Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Premaster Accountancy
Auditing Theory (ACBAUTY10)
All documents for this subject (29)
Seller
Follow
joepsommers
Reviews received
Content preview
Auditing Theory
College 4 - Persoonlijke Analyse en Uitwerking Praktijkcasus
27-01-2021
Persoonlijke analyse: ‘Gendron, I., L.F. Spira. “What Went Wrong? The Downfall of Arthur
Andersen and the Construction of Controllability Boundaries Surrounding Financial
Auditing”’
Aanleiding en perspectief
Aanleiding voor het onderzoek uit het paper is de ondergang van accountantskantoor Arthur
Andersen (AA). Dit accountantskantoor behoorde voorheen tot de zogenoemde Big 5
accountantskantoren. De schrijvers van het paper onderzoeken wat de mogelijke oorzaak is van de
val van het kantoor. Een van de grootste oorzaken is namelijk het schandaal bij Enron, waarvan AA
de accountantscontrole uitvoerde. Als gevolg van dit schandaal vroeg het maatschappelijk verkeer
zich af of de controlemechanismes binnen AA wél effectief hebben gewerkt tijdens het uitvoeren
van de accountantscontrole bij Enron.
Het paper zoomt in op de grenzen van de beheersbaarheid van de financiële
accountantscontrole (‘boundaries of the controllability of financial audits’) en past dit toe op de
casus van AA (Gendron & Spira, 2009). Hierbij hebben de schrijvers 25 oud-medewerkers, zowel
partners, managers als seniors, van AA geïnterviewd, waarbij zij het thema van de
controleerbaarheid/beheersbaarheid van de financiële accountantscontrole bij AA centraal stellen.
De schrijvers van het artikel benaderen het concept vanuit een dubbel standpunt (Gendron
& Spira, 2009). Enerzijds bestaat er de bekwaamheid bij accountantskantoren om financiële
accountantscontroles en het bijbehorend gedrag hierbij (van accountants) te beheersen binnen hun
eigen kunnen. De zogenoemde organisatorische beheersbaarheid (‘organizational controllability’).
Anderzijds bestaat er de bekwaamheid bij externe toezichthouders om financiële
accountantscontroles te beheersen, oftewel regelgevende beheersbaarheid (‘regulatory
controllability’). In het onderzoek wordt aan de oud-medewerkers van AA, welke de teloorgang van
AA hebben meegemaakt. gevraagd hoe zij de bekwaamheid van accountantskantoren én de
bekwaamheid van externe regelgevers beoordelen ten aanzien van de beheersbaarheid van
financiële accountantscontroles.
Vraagstelling
Het paper stelt in het licht van de casus van AA min of meer de volgende twee vragen (Gendron &
Spira, 2009):
Is de financiële accountantscontrole beheersbaar/controleerbaar?
Hoe (zou)/wordt de financiële accountantscontrole (moeten worden) beheerst/gecontroleerd?
, Toelichting inhoud
Allereerst wordt ingegaan op een stuk theoretische onderbouwing. De schrijvers benaderen de
grenzen van de beheersbaarheid van de financiële accountantscontrole als de (verschuivende)
opvattingen van accountants met betrekking tot de mate waarin een accountantskantoor
beheersbaar is, hoe het zou moeten worden beheerst en door wie (Gendron & Spira, 2009).
De grenzen van beheersbaarheid worden hoofdzakelijk door drie grote benaderingen
beïnvloed, namelijk: marktbeheersing (‘market control’), bureaucratische beheersing (‘bureaucratic
control’) en clanbeheersing (‘clan control’) (Gendron & Spira, 2009). Markbeheersing gebruikt winst-
en prijsvergelijkingen om de prestaties van accountantskantoren en accountants te beoordelen. De
focus ligt hier met name op de financiële output en niet zo zeer de input of het proces. De
bureaucratische beheersing is gericht op het gebruik maken van regels en richtlijnen om individueel
gedrag te beïnvloeden en prestaties te meten. Bij deze benadering staat het proces centraal,
aangezien het voltooien van een taak in een volgorde van stappen met bijbehorende regels wordt
uitgevoerd. Tot slot ziet clanbeheersing toe op de gedeelde waarden en normen, die gebruikt
worden om het individuele gedrag te reguleren en organisatorische prestaties te faciliteren. Hierbij
wordt nadruk gelegd op input, aangezien training van socialisatie hier een hoofdrol in speelt.
Op basis van de uitgevoerde interviews werd geconcludeerd dat het gros van de
geïnterviewden ingedeeld konden worden in 3 clusters op basis van hun houding ten aanzien van de
organisatorische beheersbaarheid, namelijk: unwavering, restoring en sceptical. Dit hebben de
schrijvers schematisch weergegeven in figuur 1 (Gendron & Spira, 2009).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joepsommers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.34. You're not tied to anything after your purchase.