HET VESTIBULAIRE SYSTEEM
COMPONENTEN EN FUNCTIES VAN HET VESTIBULAIR SYSTEEM
Verwerking
Input Output & functies
(Integratie)
Labyrint in het binnenoor Cerebellum Posturale controle
Vestibulaire
Visus Blikstabilisatie
kernen
Vegetatief stelsel en autonome functies
Proprioceptie Cortex
(zweten, braken)
Andere: exteroceptie, Formatio Oriëntatie en navigatie
geluid en gravireceptoren reticulatio Circadiaans ritme
PROPRIOCEPTIE
De proprioceptie bestaat uit:
- Positiezin
- Bewegingszin
Onderzoeken/assessment:
- Mirror movements (spiegelen)
- Thumb finding test
- Repositioneringstest
LABYRINTH
Het vliezige labyrinth bestaat uit 5 sensoren die informatie geven over (3 type info):
1) Positie van het hoofd in de gravitationele ruimte
2) Lineaire versnellingen van het hoofd
3) Rotatoire versnellingen van het hoofd
Onderzoeken/assessment:
o Bedside tests (clinical)
• Head Impulse test
• Head Shaking test
• Dix-Hallpike test
o Vestibular function tests
• Binaural Bithermal Caloric test
VISUS
We onderscheiden 3 belangrijke functies van onze visus:
- Scannen van de omgeving om obstakels te vermijden
→ Belangrijk aspect van feedforward
- Positie van ons lichaam, ledematen en bewegingen t.o.v. vaste objecten
→ Detectie van eigen beweging tov stilstaande objecten (vb: hoogtevrees)
- Visuele oriëntatie
→ = Een verticaal referentiekader
1
,NEURO 3
SCANNEN VAN DE OMGEVING OM OBSTAKELS TE VERMIJDEN
Onderzoeken/assessment van de visus en de oculomotorische vaardigheden bij het bewaren van het
evenwicht:
o Visie
• Gezichtsscherpte: Verschillende optotypes kunnen worden gebruikt (Snellen-kaart
(E), Landolt C, Bailey & Lovie-kaart,...)
• Contrastgevoeligheid, herkenning van de voorgrond, diepte waarneming,..
Bailey & Lovie Chart
Op elke lijn zijn er 5 letters. Na test wordt logMAR score berekend. Men
heeft een normale visus indien men voorlaatste streepje behaald
o Gezichtsvelden
• Confrontatietest (screening op (grove) gezichtsveldafwijkingen)
• Betekenis van gezichtsveldafwijkingen
o Oculomotorische vaardigheden
• Vloeiende oogbewegingen
• Saccades = snelle oogbewegingen
▪ Het snel kijken van 1 target naar de andere
• Vestibulo-oculaire bewegingen CAVE: vergeet niet:
• Vergentie (divergentie en convergentie) ‘hemispatieel visueel neglect’
POSITIE VAN LICHAAM,… TOV VASTE OBJECTEN
Informatie over eigen snelheid ten opzichte van ‘vaste’ objecten
- Zowel centraal (projectie object wordt groter op netvlies) als perifeer (optic flow) visus
→ Neiging om als passagier in een snel rijdende auto te willen remmen
→ Indien niet werkend: bijv. kop-staartbotsingen
- Schatting van de eigen houdingszwaai ten opzichte van een vast referentiepunt
→ Hoogtevrees
VISUELE ORIËNTATIE (VERTICAAL REFERENTIEKADER)
= Correcte perceptie van wat verticaal, horizontaal of orthogonaal is
Beoordeling van de perceptie van verticaliteit door:
- Foto’s (aanduiden welk object volledig verticaal is) → wordt niet gebruikt in klinische setting
- Subjective Visual Vertical (SVV) test
→ Er wordt een laserstraal in complete duisternis op een muur
geprojecteerd. De patiënt heeft een afstandsbediening en moet de
straal verticaal proberen te zetten.
→ Start positie hoofd 5,10 of 20° inclinatie naar links of rechts
→ De uitkomst wordt geëvalueerd, het kan ook interessant zijn de
hoofdbewegingen van de patiënt te bekijken.
