Ondernemingsrecht
0. Inleiding
0.1 Het examen
Schriftelijk examen met meerkeuzevragen en open vragen. Het vastgoedwetboek mag worden
gebruikt.
0.2 Kennismaking ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht, het vroegere handelsrecht, staat in het wetboek van koophandel. Economische
recht is een synoniem voor ondernemingsrecht.
Def: “De rechtsleer die het statuut en de werking van de onderneming regelt”
Soorten rechten:
• Het burgerlijk recht: algemene draaglijn, gemeen recht
• Het ondernemingsrecht of het economisch recht: bijzonder recht omdat het geldt voor
ondernemingen, het is voor rechtspersonen en het wijkt af van de regels van het burgerlijk
recht. Conclusie: het is bijzonder en afwijkend van het burgerlijk recht.
Onderdelen ondernemingsrecht:
• Financieel recht
o Kredieten, beleggingen en andere financiële zaken ten einde de consument bij die
activiteiten te beschermen en ten einde gelijk speelveld te creëren voor
verschillende financiële activiteiten uit te oefenen
o Hypothecair krediet uitgeleend
• Boekhoudrecht (transacties verwerken, jaarrekening opstellen)
o Verplichting ondernemingen om boekhouding te voeren (transacties verwerken in
boekhouding)
o Periodiek jaarrekening opstellen en openbaar maken (belanghebbenden worden
geïnformeerd over financiële doelstellingen en positie)
• Insolventierecht
o Ondernemingen in moeilijkheden
o Faillissement: failliet verklaring, structureel van de markt
Wijze waarop men iets moet bewijzen
•Strikte reglementering
•Burgerlijk recht: boven bepaalde drempels met geschrift bewijzen
o Afwijking ondernemingsrecht: bewezen worden met getuigen en vermoedens
(soepeler)
o Soms van regels uit BG recht afgeweken
• Zowel BG als OND recht voor dezelfde materie: regels van OND recht heeft voorrang op regel
BG recht
o Bijzondere wetgeving heeft voorrang op algemene wetgeving
o Wetboek economisch recht heeft bijzonder karakter (dus voorrang op BG recht)
Nationale wetgeving
1
, • Terug te vinden in Wetboek Economisch Recht (WER) en Wetboek van vennootschappen en
verenigingen + een stuk in Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW)
• Dus ook regionale wetgeving voor elk van gewesten uitgevaardigd (decreet naam van wet
van gewest)
Wij gaan het hebben over het federaal recht en niet het regionaal recht (gemeenschappen en
gewest: decreten en besluiten, gewest Brussel: ordonnanties en verordeningen).
De 4 rechtsdomeinen:
1. Ondernemingsrecht
• Statuut van de onderneming
• Oprichting, werking, organisatie
• Uitoefening van haar economische activiteiten
2. Vennootschapsrecht
• NV, BV, CV
• Basisregels in verband met het uitoefenen van de economische
• Organen en hoe kan een vennootschap een contract sluiten
3. Economisch recht en consumentenrecht
• Regelt de economische activiteiten
o Marktrecht : regels voor de verdeling van goederen en diensten
▪ Mededingingsrecht
o Consumentenbescherming: bescherming van de consument (economisch zwakkere
partij) die een
▪ Wet op de marktpraktijken
• Onrechtmatige bedingen (onevenwichtige bedingen) + het
verzakingsrecht (af te zien door hem gesloten overeenkomst)
▪ Wet op de verkoop aan de consument: consument die consumptie goederen
gaat kopen
4. Insolventierecht
• Als het met een onderneming slecht gaat, aan financiële verplichtingen moeilijk voldoen.
o Ofwel kan de onderneming gered worden = gerechtelijke reorganisatie
o Ofwel kan de onderneming niet gered worden = faillissement
2
,1. Fundamentele elementen van het economisch
recht
1.1 De bronnen van het economisch of ondernemingsrecht
Ook in het economisch recht gelden de vier klassieke rechtsbronnen: de wetgeving, de rechtspraak,
de gewoonte en de rechtsleer
Waar vind ik de bronnen?
