Waarom sociaal onderzoek?
Steeds ingegeven door vragen
o Sociale onderzoekers stellen voortdurend vragen
o Bronnen voor vragen?
Nieuwsgierigheid
Eigen ervaring: persoonlijke ervaring zijn een goede bron van wetenschappelijke vragen
Berichtgeving in de media, colleges, wetenschappelijke literatuur, boeken, conferenties, …
Stappen:
o 1. Het beschrijven van een fenomeen (wat is x? Of welke vormen veronderstelt x?)
o 2. Het verklaren van oorzaken en gevolgen van een fenomeen (is y beïnvloed door x, of is y een
gevolg van x?
o 3. Het voorspellen van een uitkomst (gebeurt y onder omstandigheden a en b?)
o 4. Het evalueren van een fenomeen (leidt x tot bv. de voordelen die het claimt te hebben?)
o 5. Het ingrijpen en ontwikkelen van goede praktijken (hoe kan y verbeterd worden?)
o 6. Empowerment (hoe kunnen we het leven van degenen die we onderzoeken verbeteren?)
Voorbeelden:
o Klimaatopwarming
Twee tegengestelde visies
Leidt wetenschap niet tot ware kennis over de wereld?
Onpartijdigheid? Nee, vaak beïnvloeding door derde partijen zoals oliemaatschappijen
o 2. The rotting Big Apple
Causaal verband? (x is oorzaak van y) => 3 belangrijke voorwaarde namelijk:
Er is een statistisch verband tussen x en y
Als je wil zeggen dat x oorzaak is van y, dan moet x in de tijd vooraf gaan aan y
Relatie tussen x en y blijft bestaan wanneer je controleert voor alle andere variabele
die mogelijks een impact kunnen hebben op x EN op y
o Verkiezingspolls
Missings?: verkeerde steekproef gepakt om de volledige populatie mee te
vertegenwoordigen
Wat is wetenschap?
Verschil tussen het verwerven van alledaagse en wetenschappelijke kennis?
o strikte regels om de kwaliteit te waarborgen en zo tot geldige en betrouwbare kennis te komen
Wat is wetenschap?
o Systeem/methode om tot gefundeerde kennis te komen
o Langzaam eeuwenlang proces: alles kennis is tijdelijk, er bestaan geen absolute kennis (theorieën
worden door de tijd aangepast) => kennis kan altijd bijgestuurd worden
o Geaccumuleerde kennis: georganiseerd in theorieën en gestoeld op empirische gegevens
Gefundeerde kennis?
o 1. Volgens systematische procedures (gebaseerd op regels)
o 2. Op objectieve wijze
o 3. Getoetste en falsifieerbare kennis (als er een theorie is die je niet kan toetsen, dan heb je er niets
aan)
o 4. Volgt een bepaalde cyclus
,Welke aanpak?
1. Systematische procedures?
o Onderzoek = methodisch
o Steeds gebaseerd op gestructureerde, empirische observatie
o Systematiek laat toe dat onderzoek herhaalbaar is -> methode moet opnieuw toegepast kunnen
worden zodat het herhaalbaar is
o Voorkomt ‘lukrake’ pogingen om kennis te verzamelen
2. Objectiviteit
o Onbevooroordeeld en objectief observeren, analyseren en rapporteren
o Relatief: zekere mate van subjectiviteit = onvermijdelijk zeker in sociale wetenschappen waar
onderzoeker deel uitmaakt van de samenleving die hij/zij onderzoekt
o Intersubjectiviteit
3. Toetsbaar en falsifieerbaar
o Onderzoek moet geverifieerd kunnen worden
Bewijsvoering moet altijd uitgedaagd en bevraagd kunnen worden
Alle kennis is tijdelijk
o -> wetenschappelijke kennis moet gedeeld worden en openbaar zijn om eventuele onjuistheid te
kunnen controleren
o Peer review
4. Volgens een bepaalde cyclus (onderzoekscyclus)
o Onderwerp
o Onderzoeksvraag
o Onderzoeksplan
o Data verzamelen: kwantitatieve (statistisch) of kwalitatieve data (diepgaande gesprekken)
o Data analyse
o Interpretatie
o Rapporteren
Alternatieve bronnen van kennis
Verschillende bronnen
Eigen waarnemingen en ervaringen: observatie gaat meestal vertekend zijn door je eigen ervaring (bv je bent
omgereden door een vrachtwagen, dan zijn alle vrachtwagen roekeloos en ga je de voorzichtige niet
opmerken door de slechte ervaring)
Pers en (sociale) media: media kan gebruik maken van gefundeerd wetenschappelijk onderzoek maar kan
ook niet doen = media is laatste tijd meer vluchtig en minder secuur (veel berichtgeving die niet kloppen)
Ideologieën (cultureel en religieus) => bron van kennis maar voldoen niet aan criteria van wetenschappelijk
onderzoek want niemand kan kijken of god ooit heeft bestaan (niet toetsbaar dus geen wetenschap)
Positie van mens- en maatschappijwetenschappen
Alfa, beta- en gammawetenschappen
o Methodestrijd binnen de gammawetenschappen = sociale wetenschappen
Er is 1 stroming die zegt dat zij de natuurwetenschappelijke methode kunnen overnemen,
kunnen objectief waarnemen, kunnen weten detecteren in de sociale maatschappij
De andere stroming zegt dat dit niet waar is want de mens heeft een wil, denkt na,
interpreteert en geeft zelf betekenis aan zijn realiteit. Dit kan je niet zo maar onderzoeken
via de objectieve natuurwetenschappelijke methode => veel meer proberen om in de mens
