Geschiedenis hoofdstuk 10, 11 en 12
Xenja Veling H5A
10.1:
De Weimarrepubliek > democratisch > in Duitsland
Oorzaak voor de ellendige staat in Duitsland: het parlement was sterk verdeeld en maakte
moeilijk besluiten
Het nationalisme: alleen oer-Duitse natie kan worden versterkt en hersteld onder een
krachtige leider.
Hitler werd rijkskanselier en verbood alle politieke partijen > behalve zijn eigen (NSDAP)
Hitler was de Führer, de Duitse democratie kwam ten einde.
Nationaalsocialistische idealen werden door middel van propaganda verspreid.
Joseph Goebbels > speciale minister die Duitsers nationaalsocialistisch moest laten denken.
Daarvoor heeft hij alle communicatie middelen ingezet.
NSDAP organiseerde partijdagen in Neurenberg om:
1) Aanwezigen te imponeren
2) Gevoel van verbondenheid te geven
Week je af van het ideaal? geen plaats in Duitsland voor jou.
Vijanden van het nationaalsocialisme:
1) Democratie
2) Kapitalisme
3) Communisme
Terreur en geweld wordt gebruikt als je je openlijk tegen nazi’s verzet.
Kenmerkend voor nationaalsocialisme > antisemitisme (haat, racisme en discriminatie tegen
joden)
Het Germaans-Duitse/Arische ras staat bovenaan. Zigeuners en joden stonden onderaan, zij
waren de lagere rassen.
Joden werden beschuldigd van een grote invloed op het kapitalistische systeem daarom
waren ze schuldig aan de economische en politieke problemen van Duitsland. Joodse
inwoners werden uitgesloten.
Neurenberger wetten:
1) Joden mogen niet trouwen met niet-joden
2) Joden verloren hun burgerrechten
Kristallnacht: georganiseerde aanval op joden synagogen, winkels en huizen in brand.
Hitler beloofde werkloosheid op te lossen er ontstond een gemengde economie, er was
ruimte voor privé-eigendom maar de staat greep ook fors in.
Nationalisatie van productiemiddelen door bedrijven op te kopen.
Duitsland wilde niet economisch afhankelijk meer zijn van het buitenland.
Het algemeen belang telde, niet het belang van het individu.
Hitler liet werklozen snelwegen aanleggen, in het leger opnemen of laten werken in de
wapenproductie. De overheid maakte wel schulden en Hitler schond het verdrag van
Versailles.
Duitsland was een totalitaire staat geworden.
, Fascisme: kwam onder leiding van Mussolini in Italië > wordt gestreefd naar een sterke staat
onder leiding van een sterke man. Is gericht tegen democratie, kapitalisme en
communisme.
Na de Eerste Wereldoorlog verloren mensen hun vertrouwen in de democratie en het
kapitalisme in Europa.
Politieke partijen werkten vaak niet samen en de regeringen waren niet stabiel. Er waren
grote economische problemen.
Mensen kregen het gevoel dat parlementaire democratie en economisch liberalisme tot
onmacht leidden. Zij begonnen te verlangen naar een sterke leider die zou opkomen voor
hun eigen land en cultuur.
Ook waren mensen bang voor de communisten die in Rusland de macht hadden gegrepen.
Mensen concludeerden dat het beter was om zwakke democratische regeringen te
vervangen. Het fascisme bood een alternatief.
De fascistische beweging begon in Italië. Onder leiding van Mussolini zette hij de regering
onder druk. Hij kreeg de opdracht om een regering te vormen van de koning. Mussolini
breidde zijn macht uit als dictator over het land. Hij beloofde werkloosheid op te lossen.
Mussolini gebruikte zijn macht tegen iedereen die het niet met hem eens was of die afweek
van wat hij ‘normaal’ vond.
Het fascisme had een voorbeeldwerking in Europa, een fascistische generaal nam de macht
over in Portugal en Hitler ontleende veel aan het Italiaanse fascisme. Hitler voegde hier wel
rassenleer en antisemitisme aan toe.
In Spanje namen fascisten ook de macht over tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Rechtse
groepen van Francisco Franco vochten tegen de democratische regering van
sociaaldemocraten en communisten.
De strijd had verschillende redenen:
1) De linkse regering had landbouwgrond onteigend
2) Regering beperkte de macht van de rooms-katholieke kerk
3) Regering bezuinigde op de uitgaven van het leger
4) De regering gaf gebieden als Baskenland en Catalonië te veel zelfstandigheid
Franco ontketende een opstand, het was de proeftuin van de Tweede Wereldoorlog >
andere Europese landen gingen zich met de strijd bemoeien.
Hitler en Mussolini steunden fascist Franco.
De Sovjet-Unie leverde wapens en goederen aan de linkse regering.
Groot-Brittannië en Frankrijk hielden zich afzijdig.
De Spaanse Burgeroorlog werd gewonnen door Franco. Spanje werd een fascistische
dictatuur.
Communisten in het oosten, fascisten in Italië, Portugal, Duitsland en Spanje en
parlementaire democratieën daaromheen.
10.2:
De Duitse bezetting van Nederland had grote gevolgen:
1) Er waren politieke gevolgen Hitler benoemde Arthur Seyss-Inquart tot
rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied. Seyss-Inquart kreeg hierdoor
alle macht in handen, hij maakte een dictatuur van Nederland en verbood alle
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xenjaveling. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.86. You're not tied to anything after your purchase.