→ Foutenmarge van 1° is toegelaten
ANDERE SENSORISCHE INPUT
Exteroceptie (lichte aanraking)
Graviceptoren
Geluid
Kan interfereren met de interpretatie (geluid als oriëntatiebron) van klinische evenwichtstests zoals
Marche en étoile / Fukuda))
2
OUTPUT
Vanuit het labyrint kan er via het Centraal zenuwstelsel info doorgestuurd worden waardoor volgende
outputs tot stand kunnen komen:
- Vestibulo-oculaire reflex → Blikstabilisatie
- Vestibulo-thalamo-corticale projecties → Oriëntatie en navigatie
- Vestibulo-spinale reflex → Posturale controle
- Vestibulo- Autonome interactie → Autonome functies (vb homeostase)
→ Circadiaans ritme (dag/nacht ritme)
Taken vestibulair systeem:
- Blikstabilisatie (gaze stabilisation) door de Vestibulo-Oculaire Reflex (VOR)
- Oriëntatie en navigatie
- Posturale controle (balans) door het Vestibulo-Spinale Reflexsysteem (VSR)
- Autonome functies zoals hart- en ademhalingsfrequenties, bloeddruk...
- Circadiaans ritme
3
,NEURO 3
Vestibulum (statolietorganen) 3 semicirculaire kanalen
Bestaande uit:
Elk kanaal heeft een breder punt dat we de
- De saculus welke verticaal georiënteerd is
ampula noemen
- De utriculus welke horizontaal georiënteerd is
ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN HET VESTIBULAIR SYSTEEM
HET LABYRINT (LABYRINTH)
Het labyrint is het perifere evenwichtsorgaan, gelegen in het binnenoor
t.h.v. het temporaal bot van de schedel.
De 3 functies van het labyrint:
1. Positie van het hoofd in de gravitationele ruimte bepalen
2. Lineaire versnellingen (accelerations) detecteren
3. Rotatoire versnellingen detecteren
We onderscheiden 2 grote compartimenten:
Het is ongeveer 8mm op 5mm groot
Anatomisch kunnen we volgende 5 sensoren onderscheiden in het labyrint:
Benige labyrint (bony labyrinth) Vliezige labyrint (membraneous labyrinth)
Bevindt zich in het perilymfe van het benige
Gelegen in een holte (cavity) van het os
labyrint en is gevuld met endolymfe (=
temporale, het is gevuld met perilymfe
binnenvloeistof). Rondom bevindt er zich
(=buitenvloeistof)
‘connective tissue’
De afstand tussen de linker en rechter labyrint is 8 cm.
SEMICIRCULAIRE MEMBRANEN
De benaming van de semicirculaire kanalen kan wijzigen, afhankelijk van de
literatuur:
Anterior canal Posterior kanaal Horizontal canal
Superior canal Inferior canal External of lateral canal
Crus communis = common canal
Oefeningen:
1) Als je left posterior canal in ‘the plane of the movement (vlak van de
beweging)’ wil brengen, naar waar en hoeveel moet je hoofd draaien?
→ Dan moet je hoofd 45° naar links draaien
2) Bij beweging in het frontale vlak: als je left posterior canal in the plane of the movement wil brengen
wanneer de patiënt in zijlig is, naar waar hoofd draaien?
→ 45° naar rechts draaien
AMPULLA
Elk semicirculair kanaal beschikt over een verwijding dat de ampula wordt genoemd.
De ampulla bestaat uit:
o Ondersteunende cellen (Supporting cells)
o Crista ampularis (Haarcellen): Elke haarcel bestaat uit:
• Eén lang kinocillium
• Meerdere kleinere sterocillia
• Tip links
o Cupula: Een gelatineuze massa die de haarcellen omgeeft en de ampulla in 2
delen opsplitst:
• De densiteit van de cupula is dezelfde als de omgevende endolymfe
vloeistof.
• Hierdoor kan de cupula niet door zwaartekracht worden beïnvloedt,
maar wel door de flow van het endolymfe.
5
,NEURO 3
Functie van de ampulla:
Beweging van de endolymfe vloeistof zal de cupula doen bewegen waardoor rotationele versnellingen
kunnen worden gedetecteerd. (De haarcellen zorgen voor de detectie van de beweging).
