Gezins -en
contextbegeleiding les 1:
inleiding
Inleiding: het gezin
Definitie:
o ‘Alle samenwerkingsvormen die een herkenbare sociale eenheid op
microniveau vormen, met al dan niet verwante personen die duurzame en
affectieve banden hebben en elkaar onderling steun en verzorging verlenen.’
Herkenbare sociale eenheid; leden vh gezin tonen op verschillende
manieren dat ze bij elkaar horen bv. hand van kind vasthouden-,
aanspreking mama/papa-, manier waarop communiceren/interactie,…
Al dan niet verwante personen: wel of niet aangeboren familie
Duurzame en affectieve band; langdurig-, gaat niet zomaar kapot-,
emotie-, liefde-, steun-, knuffelen-,…
Onderling steun en verzorging verlenen; belangrijkste kenmerk!
onvoorwaardelijk-, helpen met keuzes maken-, financiële steun-,…
Definitie Van Dale:
o Ouders met hun kinderen / vrouw of man en kinderen
o gaat om minimaal 2 generaties en bloedverwantschap / toont het aan dat
ook éénoudergezinnen als ‘volwaardige’ gezinnen beschouwd worden en
bloedverwantschap niet noodzakelijk is
Engelse definitie niet vanbuiten leren!
o Gezin: kerngezin ; familie: meer uitgebreid
o Engels: immediate family (gezin) en family (uitgebreide familie)
Mogelijke gezinsvormen:
o Kerngezin (2 ouders en eventuele nakomelingen)
o Eenoudergezinnen
o Alleenwonenden (eenpersoonsgezin)
o Nieuw samengestelde gezinnen
o Latrelatie gezinnen (relatie maar apart wonen - LivingApartTogether)
o LTA-gezinnen (geen relatie meer, wel samen wonen - LivingTogetherApart)
o Uitgebreid gezin (kerngezin + iemand erbij bv. oma/nichtje)
o Adoptiegezinnen
o BOM/BAM= bewuste alleenstaande/ongehuwde moeder
o Polygaamgezin: meerdere partners
, o Mikadogezin (kinderen met verschillende partners; halfbroers/zussen)
o Pleeggezinnen (tijdelijk kinderen opvangen)
o Holebigezin/homo-ouderschap (2 personen van hetzelfde geslacht)
o Co-ouderschap (samen opvoeden, al dan niet gescheiden)
De geschiedenis vh gezin:
o Dé geschiedenis bestaat niet!
o Invloed vanuit religie/politiek/maatschappelijke beeldvorming;
religie: kinderen na trouwen-,…
politiek: eenkindspolitiek in China-,…
maatschappelijke beeldvorming: vroeger veel kinderen vr financiële steun
(gemiddeld 8 – nu 2)-, holebikoppels die ook ouders kunnen worden-, vroeger
was de vader de baas-,…
o Periode 1: typische gezinsbeeld met vader als kostwinner en moeder als
opvoeder/huisvrouw gezinnen goed= samenleving goed ; overheersende
christendom met pastoor als grote baas
gezin is hoeksteen vd samenleving
o Periode 2: na oorlog en economische crisis wederopbouw vd samenleving
stilaan meer aandacht voor gezinsbeleid met vooral aandacht voor een goede
huisvesting en toereikend gezinsinkomen (uit armoede krijgen voor bloeiende
maatschappij etc) ; eerste allochtoongezinnen + gastarbeiders uit het
buitenland
gezin in wederopbouw
o Periode 3: bredere gezinsondersteuning + ontstaan van theorieën ; veel
verandering omtrent wat een gezin is (minder stereotiep) door de seksuele
revolutie en de emancipatie – bv. mama’s die ook gaan werken,
eenoudergezinnen, lat-relaties, meer allochtone gezinnen, holebi,…
gezin onder druk
o Periode 4: volop ontwikkeling vd gezinsvormen etc + kleine terugkeer (we
missen hetgene dat zo belangrijk is aan een gezin ‘thuishaven/veilige basis’ =
belang vh gezin proberen terugkrijgen gezinsvervangende hulpverlening)
vanuit politieke en maatschappelijke hoek terug aandacht voor het gezin,
omwille ve stijgende jeugdcriminaliteit en gewelddadige incidenten waarbij
jongeren daders-en slachtoffers zijn
gezin terug een hoeksteen?