zelf te kruipen en in te beelden wat gaande is in hun wereld
Methodestrijd:
, o De exacte wetenschappen gaat voor de natuurwetenschappelijke methode, vaak gebaseerd op
experimenteel onderzoek, op proeven doen in de realiteit => bestuderen de natuur
o De geesteswetenschappen gaan meet proberen te interpreteren => onderzoeken producten van het
menselijk handelen
Alfa, beta- en gammawetenschappen
Scheiding tussen natuur- en geesteswetenschappen
o Natuur- of betawetenschappen: natuurwetten
o Geestes- of alfawetenschappen: studie van product menselijk handelen
o Product van de 19de eeuw
Charles P. Snow (1959) “The Two Cultures” => Snow klaagt aan dat er te veel middelen gaan
naar de geesteswetenschappen, men moet meer gaan investeren in natuurwetenschappen
om de maatschappij vooruit te brengen => het was dus een strijd om middelen tussen de 2
wetenschappen
o De scheiding tussen alfa- en bètawetenschappen heeft historisch een grote invloed uitgeoefend op
de methodestrijd binnen de mens- en maatschappijwetenschappen (zie hoofdstuk 3)
Sociale wetenschappen (gammawetenschappen)
o Komen vooral in de loop van de 20ste eeuw tot stand
o Jerome Kagan (2009) “The three cultures”
“de gammawetenschappen” & gammacanon: studie van menselijk handelen
Methodologie is een heel belangrijk onderdeel van elke discipline
De organisatie in grote wetenschapsgebieden en disciplines beïnvloedt onze manier van denken en
wetenschap uitoefenen
Methodestrijd
• W. Dilthey
o Sociale wetenschappen: eigen methodologische grond
o Object sociale wetenschappen kan niet benaderd worden via experimentele methode
(natuurwetenschappen) of introspectie (geesteswetenschappen)
o Menselijke vrije wil laat zich niet in wetmatigheden vertalen
o Begrijpen in historische context
E. Durkheim
o Sociale fenomenen voltrekken zich volgens onderliggende wetmatigheden
M. Weber
o Sociale verschijnselen gedetermineerd door sociale wetmatigheden en product van menselijke wil
Context van sociaal onderzoek
Sociaal onderzoek vindt geldigheid niet plaats in een vacuüm -> context
Bepalende elementen van die context?
o Theorieën
o Bestaande kennis
o Visie op de relatie tussen theorie en onderzoek
o Epistemologische beschouwingen
o Ontologische beschouwingen
o Ethische beschouwingen
o Doel onderzoek
o Politieke context
o Persoonlijkheid van de onderzoeker
, Hoofdstuk 2 – bouwstenen van sociaal wetenschappelijk onderzoek
Inleiding
Sociaalwetenschappelijk onderzoek?
o ‘Productie van geldige en betrouwbare kennis over de sociale realiteit door combineren van theorie
en empirie volgens rigoureuze methodologische principes’
Bouwstenen
Theorie en empirie
o Theorie = gaan proberen verschijnselen te beschrijven en te verklaren (verhalen over hoe en
waarom verschijnselen zich voordoen
Kenmerken:
1. Logisch samenhangend geheel van uitspraken over relaties tussen concepten =
bouwstenen
Voorbeeld Broken Window Theory: criminaliteit – verloedering => veel
verloedering, dan is er meer criminaliteit
2. Empirisch toetsbaar: stroken theoretische aannames met realiteit
Verifieerbaar (waarneembaar, observeerbare gevolgen)
Formele en drawn theorieën kun je niet verifieren omdat ze te
omslachtig zijn, ze zijn moeilijk toetsbaar
Dus beter minder omvangrijke theorieën, die meer concreet zijn,
specifieke theorieën => middle range theorieën
Weerlegbaar (mogelijk onjuistheid aan te tonen)
Belangrijk verschil met andere kennissystemen
3. Veralgemeenbaar: gaat over meer dan éénmalig fenomeen op één plaats ->
theorieën zijn verklaringen voor terugkerende patronen of voor regelmatigheden in
het sociale leven
Classificatiecriteria
Richting van theoretisering: deductie-inductie (later)
Niveau: micro (individu), meso (scholen, bedrijven, huishoudens, unief), macro
(regio’s, staten, landen) => conclusies van het ene niveau mag je niet exploreren
naar het andere niveau
Reikwijdte van de theorie
Formele theorie: basisprincipe, rational choice theory
Grand theorie: structureel functionalism
Middle-range theorie
Robert Merton’s Theories of the Middle Range
Grand theories= te abstract, niet verifieerbaar dus niet bruikbaar voor onderzoek
Middle-range theorieën - Brug tussen ‘grand theory’ en empirische waarneming -
‘Halfweg’-theorieën: beperkt toepassingsveld m.b.t. 1 bepaald fenomeen
Accumulatie van middle-range theoriën -> ‘grand theory’
o Empirie
Sociaalwetenschappelijk onderzoek: samenspel van theorie en empirie
Empirie = ervaren van de wereld rondom ons door waarneming
Quid objectieve waarneming in sociale wetenschappen? Nee bestaat niet omdat we zelf
bagage hebben en omdat ons onderzoeksobject tot onze omgeving behoort waarin we zelf
functioneren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottelutsch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.