Differentiële psychologie
Info!
- Punten bestaan uit 50% van het examen en 50% van het verslag in het WPO
- Examen bestaat uit 20 meerkeuzevragen
- Examen gaat alleen over de les en niet over de WPO’s
1.Inleiding persoonlijkheidspsychologie.
P.11-15
Klassieke theorieën
De meeste ‘grote’ klassieke theorieën vertrekken vanuit een universele benadering:
➔ Fundamentele psychologische processen en kenmerken die gelden voor alle mensen, of hoe
mensen in het algemeen kunnen beschreven worden.
➔ Voorbeeld bij Freud; Iedereen had een id, ego en een superego. Dit was de universele
benadering.
Hedendaags OZ nr de persoonlijkheid
➔ Legt meestal (i.t.t de klassieke theorieën) de nadruk op individuele en groepsverschillen (=>
niet universeel)
➔ Elke onderzoeker vertrekt vanuit zijn eigen perspectief. Elk vd bestaande perspectieven
omvat delen van de waarheid.
Het kennisdomein
➔ Is een gespecialiseerd gebied binnen de wetenschap vd psychologie v waaruit psychologen
zich richten op het leren over specifieke en beperkte aspecten van de menselijke natuur.
➔ Integratie nodig om “volledig beeld” van de persoonlijkheid te krijgen.
4. Cognitief en ervarings- 5. Sociale en culturele 6. Aanpassing
*Alleen degene in het vet worden besproken
A.Het dispositionele domein
● De aandacht wordt vooral gericht op manieren waarop individuen verschillend zijn van elkaar.
Dit domein doorkruist daardoor alle andere domeinen.
● Het centrale doel is om fundamentele disposities/trekken te identificeren (i.e. meest
belangrijke manieren waarop individuen verschillend zijn).
1
,B.Het biologisch domein
● Mensen zijn in de eerste plaats verzamelingen van biologische systemen.
● Die systemen zijn de bouwstenen voor gedrag, denken en emoties.
C.Intrapsychisch domein
● Mentale mechanismen van de persoonlijkheid, vaak niet op ‘bewust niveau’
● PH psychologie : Freud’s klassieke theorie en meer moderne benaderingen vd
psychoanalyse (onderdrukking, ontkenning, projectie etc.); Motieven voor behoeften (power,
achievement, intimacy) (TAT)
D. Cognitieve en ervaringsdomein
● Aandacht voor cognitie en subjectieve ervaringen zoals bewuste gedachten, gevoelens,
overtuigingen, verlangens
- Zelf en zelfconcept
- Streefdoelen
- Emotionele ervaringen
- Intelligentie
E.Sociale en culturele domein
● Persoonlijkheid beïnvloedt en wordt beïnvloed door cultuur en sociale contexten
● Onderzoek naar culturele verschillen tussen groepen (bv. naar agressie)
● Individuele verschillen in culturen — Hoe komt PH tot uiting in een sociale context? (centrale
vraag!)
F. Domein van de aanpassing
● PH heeft een sleutelrol bij onze manier van ‘copen’ en aanpassen aan gebeurtenissen in het
dagelijks leven
● PH staat in verband met gezondheid en staat in verband met problemen bij coping en
aanpassing
- Persoonlijkheidsstoornissen
2. Persoonlijkheidstrekken over de tijd
Stabiliteit vs Verandering
!Behoort tot het dispositionele domein
Belangrijke vragen hierbij
- Hoe evolueert persoonlijkheid doorheen iemands leven?
- Hoe stabiel zijn verschillen tussen mensen doorheen de tijd?
- Wat verandert er, wat blijft stabiel?
- Kan je van kleins af al in verschillen tussen kdn zien die voorspellend zijn voor in de volwassenheid?
❀ Examen, geen namen van personen in studies kennen
,2.1.1 Wat is persoonlijkheidsontwikkeling?
● De samenhang, consistentie en stabiliteit van eigenschappen van mensen doorheen de tijd,
EN de wijzen waarop mensen veranderen over de tijd.
● Er zijn veel verschillende vormen van zowel stabiliteit als verandering
2.1.2 Twee vormen van stabiliteit
A. Rangorde stabiliteit
B. Gemiddelde niveau stabiliteit
A. Rangorde stabiliteit
➔ Je relatieve positie t.o.v. anderen blijft dezelfde doorheen de tijd
● Bv. lengte, als je bvb bij de grotere behoorde als je 14 was kan dit erna nog steeds zo zijn.
