling gunstiger is voor verdachte (lid 2), gebaseerd op art. 7 EVRM. En anders niet!
Art. 7 EVRM heeft als doel en strekking dat bescherming wordt geboden tegen willekeurige
vervolging en bestraffing door codificatie van strafbepaling alvorens iemand zich daar
schuldig aan kan maken (voorzienbaar).
4. In sommige gevallen kan conform het Legaliteitsbeginsel in Straatsburgs perspectief-arrest
van dat beginsel worden afgeweken indien “ontwikkeling in overeenstemming moet zijn met
de essentie van het delict” en “het moet in redelijkheid voorzienbaar zijn geweest”.2
Maar spreken we van een verandering in de wet en hoe bepalen we of dit gunstiger is voor
verdachte?
Overgangsrecht – art. 1 lid 2 Sr
Stap 1 – Is er wetgeving?
a. Alle regelgeving in formele zin of in materiële zin, ongeacht het rechtsgebied.
b. Niet alleen de wetswijziging aangaande de strafbepaling, maar ook andere relevante
wetswijzigingen die doorwerken in de strafrechtelijke normstelling vallen hieronder,
zoals bijvoorbeeld een verandering in het civiel recht (HR Incest-arrest)3.
c. Bij ‘wetgeving’ moet het gaan om wetgeving die al van kracht is en ook om
algemene regelgeving. Verandering in beleidsregels vallen erbuiten. Verandering in
de rechtspraak wordt doorgaans direct toegepast.
Stap 2 – Is er een verandering?
Is sprake van een gewijzigd inzicht van de wetgever omtrent de strafwaardigheid van de
onderwerpelijke gedraging en dan in het bijzonder gericht op de strafwaardigheid van reeds vóór
de wijziging begane feiten (HR Lex Mitior)?4
Slechts veranderingen die voortvloeien uit een gewijzigd inzicht van de wetgever omtrent
strafwaardigheid vallen hieronder (de reden waarom iets strafbaar is). Wetgeving met een tijdelijk
karakter (zoals coronamaatregelen of een jachtverbod) behoort hier niet toe!
Een verandering van de sanctieregels moet met onmiddellijke ingang en dus zonder toetsing aan de
maatstaf van het gewijzigd inzicht van de strafwetgever worden toegepast indien en voor zover die
verandering ten gunste van de verdachte werkt (Scoppola-arrest). Dit vloeit ook voort uit art. 7
EVRM (HR Lex mitior).5 De maatstaf gewijzigd inzicht is hierbij dus niet relevant. Dit geldt niet
1
Dit beginsel is tevens gecodificeerd in art. 7 EVRM, 15 IVBPR, 16 GW, 11 lid 2 UVRM en 49 Handvest EU.
2
EHRM 22 nov. 1995, NJ 1997, 1.
3
HR 11 oktober 1988, NJ 1989, 455.
4
HR 12 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6878.
5
HR 12 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6878.
, voor wijziging in de delictsomschrijving.
Indien verandering in regels van sanctierecht, sla stap 2 over en ga naar stap 3.
Indien sprake van gewijzigd inzicht, ga naar stap 3. Zo niet, dan is nieuwe wet niet van
toepassing op verdachte!
Stap 3 – Is verandering wetgeving gunstiger voor verdachte?
Komt wijziging delictsomschrijving of verandering in hoogte van sanctie verdachte ten gunste uit?
Het kan voorkomen dat de bepaling zowel verandert met betrekking tot de delictsomschrijving als
de sanctie. Beide worden dan afzonderlijk behandeld.
Indien alle drie vragen bevestigend is beantwoord, mag verdachte onder de nieuwe wet worden
veroordeeld ook al heeft hij het strafbare feit gepleegd ten tijde van de oude wetgeving.
Rechtsmacht
Wanneer heeft Nederland jurisdictie?
Territoriale werking (delict binnen NL)
◦ Nederland heeft jurisdictie wanneer iemand zich in Nederland aan een strafbaar feit
schuldig maakt (art. 2 SR – territorialiteitsbeginsel en HR Singapore).6
◦ Nederlandse strafrecht is van toepassing op iedereen aan boord van Nederlands
(lucht)vaartuig die strafbaar feit pleegt (art. 3 SR – vlagbeginsel)
Exterritoriale werking (delict buiten NL)
◦ Passief personaliteitsbeginsel - nationaliteit of status van het slachtoffer (art. 5 Sr): de
Nederlandse strafwet is toepasselijk op een ieder die zich buiten Nederland schuldig
maakt aan een misdrijf tegen een Nederlander. Optelsom: Nederlands slachtoffer + feit
in buitenland begaan + misdrijf van 8 jaar + dubbele strafbaarheid.
◦ Actief personaliteitsbeginsel - nationaliteit of status van verdachte (art. 7 Sr).
Nederlandse strafwet is toepasselijk op een iedere Nederlander die zich buiten
Nederland schuldig maakt aan een misdrijf. Optelsom: Nederlandse verdachte + feit in
buitenland begaan + misdrijf waarop een straf is gesteld + dubbele strafbaarheid.
Art. 7 lid 2 Sr vereist GEEN dubbele strafbaarheid! Dus NL heeft in die gevallen van
rechtswege jurisdictie!
Art. 8 SR geeft NL jurisdictie op basis van functie/status van verdachte. Denk aan een
Nederlandse ambtenaar die corruptie pleegt in een ander land.
◦ Aard van het delict (art. 4 en 6 Sr): op iedereen ongeacht zijn nationaliteit of ongeacht er
een relatie is met de Nederlandse staat.
◦ Bepaalde bestanddelen zien enkel op gebeurtenissen in NL (bijv. art. 180 en 184 Sr). Als
de gedraging niet valt onder een van de bovengenoemde artikelen, denk aan het negeren
van een wettelijk ambtelijk gegeven bevel in het buitenland, dan is de Nederlandse
rechtsmacht niet van toepassing (HR Linquenda).7
6
HR 6 april 1954, NJ 1954/368).
7
HR 17 maart 1987, NJ 1987, 8874.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LisannedeGraaf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.57. You're not tied to anything after your purchase.