o Kort gezegd:
Periode 1: religieuze periode
Periode 2: ondersteuning gezin, heropbouw
Periode 3: losbolliger/nieuwe gezinsvormen dr seksuele revolutie
, Periode 4: terugkeer naar veilig gezin
Verschillen tussen gezinnen:
o Leeftijdsverschillen tussen kinderen
o Andere thuisregels/afspraken
o Affectie (afstand-nabijheid)
o Openheid (privacy)
o Onderlinge communicatie
o Al dan niet het hebben van inspraak
o Gezinssamenstelling
o …
o =gezinskenmerken
Socio-demografische kenmerken: ‘feiten’; grootte/woonplaats/…
Cultuurpedagogische kenmerken: ‘sfeer’; feestje/tradities/waarden/…
Affectieve kenmerken: interactie/omgang/aanspreking/…
Family centered model
Ruwe indeling:
o Contextbegeleider(kind): focust op het kind/de jongere en zijn context
bv. huiswerkbegeleiding
o Gezinsbegeleider(gezin): ouders als primaire invalshoek, gezin als geheel
bv. kind met beperking wil op kamp met Chiro
Contextbegeleider Gezinswerker
gericht op het kind/jongere in zijn primaire invalshoek= de ouders
context
Praktisch pedagogisch advies en begeleiding Permanente vraagverduidelijking en
zorgafstemming
Modelling Expert ivm gezinsondersteuning in
team en beleid
Ondersteuning v kind/jongere Informatie geven over impact
beperking (ook CB) hier eerder
accent op inspelen op de beleving bij
de ouders
Inclusie ondersteunen: informeren en Administratieve regelingen: kostprijs,
ondersteunen v andere contexten buiten aanvragen regelen, informatie en
het gezin administratie sociale voorzieningen
Ondersteunen bij het toepassen van …
vaardigheden in andere contexten
Informatie geven over impact beperking
(ook GW) hier eerder gericht op hoe
ermee omgaan, jongeren willen weten waar
, ze aan toe zijn; jongeren sparen hun ouders
…
Taken contextbegeleider Taken gezinswerker
Huiswerkbegeleiding Begeleiden v relatieproblemen bij ouders
Slaapritueel installeren bij jongen met GES Contact leggen met budgetbegeleider vh
OCMW
Contact leggen met een jeugdbeweging samen Uitzoeken v tegemoetkomingen
met jongere met ASS
Ondersteunen vd broer-zus relatie ahv Regelen v deelname aan kampen
spelletjes
Eerste contacten begeleiden ve slechthorende Aanvragen v aangepaste hulpmiddelen
jongere met een schaakclub
Stokloopbegeleiding bij een blind meisje
In de praktijk is er natuurlijk een grijze zone! Overleg tussen beiden is uiterst belangrijk!
De eerste indruk:
o Belangrijk want er zijn 2 verschillende vormen van kennis aanwezig tijdens
deze ‘samenwerking’; nl. van de ouders -en van de deskundige (GB)
o Uzelf proberen openstellen/voorstellen/contact leggen/…
o Begroeting, drinken aanbieden,… willen ze dit wel? Ben ik welkom?
o Interactie ouders-kinderen beeldvorming/observatie
o ‘De essentie van een kop koffie’
Basismodel: goede relatie uitbouwen
o Volwaardig partnerschap: iedereen gelijkwaardig id relatie
o 1. Family-centered werken
o 2. Hulpverleningsprincipes vh family-centered model
Professionally centered model:
o ‘Expert-model’
o Hulpverlener staat centraal en neemt de leiding
o Afhaken en frustraties door de superioriteit tov de hulpverlener
o Ouders beginnen te twijfelen aan hun eigen deskundigheid; dit ondermijnt
hun zelfwaardering en zelfvertrouwen, met alle gevolgen van dien…
o Kijkt enkel met zijn/haar eigen ogen
o Groot gevaar: de ja-knikkers
Family centered model:
o Gezinsbegeleider als ‘instrument van het gezin’
o Ouders krijgen de kans hun mening te geven en worden beluisterd
o Je krijgt meer informatie en kan daardoor beter begeleiden
o Open vizier! Circulaire causaliteit! Equifinaliteit!
o Vertrekt vanuit de waarneming van de ouders
, o Belangrijk groot gevaar: luisteren naar hoe ze er zelf in staan!