● Bv. agressie
● Als je positie niet stabiel blijft: rangorde wijziging
B. Gemiddelde niveau stabiliteit
➔ Bevolking blijft doorheen de tijd op hetzelfde niveau, ook al wordt de bestudeerde populatie
wel ouder
● Bv. gemiddelde niveau van agressie verandert niet
Voorbeeld stabiliteit
Mohandas Gandhi (1869-1948)
➔ Officieuze leider v geweldloze opstand van Indiase volk tegen Britse koloniale heerschappij
➔ Eenvoudig, bescheiden, zelfontzeggend, verzoenend als kind en jongvolwassene
➔ Was een vd grote wereld figuren en een vd grondleggers vd moderne Indiase staat
➔ Bleef bescheiden, zelfontzeggend, verzoenend als volwassene, ondanks tumultueuze
gebeurtenissen rondom hem
➔ Werd met drie kogels vermoord in 1948 door fanatieke Hindoe
✿Voor het examen niet kennen wat Gandhi heeft gedaan maar wel dat stabiliteit bij hem past
Voorbeeld verandering
Stanley Williams
➔ Oprichter van de straatbende “Crips” in Los Angeles
➔ Verantwoordelijk geacht voor verschillende moorden en geweldplegingen
➔ Gevat en ter dood veroordeeld
➔ Ook in gevangenis mededader van geweld: gewelddadig, koel, impulsief
➔ Maar werd vanaf 1992 vreedzaam, en werd een grote activist tegen straatbendes en geweld
➔ Auteur v verschillende kinderboeken die waarschuwen vr straatbendes en geweld: vredelievend,
gewetensvol, minzaam
➔ Geëxecuteerd in december 2005
✿Hetzelfde als bij Gandhi
3
, 2.1.3 Persoonlijkheidsverandering: 2 definiërende kwaliteiten
➔ Intern: de veranderingen zijn intern in de persoon, niet uitsluitend in de omgeving (in een
andere kamer gaan is geen verandering)
● Bv. Andere omgeving, andere groep mensen, verschillend gedrag, maar intern geen
verandering:
- Autoritaire PH stijl: dominant en agressief t.o.v. minderen, onderdanig en meelopend
t.o.v. meerderen en meelopend t.o.v. meerderen
➔ Aanhoudend: de veranderingen houden aan doorheen de tijd, zijn niet tijdelijk
● Bv. Wel tijdelijk
- Als dronken: meer extravert, agressief
- Als goed nieuws: uitgelaten
- Bij slecht nieuws: somber, terneergeslagen
2. Drie niveaus van analyse
1. Populatie niveau
2. Niveau v groepsverschillen (groepen in de populatie)
3. Niveau v individuele verschillen (individuele verschillen in groepen)
1. Populatieniveau
Veranderingen of constanties (stabiliteit) over de tijd die vr ied min of meer gelden
➔ Seksuele motivatie: neiging tot stijgen tijdens de puberteit bij zo goed als iedereen
➔ Er is een algemene afname in impulsiviteit en risicogedrag naarmate men ouder wordt
DUS = algemene trends
2. Groepsverschillen niveau
Verandering of stabiliteit die specifiek of anders zijn vr bepaalde groepen mensen
➔ Puberteit: mannen (risicogedrag) en vrouwen (empathie)
➔ Cultuurverschillen: In Amerika hebben EU vrouwen meer kans op eetstoornis dan Afrikaanse
vrouwen
3. Individuele verschil niveau
Veranderingen die specifieke individuen treffen
➔ Bv. verschillen tssn individuen die bepaalde veranderingen kunnen voorspellen, zoals bv. wie
een hoog risico heeft op psychische decompensatie obv eerdere ph-metingen voorspellen, bv
vroege markers v depressie zoeken bij individuen, voorspellen wie ‘mid-life’ crisis zal hebben
etc.
2.3. Stabiliteit v persoonlijkheidstrekken over de tijd
‘Hoe stabiel zijn ph-trekken gedurende de eerste levensjaren?’
Hierbij zijn verschillende opvattingen mogelijk, bv:
● ‘Het temperamentmodel’: ph is biologisch bepaald (aangeboren en “gipsmodel”), en
verandert dus niet over de tijd.
● Ph is onderhevig aan omgevingsfactoren en leeftijdsfase factoren (rollen,
levensveranderingen, etc.), en verandert dus sterk over de tijd => eerder verandering.
✴We werken hier met rangorde stabiliteit. We zoeken hier naar posities van mensen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Psystudente12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.61. You're not tied to anything after your purchase.