Dit is een samenvatting financieel management gegeven door Marc Deloof op de Universiteit van Antwerpen. Het gaat over de slides en de lessen, en kleine uitbreidingen met het boek.
Hoofdstuk 1: Doelstellingen en functies van het financieel beleid
o De rol/functies van de financieel manager:
• In welke activa moet de onderneming investeren
- Investeringsbeslissingen
• Hoe kan/moet de onderneming deze activa financieren?
- Financieringsbeslissingen
- Veel soorten schulden: lange termijn, korte termijn, crowdfunding,…
• Hoe moeten de financiële stromen worden beheerd?
- Financiële planning (binnenkomende- en uitgaande geldstromen)
- Geld op overschot brengt ook niks op dus goed management nodig
Doelstellingen van financieel management
o Maximalisatie van
• Omzet?
• Winst?
• Winst per aandeel?
- Winst voor de aandeelhouders
• Waarde per aandeel?
- Verwachte toekomstige winst en risico wordt mee in rekening gebracht
o Voorbeeld: een onderneming heeft momenteel een rentabiliteit van 20% en een winst per
aandeel van €2 (geen schulden). De onderneming kan nieuw aandelenkapitaal aantrekken en
de opbrengst investeren in obligaties aan 10%
Vermogen van 200 creëren door 10 extra
aandelen uit te geven
Winst per aandeel daalt dan
o Doelstelling:
• De creatie van waarde voor de aandeelhouders
- Waarde wordt niet bepaald door de huidige winst per aandeel, maar door de
verwachte toekomstige winsten en het risico verbonden aan die winsten!
- In een “efficiënte” markt geeft de marktprijs per aandeel de waarde per
aandeel weer
• Maar is de maximalisatie van de aandeelwaarde wel echt de doelstelling van
ondernemingen?
- Moeten we geen rekening houden met de bredere maatschappelijke
context? Bv. ontwikkeling vaccins -> verdienen veel geld voor gezondheid
o Door de ondernemingen zelf gerapporteerde ondernemingsdoelstellingen
• Vaak vermelden ze vaak maximalisatie van aandeelhouderswaarde niet
- Wel tevredenheid, groei, winsten,…
• Maar hebben ondernemingen eigenlijk wel een “doelstelling”?
• In cursus veronderstellen we dat ondernemingsdoelstelling waardemaximalisatie is
1
,Corporate governance
o Hoe kunnen de aandeelhouders er voor zorgen dat het management van de onderneming de
aandeelhouderswaarde maximaliseert?
o Belangenconflicten tussen het management en de aandeelhouders van een onderneming
• Wat goed is voor aandeelhouders is niet altijd goed voor de managers en andersom
o De agency-theorie (soort oplossing voor belangenconflicten)
• De ‘agent’ (manager) ageert in het belang van de ‘principal’ (aandeelhouder)
• In realiteit kunnen de belangen van de agent afwijken van die van de principal
- De agent is meer bekommerd om zijn eigen belang dan dat van de principal
▪ Agent heeft meer informatie dan de principal = asymmetrische info
- De aandeelhouder heeft door gebrek aan informatie een onvolledig beeld
van wat de manager doet
▪ Manager kan onderneming gebruiken om zijn persoonlijke belangen
na te streven, ten koste van de waarde van de aandeelhouder
• Oplossen door manager incentives te geven om belang aandeelhouders na te streven
o Toepassing “party on Dennis” (slide 18 H1)
o Andere agency-relaties binnen een onderneming
• Controlerende aandeelhouders versus minderheidsaandeelhouders
- Beursgenoteerde familiebedrijven
• Aandeelhouders versus schuldeisers
- Maximalisatie van de waarde voor de aandeelhouders kan ten koste gaan
van de waarde voor de schuldeisers (niet dezelfde waarde)
• Ook klanten, leveranciers, ‘gewone’ werknemers en de overheid hebben specifieke
belangen in de onderneming
DEEL 1: WAARDERING
Hoofdstuk 2: Basisbegrippen van waardering
2.1 Huidige waarde en toekomstige waarde
o Veronderstel dat je € 1000 voor 1 jaar belegt tegen 5%. Wat is de waarde binnen een jaar?
• Interest = 1000 x 0,05 = 50
• Waarde binnen een jaar = hoofdsom + interest = 1000 + 50 = 1050
• Toekomstige waarde = 1000 x (1 + 0,05) = 1050
o Als je het geld vervolgens voor een jaar herbelegt, wat is dan de waarde na twee jaar?