o Belangrijke aandachtspunten volgens Dany Baert:
GB laat zich niet leiden door een ‘blame-the-mother’ ideologie, maar
probeert zich te verdiepen in de wijze waarop de ouders al het
mogelijke doen om hun kinderen zo best mogelijk op te voeden
GB beseft dat de ouders met wie hij/zij werkt zichzelf meestal als
machteloos ervaren
GB realiseert zich wat het is te moeten ervaren dat je als ouders geen
resultaat meer bekomt, dat je eigen handelen geen verschil maakt
GB werkt niet met intentionele theorieën, maar schenkt aandacht aan
de essentieel verschillende invalshoeken die samenhangen met het
verschil in positie tssn ouders en hun leefwereld & deskundigen in hun
werkcontext
GB denkt niet lineair-causaal en verklaart problemen v kinderen niet
als een gevolg vd aanpak vd ouders, maar werkt met een bredere
focus en houdt er rekening mee dat kinderen door veel meer
beïnvloedt worden dan alleen hun ouders, en dat ditzelfde geldt voor
ouders die ook door veel meer beïnvloed worden dan bv. hun jeugd
Wat moet wél?:
o Open blik hebben (eigen expertise langs de kant schuiven)
o Verschillende partijen bevragen
o Circulaire causaliteit; oorzaak-gevolg-oorzaak-… (≠ lineair)
o Equifinaliteit; 1 oorzaak kan verschillende gevolgen hebben en omgekeerd
o luisteren naar de ouders en hun zelf oplossingen laten bedenken
Parallelproces id begeleiding:
o Proces in 2 delen/aspecten ‘2 gezichten’ hebben als hulpverlener (1=
expertise, 2= relatie/welzijn) =2 blikken; belangrijkste= relatie/welzijn
o Vliegertje; als HV hebben we kennis die we willen uitproberen en deze
kunnen we als ‘vliegertje’ naar hun smijten. Opties ouders: vliegertje vangen
en zeggen ja! OF vliegertje laten passeren want het is te vroeg
Breder verklaren:
o Homeostase= evenwicht is moeilijk om te veranderen; vraagt veel energie
, Hulpverleningsprincipes family-centered model:
o Hulp richt zich op de behoeften en vragen van het hele gezin:
Vragen nr probleem + doel en dit blijven opvolgen + rekening mee
houden luister heel goed en wees alert voor omwegen/pijlers!
Wees voorbereid op volgende thema’s:
Vragen mbt het emotionele welzijn vd ouders
Vragen over het opvoeden ve kind met een beperking
Vragen over het gedrag vh kind
Vragen over de beperking en de ontwikkeling vh kind
Vragen over de hulpverleningswereld
Vragen over relaties, zowel binnen als buiten het gezin
o De hulp sluit aan bij de sterke kanten vh gezin en maakt het gezin sterker:
Altijd kijken en inzetten op sterke kanten; 1 sterkte dat steeds
aanwezig is= het feit dat de stap tot hulpverlening is gezet –
empowerment betekent niet dat de cliënt zelfredzaam moet worden;
maar het ‘samen’ doen
Verschillende mogelijke gezinskwaliteiten:
Gezinsinteracties als kwaliteit
Gezinswaarden en gezinsnormen als kwaliteit
Veerkracht van het gezin als kwaliteit
Het kunnen en kennen als kwaliteit
o De hulp is gericht op het uitbouwen en verstevigen van het netwerk:
Informeel (bv. vrienden) én formeel (bv. organisaties zoals LUS VZW)
Aert zijn voor signalen!
o Een goede relatie tussen gezin en hulpverlener is belangrijk:
Probeer niet te snel te gaan; neem de tijd
Volwaardig partnerschap: gedeelde verantwoordelijkheid en
gezamenlijk doel – 6 domeinen voor het realiseren ve partnerschap:
Communicatie
Vertrouwen
Respect
Engagement en betrokkenheid
Gelijkwaardigheid
Vaardigheden
,Besluit
Contextbegeleider – kernopdracht:
o Neemt de ondersteuning en begeleiding vh gezin en de context op zich
doorheen het hulpverleningstraject
o Werkt voor de begeleiding vh gezin en de context in tandem met individuele
begeleider-opvoeders die zich focussen op de jongere
Contextbegeleider – profiel:
o Beschikt over theoretische en praktische kennis v gezinssystemen
o Kan kennis omtrent ouderlijke vaardigheden, systeemtheoretische en
contextuele aanpak aanwenden in de gezins -en contextbegeleiding
, GECB les 2: Algemene
Systeemtheorie
Verhaal Marcus: met welke bril kijken we
hiernaar?
‘Boevengedrag’ Marcus is abnormaal volgens school en komt wss door gedragsstoornis
Vroegste geschiedenis (psychosociale) hulpverlening: accent op behandelen vh individu
opsporen ‘pathologie’ en deze vervolgens behandelen om op te lossen/verminderen
o = medische manier van denken
o Ook id sociale wetenschappen lang stand gehouden! + bestaat nog steeds, nl. op
basis v waarneembaar gedrag bij het individu een probleem definiëren om nadien op
te lossen
o Afhankelijk vh gehanteerde theoretische model, zocht men de oorzaak id
vroegkinderlijke ervaringen vd betrokken persoon (psycho-analytisch model)-, in
aangeleerd gedrag (behaviourisme)-, in een tekort aan zelfwaardering
(humanistische psychologie) -of in een stoornis (psychopathologie)
Vanaf ’50 id vorige eeuw verandering: meer aandacht voor de context/omgeving vd cliënt!
