• Te onderscheiden in 2 soorten stelsels:
o Centrale zenuwstelsel:
▪ Alles binnen de schedelholte en het ruggenmergkanaal
• Cerebrum (grote hersenen) (1)
• Cerebellum (kleine hersenen) (2)
• Hersenstam bestaande uit 3 delen (zie verder)
• Medulla spinalis (ruggenmerg) (3)
o Perifere zenuwstelsel:
▪ 31 paar (links en rechts) spinale zenuwen
▪ 12 paar craniale zenuwen
▪ Kunnen perifere ganglia bevatten
Ruggenmerg en de spinale zenuwen:
• Langwerpige, cilindrische structuur die begint in het foramen magnum
o Daalt af in canalis vertebralis
• Zoals op afbeelding te zien is, eindigt deze op het niveau van lumbale
wervels 1 en 2
o Door discongruentie van de groei
▪ Wervelkolom zal sneller groeien dan het ruggenmerg
o Spitse uiteinde is de conus medullaris
▪ Verbonden met 1 mm brede celstreng, het filum terminale (verbonden met
C1)
• Ter hoogte van de arm:
o Er zal een plexus brachialis (4) zijn
o Verzameling van zenuwbundels die de motorische en sensorische functies van de
arm voorzien
• Ter hoogte van de thorax:
o Spinale zenuwen verlopen segmentair
• Ter hoogte van onderste deel van de rug:
o Er zal een plexus lumbosacralis (5) zijn
o Verzameling van zenuwbundels die de motorische en sensorische functies voorzien
van het onderste lidmaat
• Spinale dura
• Spinale arachnoidea
• Spinale pia
Neuroanatomie
, 2
Ruimtes van de medulla spinalis:
• Epidurale ruimte:
o Tussen periost en buitenzijde dura
• Subdurale ruimte:
o Tussen binnenzijde dura en arachnoidea
• Subarachnoïdale ruimte:
o Tussen arachnoidea en pia mater
o Ruimte met CSF
Cauda equina:
• Spinale zenuwen vormen vanaf L2 een soort paardenstaart rond het filum terminale
• Hangt vrij in de met cerebrospinaal vocht gevulde subarachnoïdale ruimte
Ruggenmerg (schijf):
• Substantia grisea (grijze stof) (1):
o Opeenhoping van neuronen in
het midden van het
ruggenmerg
• Substantia alba (witte stof) (2):
o Bevat de uitlopers van de
zenuwcellen (de axonen)
• In grijze stof kunnen we delen
onderscheiden:
o Delen van het willekeurig
zenuwstelsel:
▪ Cornu ventrale (3)
▪ Cornu dorsale (4)
o Delen van het autonoom
zenuwstelsel:
▪ Cornu laterale (5)
Cornu ventrale:
• Hieruit vertrekken de algemene somatische (huid) of viscerale (orgaan) efferente (weg van)
vezels
o Deze zijn verantwoordelijk voor de motoriek
o Ze vertrekken in een radix ventralis (ventrale wortel)
• Ze splitsen zich verder in de ramus ventralis of de ramus dorsalis
o Beide kunnen motorische en sensorische vezels bevatten
o Ramus ventralis; zorgt voor bezenuwing van de buikspieren
o Ramus dorsalis; zorgt voor bezenuwing van de rugspieren
Neuroanatomie
, 3
Cornu dorsale:
• Hierin komen de algemene somatische en viscerale afferente (naar toe) vezels
o Deze zijn verantwoordelijk voor de sensorische functies
o Ze zijn gebundeld in een radix dorsalis
• Cellichamen van deze vezels vinden we terug in een dorsal root ganglion
o Hier krijgen ze de informatie van overal binnen
• Splitsen zich verder in de ramus ventralis of de ramus dorsalis
Cornu laterale:
• Vooral aanwezig van T1 tot L2
• Opeenhoping van efferente vezels met als doel om naar organen te gaan
o Gaan niet in 1 keer naar orgaan ze moeten omgeschakeld worden van
preganglionaire vezels naar postganglionaire vezels
o Ook wel nucleus intermediolateralis genoemd
• Schakeling gebeurt in de truncus sympathicus
o Hier komen ze toe via de witte ramus communicans
o Ze verlaten de truncus via de grijze ramus communicans
• Vezels kunnen verder verspreid worden via splanchnische of spinale zenuwen
Anatomische richtingen:
• Superior of inferior:
o Naar boven of naar onder
o Synoniem aan dorsaal en ventraal in de schedel
• Rostraal of caudaal:
o In de richting van het hoofd of de staart
• Anterior of posterior:
o Naar voor of naar achter
o Synoniem aan ventraal en dorsaal in de thorax
• Ventraal of dorsaal:
o Naar de buik of naar de rug
Coronale vlakken:
• Horizontale doorsnede (A)
• Transversale of coronale snede (B)
• Mediosagittale snede (C)
• Axiale snede:
o Snede van lateraal boven naar de buitenste
gehoorgang
o Met andere woorden, scheef
Neuroanatomie
, 4
Centraal zenuwstelsel:
• Cerebrum bestaat uit 2 grote delen:
o Telencephalon
o De tussenhersenen (diencephalon)
▪ Ligt tussen de 2 telechephalons
▪ Het bevat veel vitale functies
• Cerebellum
• De hersenstam bestaat uit 3 delen (van rostraal naar caudaal):
o Mesencephalon
o Pons
o Medulla oblongata
▪ Gaat over in het ruggenmerg ter hoogte van het foramen magnum
• Medulla spinalis
Autonoom zenuwstelsel:
• Het niet-willekeurig stelsel, onder te verdelen in 2 soorten:
o Parasympathisch; maximaal actief bij ontspanning
o Orthosympatisch; maximaal actief bij fight-or-flight reactie
o Afhankelijk van situatie/toestand kan de ene de overhand nemen
• Er is nog een derde soort, onafhankelijk van de andere 2:
o Enterisch:
▪ Coordineert de motoriek en secreties van het spijsverteringsstelsel
▪ Waarom apart?
• Darm is vrij ongestoord en zal dus onafhankelijk werken
Ventrikels:
• Binnen in de hersenen bevinden zich meerdere holtes
o Vorming van cerebrospinaal vocht
• Linker (1) en rechter (2) lateraal ventrikel
o Respectievelijk in linker en rechter cerebrale
hemisfeer
o Bestaande uit:
▪ Cornu anterior (meest rostraal gelegen)
▪ Body
▪ Cornu inferior (deel van de ventrikel dat naar
‘beneden’ helt)
▪ Cornu posterior
• Derde ventrikel (3)
o Te vinden in de diencephalon
• Vierde ventrikel (4):
o Te vinden op de achterzijde van de pons en medulla van de hersenstam
o Zelf bedekt door het cerebellum
• Aqueductus cerebri Sylvii (5):
o Verbindt het derde en het vierde ventrikel met elkaar
• Foramen intraventriculare van Monroe (6):
o Verbindt de 2 laterale ventrikels met de derde ventrikel
Neuroanatomie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dedeny. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.28. You're not tied to anything after your purchase.