Deze samenvatting beschrijft het nieuwe Olod Constructie afwerking in het 2e jaar Vastgoed, gegeven door Michael Theyskens. Deze samenvatting bevat alle ppt's samen, alsook extra uitleg bij vele stukken. Aan het einde van de samenvatting bevinden zich examenvragen van vorig jaar. Ik heb 16/20 behaa...
Buitenschrijnwerk heeft enorme evolutie meegemaakt in geschiedenis.
→ Middeleeuwen: Smalle verticale openingen of “glas in lood”
→ Vanaf 17de-18de eeuw: Glasoppervlakte wordt groter (ruitvorm)
→ Begin 20ste eeuw: Uitvinding van getrokken glas
Venster: Element van het gebouw dat een muuropening afsluit, verzekert
verlichting en verluchting.
Vast venster: Venster zonder vleugel.
Opengaand venster: Venster met een vast kader en een vleugel.
Samengesteld venster: Venster met vaste of opengaande delen in een vast
kader en gescheiden door stijlen of dwarsregels.
Schuifvenster: Constructie met 1 of meerdere bewegende vleugels die zich
verplaatsen in het vlak van de constructie en niet geschikt voor doorgang van
personen bij normaal gebruik (schuifdeur).
Bovenlicht: Beglaasd element boven in het venster doorgaans van beperkte
hoogte, dat al dan niet kan worden geopend.
Vasistas: Kleine openvallende vleugel boven de bovendorpel van een venster of
deur.
Borstwering: Muurdeel tussen het vloerniveau en de dorpel van een venster- of
deuropening.
→ Hiervan kunnen definities op het examen gevraagd worden!
Dylan De Temmerman
,1.2 Openingswijzen
De openingswijze op plannen zijn van het perspectief binnenuit gezien:
- De beweging van de vleugel NAAR de gebruiker toe wordt aangeduid met een
doorlopende lijn.
- De beweging van de vleugel van de gebruiker WEG wordt aangeduid met een
stippellijn.
De openingswijze op plannen zijn van buitenuit gezien:
- Volle lijn = Buitendraaiend
- Stippellijn = Binnendraaiend
- Pijlen = Schuifdeur/schuifraam
1.3 Prestaties van het buitenschrijnwerk
A. Luchtdoorlatendheid
- Wordt ingedeeld in klassen van 1 tot 4 (Slecht naar best)
- Een raam aan de kust heeft een hogere klasse dan een raam in het
binnenland, dit omdat er meer wind is aan de kust.
- Vleugel en draaikipvensters hebben doorgaans betere prestaties
- Schuiframen scoren veel minder dan draaikipvensters
- Globale luchtdichtheid sterk afhankelijk van kwaliteit van de verbinding,
de uitvoering
Aandachtspunten:
- De continuïteit van de luchtdichtheidsrubbers
Dylan De Temmerman
, - De aandrukking van de luchtdichtheidsrubbers
- De afstelling van het hang- en sluitwerk
- Het aantal sluitpunten
B. Weerstand tegen windbelasting
- Welke vervorming ondergaat het raam ifv windbelasting bij druk en
onderdruk
- Hoe groter profieldiepte, hoe beter bestand tegen wind
- Hoe groter glasoppervlak, hoe slechter bestand tegen wind
C. Waterdichtheid
- In welke mate dat er water binnen komt bij toenemende druk en
toenemende beregeningstijd
D. Bepaling klasse vensters ifv
- Plaatsingshoogte boven maaiveld → Hoger = strengere klasse
- Ruwheid van het terrein → Opener = strengere klasse
Luchtdicht bouwen is ervoor zorgen dat warme binnenlucht niet naar buiten kan
en koude buitenlucht niet naar binnen. Goede ramen en deuren zijn dus
essentieel, muuropeningen moeten minstens 1cm groter zijn dan het raam voor
de bevestiging. Hoe groter het glasoppervlak, hoe dikker het glas moet zijn.
→ Deze definitie kan op het examen gevraagd worden!
1.4 Relevante wetgeving
EPB- wetgeving:
- Globaal warmteverlies door vensters, ramen nemen minder dan 10% in van de
totale gebouwschil maar zorgt toch voor 38% van het globaal verlies van
warmte.
- Beperking d.m.v. Umax → Bij vensters Umax = Uw (window), waarbij Uw bepaald
wordt door Ug (Glas) en Uf (Frame).
- Blinde gevel = Gevel zonder ramen
- Opake gevel = Blinde gevels zonder ramen of deuren in
- Transparante gevel = Wel deuren of ramen in → 6x minder goed op vlak van
isolatie.
S-peil (=schilpeil):
De energie-efficiëntie van de gebouwschil. Het vat alle energetische kwaliteiten
van de schil samen tot 1 getal. Het zegt hoe goed de schil bestand is tegen
koude dagen, maar ook of er genoeg zonnewering is op warme dagen en of de
woning een efficiënte vorm heeft. Het S-peil geldt per wooneenheid, dus voor
een appartement en niet voor een appartementsgebouw.
Dylan De Temmerman
, Brandwetgeving → Hoe hoger het gebouw hoe strenger de eisen
Brandreactieklasse (gedrag van een product, dat door zijn degeneratie een
brand waaraan het is blootgesteld voedt) uitgedrukt in:
- Brandbaarheid A tem F
- Rookontwikkeling S1 tem S3 → S3 geeft meer rook dan S1
- Brandende druppels D0 tem D2
Brandweerstand (de eigenschap van een bouwelement om bij brand gedurende
een welbepaalde tijd zijn functies te blijven vervullen) uitgedrukt in:
- Stabiliteit → R (enkel voor draagstructuren)
- Vlamdichtheid → E
- Thermische isolatie → I
Vb. Vensters met brandweerstand EI30 = Vlamdicht en thermisch isolerend voor
30 min.
→ Doorgaans hebben vloeren een REI60, dit betekent dat de vloer gedurende
60 minuten tijdens een brand stabiel blijft.
Hoe hoger het gebouw, hoe strenger de brandwetgeving ook wordt.
Akoestische norm → Impact op glastype bij een normaal en verhoogd
akoestisch comfort.
Welke eisen?
- Luchtgeluid beperken
- Contactgeluid beperken (van belang bij vensters en ventilatie)
- Lawaai van buitenaf beperken
Veiligheid en toegankelijkheid → Steeds vaker worden er groter glaspartijen
met kamerhoog buitenschrijnwerk gebouwd, als er zich glasbreuk ontstaat kan
dit gevaarlijk worden.
Ook moet er altijd gelet worden voor risico’s op vallen en verwondingen,
hiervoor is er ook een wetgeving die afhankelijk is van de valhoogte en van de
borstweringhoogte.
Alle publiek toegankelijke gebouwen moeten voor iedereen toegankelijk kunnen
zijn, zo moet er een vrije doorgangsbreedte zijn van 90 cm voor
rolstoelgebruiker.
1.5 Milieuaspecten
Dylan De Temmerman
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dylandetemmerman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.