o Belangrijk om ook de personen die de meeste invloed hebben, mee te behandelen
o Probleemgedrag is altijd een interactieprobleem, en de oorzaken liggen niet alleen
bij individu zelf -> gedrag wordt uitgelokt en verminderd/geëscaleerd door omgeving
o Individu is wél verantwoordelijk voor eigen gedrag want: bepaalt zelf hoe hij zal
reageren op prikkels vanuit de omgeving en welk gevolg hij zal geven aan hen
o = systeemtherapie
Gedrag beter leren begrijpen:
o Weten hoe het wordt uitgelokt-, waar -en wanneer het voorkomt + waar/wnnr niet
o Kijken hoe anderen op dat gedrag reageren + wat de gevolgen daarvan zijn
o Probleemgedrag is het resultaat ve interactie!
,Geschiedenis vd Algemene Systeemtheorie
Bioloog Ludwig Von Bertalanffy:
o Ontwikkeld id jaren ’40 vd 20e eeuw een nieuwe benadering die zich afzet tegen de
mechanistische visie (levend organisme herleiden tt elementen) lineair-causaal
denkmodel= om een probleem op te lossen moet men eerst de oorzaak kennen
(uitlokkende factor)
o Uitgangspunt Bertalanffy: beschouwde mechanisme als een georganiseerd geheel;
een gestalt een geheel-is-meer-dan-de-som-van-de-delen
= objecten in een breder kader (hun context) plaatsen -> ‘breed’ zien= meer zien
o 10jaar later: verbreden oorspronkelijke biologische theorie tot een principe dat
bruikbaar is in ALLE wetenschappen, namelijk de Algemene Systeemtheorie
Amerikaanse cultureel antropoloog Bateson:
o 1965 eerste artikel waarin de oorzaken v bepaalde vormen v disfunctioneren v
mensen niet binnen het individu zelf worden gezocht, maar binnen hun omgeving
(=systeem) = start/fundament vh systeemtheoretisch denken id sociale wetensch.
Paul Watzlawick:
o In 1967 in NY een boek dat heel belangrijk is geweest vr de verspreiding vh
systeemtheoretisch gedachtegoed naar West-Europa
o Vertaling in Nederlands v dit boek in 1970 = introductie AST in onderwijs +
hulpverlening is Vlaanderen en Nederland
Systeemtheoretische stroming = Palo Alto School:
o Omdat Bateson-, watzlawick -en andere pioniers vd AST allemaal verbonden waren
een het Mentel Research Institute in Palo Alto in Californië
Toepassing AST in gezinnen:
o Oorzaken v gedragingen worden niet meer in de persoon zelf gelegd, maar wel in de
werking vh systeem en de wisselwerking tussen personen
o Mensen werken samen opdat de dingen lopen zoals ze lopen= de-individualiserend
karakter vd AST
, Het begrip ‘systeem’
Definitie van ‘systeem’:
o ‘Een systeem is een samenstel v elementen dat als geheel functioneert door de
onderlinge afhankelijkheid vd elementen en dat door de betrokken elementen
bepaalde functies vervult’ – (Willemse)
o Kern systeem= de onderlinge relaties; de betrekkingen die de onderlinge elementen
met elkaar onderhouden
o In systeemtheorie hebben we aandacht voor:
De wisselwerking tussen een persoon en zijn sociale context
De interpersoonlijke processen, naast de blijvende aandacht voor het
individu en diens innerlijke processen
Het leren zien en herkennen van ‘systeemeigenschappen’ v interacties die
bepalend zijn voor de wisselwerking en de samenhang tussen de
gedragingen v mensen
De voortdurende invloed v actuele omstandigheden en interactieprocessen,
genoemd het ‘hier en nu’; bij actuele conflicten ve individu
Grenzen rond en in het systeem:
o Systeem= in zekere mate afgegrensd vd achtergrond of de omgeving (open/gesloten)
o Omgeving=
Het samenstel v alle objecten buiten het systeem die -wanneer hun
kenmerken veranderen- van invloed zijn op dat systeem
Het samenstel v alle elementen buiten het systeem waarvan de kenmerken
worden veranderd door het gedrag van het systeem
o Open systeem: staat in relatie tot de omgeving
= sociale systemen (maar openheid buitengrenzen kunnen sterk variëren)
bv. sommige gezinnen leven ruimtelijk geïsoleerd, anderen kiezen bewust
o Gesloten systeem: staat niet in relatie tot de omgeving
Omgeving heeft geen enkele invloed op wat in een gesloten systeem gebeurt
Bv. een proefbuisje
o Interne grenzen in het systeem: zorgt voor het ontstaan van subsystemen
Bv. het ouder-subsysteem versus het kind-subsysteem, partner-subsysteem
o Veel belang aan grenzen rond en in het systeem!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kayleyxdepoorter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.72. You're not tied to anything after your purchase.