→ Het is dus ‘a sensory organ’
Er zijn verschillende:
- Crista ampullaris (Type I en II)
- Afferents (afferente zenuwen)
→ Calix shaped and dimorphic forming both calix and bouton terminals
→ Regular and irregular afferents
→ Detection thresholds
Crista ampullaris
Hebben mechanically-gated ion channels.
- Stereocilia die buigen naar kinocilium veroorzaken
depolarisatie die de impulsfrequentie verhoogt
- Wanneer ze weg buigen van kinocilium veroorzaken
ze hyperpolarisatie wat leidt tot een afname van de
stimulusfrequentie
Voor elke crista zijn alle haarcellen op dezelfde manier
gerangschikt (stereocila altijd aan dezelfde kant van het kinocilium)
waardoor een uniform signaal ontstaat na een hoofdbeweging.
Excitatie of inhibitie van deze haarcellen is afhankelijk van de richting
van de bewegingsrichting van het hoofd en de endolymfe flow:
- Wanneer de steriocillia richting het kinocillium bewegen krijgen
we excitatie
- Wanneer de steriocillia weg van het kinocillium bewegen krijgen
we inhibitie
Dit betekent voor de horizontal canals:
- Een ampullapetale endolymfe flow (in de richting van de ampulla) resulteert in excitatie
- Een ampullafugale endolymfe flow (weg van de ampulla) resulteert in inhibitie
OTOLITH ORGANS (SACCULUS AND UTRICULUS)
De utriculus en saculus hebben min of meer dezelfde structuur als de ampula:
o Ondersteunende cellen
o Haarcellen: Elke haarcel bestaat uit uit één lang kinocillium en meerdere kleinere sterocillia
o Gelatineuze massa
o Otoconia die zich op de gelatineuze massa bevinden: Deze otoconia zijn zwaarder dan de
gelatineuze massa en de endolymfe flow waardoor deze wel afhankelijk zijn van de
zwaartekracht!
6
, NEURO 3
Oriëntatie:
De utriculus en saculus staan in 90° t.o.v. elkaar:
Saculus Utriculus
60° neerwaarts getild met het horizontale vlak 30° opwaarts getild met het horizontale vlak
Detecteert op-en neerwaartse lineaire Detecteert voor-achterwaartse lineaire
versnellingen versnellingen
Functie otolith organs:
De otolieten (= otoconia, = statoconia)
zijn zwaarder in vergelijking met de
omringende endolymfe. Door de hechting
van de otoconia wordt de macula
zwaartekrachtafhankelijk. Zowel utriculus
als sacculus zijn sensoren die gevoelig zijn
voor zowel de positie van het hoofd in de
zwaartekrachtruimte EN lineaire
versnellingen (vliegtuig, lift).
Niet alleen gevoelig voor translatie maar
ook kanteling van het hoofd en effect van
de zwaartekracht
Bevloeiing en bezenuwing:
Het labyrint wordt maar door één kleine arterie van bloed voorzien.
De bezenuwing gebeurt door craniale zenuw XIII (n.
vestibulocochlearis). De n. vestibularis bestaat op zijn beurt uit een
superior en inferior gedeelte.
N. vestibularis pars superior N. vestibularis pars inferior
Horizontaal en anterieur kanaal Posterieur kanaal
Utriculus Saculus
VESTIBULAR CONNECTIONS (VESTIBULAIRE KERNEN/NUCLEI)
De n. vestibularis zal richting de vestibulaire kernen verlopen (=primaire integrator).
Vanuit de vestibulaire kernen zijn er enkele belangrijke connecties:
o Vestibulo-oculaire connecties/reflex (VOR)
• N. oculomotorius III, n. trochlearis IV, n. abducens VI
• Innervatie van de externe oogmusculatuur, wat van belang is bij bv. nystagmus (zie
verder) = nystagmoïd ocular movements
▪ Horizontal/vertical/rotational nystagmus
o Vestibulo-spinale connecties/reflex (VSR)
• Tractus vestibulospinalis lateralis → lower extremities
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller valeriemooens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.70. You're not tied to anything after your purchase.