• Toekomstige waarde
• = 1000 x (1,05) x (1,05) = 1000 x (1,05)2 = 1102,50
o E = B x (1 + i)t
• E = eindwaarde of toekomstige waarde
• B = beginwaarde of huidige waarde
• i = interestvoet voor de beschouwde
beleggingsperiode
• t = aantal beleggingsperioden
• (1 + i)t = interest- of verdisconteringsfactor
o B = E / (1 + i)t
• Het principe van de samengestelde interest
2
,o Voorbeeld: bij de geboorte van zijn jongste kleindochter schenkt opa haar een initieel
kapitaal van €30.000, dat wordt belegd aan een cumulatieve jaarlijkse interest van 7%.
• Over welk bedrag zal ze kunnen beschikken wanneer ze 21 jaar wordt?
- En = (1+i)n x B met
- i = 7%
- B = 30.000
- n = 21 jaar
- En = 4,14 x 30.000 = 124.200
• Wat indien u slechts € 20.000 kunt schenken?
- En = (1+i)n x B met
- i = 7%
- B = 20.000
- n = 21jaar
- En = 4,14 x 20.000 = 82.800
• -> bepaling toekomstige waarde
o Voorbeeld 2: opa wenst dat zijn kleinzoon, die nu 10 jaar is, op zijn 21ste verjaardag over
eenzelfde kapitaal beschikt als zijn kleindochter, namelijk € 124.217.
• Welk bedrag moet daarvoor vandaag worden belegd als de interestvoet 7% is?
- B = En/(1+i)n met
- i = 7%
- En = 124.217
- n = 21 – 10 = 11 jaar
- B = 0,48 x 124.217 = 59.624,16
• Wat indien de kleinzoon reeds 15 jaar zou zijn ?
- B = En/(1+i)n
- i = 7%
- En = 124.217
- n = 21 – 15 = 6 jaar
- B = 0,67 x 124.217 = 83.225,39
• -> bepaling huidige waarde
o Toekomstige waarde van €1, belegd gedurende n jaar tegen een interestvoet van x%
o Toekomstige waarde van €1, belegd gedurende n jaar tegen een interestvoet van x%
3
, 2.2 Interestperiodiciteit kleiner dan een jaar
o Toekomstige waarde bij halfjaarlijkse interestverrekening
o Voorbeeld: deposito € 100 met 8% jaarinterest, betaald per half jaar
• E1/2 = 100 (1 + 0,08/2)1 = 104
• E1 = 100 (1 + 0,08/2)2x1 = 108,16
o Algemeen: En = B (1 + i/m)m x n met n het aantal jaren
o Interestverrekening per kwartaal:
• Na 1 jaar E1 = 100 (1 + 0,08/4)4x1 = 108,24
• Na 3 jaar E3 = 100 (1 + 0,08/4)4x3 = 126,82
o Bij een halfjaarlijkse intrestverrekening bedraagt de toekomstige waarde na 3 jaar:
• E3 = 100 (1 + 0,08/2)2x3 =
o Bij een jaarlijkse intrestverrekening bedraagt de toekomstige waarde na 3 jaar:
• E3 = 100 (1 + 0,08/1)1x3 = 125,97
o Hoe groter het aantal deelperioden per jaar, hoe groter het verschil in eindwaarde met een
jaarlijkse interestverrekening
o Toekomstige waarde bij een continue interestverrekening: En = B x ei x n
o Voorbeeld: toekomstige waarde voor een deposito € 100 met 8% interest op jaarbasis?
• In geval van continue interestverrekening: E3 = (100) x (2,71828)0,08 x 3 = 127,12
• In geval van jaarlijkse interestverrekening: E3= (100) x (1 + 0,08)3 = 125,97
o Huidige waarde met een periodiciteit kleiner dan één jaar: B = En/(1 + ei x n)
o Huidige waarde bij een continue interestverrekening: B = En/ei x n
o Voorbeeld: E3 = € 100 en i = 10%
2.3 Toekomstige en huidige waarde voor verschillende geldstromen
o In de meeste economische problemen worden geldstromen Ct (t = 1...n) ontvangen of
betaald op verschillende tijdstippen in de toekomst
• En = ∑𝑛𝑡=1(1 + 𝑖)𝑛−𝑡 ∗ 𝐶𝑡
𝐶
• B0 = ∑𝑛𝑡=1 (1+𝑖)
𝑡
𝑡
2.4 De waardering van annuïteiten en perpetuïteiten
Perpetuïteit = een oneindige reeks gelijke geldstromen
𝑪 𝟏 𝑪
o B = ∑∞ 𝒕=𝟏
(𝟏+𝒊)𝒕 =C*
∑∞𝒕=𝟏 𝒕 =
(𝟏+𝒊) 𝒊
o Voorbeeld: Wat is de huidige waarde van een jaarlijks te ontvangen bedrag van € 1000,
indien dit bedrag oneindig lang ontvangen wordt en rekening houdend met een interestvoet
van 8%?
𝐶 1000
• B= = = 12.500
𝑖 0,08
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TEWaanUA. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.