• Nationale wetgeving + regionale wetgeving + internationaal wetgeving
o Decreet is een ‘wet’ van een regionale overheid.
• EU is opgericht om de economische vooruitgang te bewerkstelligen. → Europese wetten
3 Europese wetgevende instrumenten:
Verordeningen
Dit is een algemene reglementering die volledig is uitgewerkt en is rechtsreeks van toepassing in alle
lidstaten. Het wordt gepubliceerd in het publicatieblad van de Europese unie. Zowel de overheid als
de burgers moeten er zich aan houden. Wetgevende initiatieven zijn vanwege de nationale
overheden hier helemaal niet vereist en eigenlijk zelfs niet toegelaten.
Richtlijnen
Het is een algemene strekking maar deze bevatten geen uitgewerkte reglementering, eerder
basisregels. De lidstaten zetten deze in nationale wetten om. Het doel is bindend maar de manier
waarop (wijze waarop het vertolkt wordt in de wetgeving), mogen de lidstaten zelf kiezen.
Beschikken of besluiten
Het heeft een bijzondere draagwijdte. Ze richten zich tot een of meerdere welbepaalde
geadresseerde (staten, ondernemingen of personen).
Enkele begrippen
Rechtsleer Geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden. De rechters zijn niet
gebonden door deze studies, maar de rechtspraak wordt er wel door
beïnvloed. Zodoende vormt de rechtsleer een indirecte rechtsbron.
Rechtspraak (Europese rechtspraak: justitie)
Geheel van beslissingen uitgesproken door diverse rechtscolleges. Wat er
voortvloeit uit de besluiten van de rechtbank. Hoewel die rechtspraak niet
juridisch binden is, is ze toch een belangrijke rechtsbron. Rechters kunnen
ernaar teruggrijpen bij hun beoordeling van een zaak.
Bv van juridisch tijdschrift: Rechtskundig Weekblad
Gewoonterecht Gebaseerd op welbepaalde en herhaaldelijke handelswijzen die als algemeen
bindend worden aanvaard. De wetgever verwijst er soms naar.
Bv. het vermoeden van passieve hoofdelijkheid tussen meerdere ondernemers
die contractueel verbonden zijn ten overstaande van hun schuldeiser
Gebruiken Gelden in bepaalde sectoren bv. in de diamantensector
3
, Gewoonten en gebruiken
Gebruiken wordt als algemeen bindend ervaart. Ze gelden naast de wetgeving.
Bv de hoofdelijke gehoudenheid voor meerdere ondernemers. De schuldeiser kan 1 aanspreken voor
de gehele schulden
1.2 De ondernemingsrechtbank
De vroegere ’rechtbank van koophandel’, ondernemingsrechtbank, behandelt geschillen tussen
ondernemingen en burgers. Ze komen niet bij de gewone rechtbank.
Samenstelling
• 9 ondernemingsrechtbanken (1 in elk ambtsgebied van het hof van beroep)
• Sommige hebben lokale afdelingen (bv Antwerpen)
• Meerdere kamers, afh van de grootte van de afdeling
• Elke kamer (college) bestaat uit:
o Voorzitter (beroepsmagistraat)
o Twee lekenrechters (mensen die een eigen onderneming hebben en zijn dus met het
doel van zaken vertrouwd) (rechters in ondernemingszaken)
▪ Geen juridische opleiding nodig
▪ Benoemd door de Koning voor een hernieuwbare periode van 5 jaar
▪ Voordeel van deze paritaire samenstelling: meer voeling met de gangbare
ondernemingspraktijken en dus beter advies kunnen geven
o Griffier
o Soms Openbaar Ministerie (Parket) (door Procureur des Konings, bijgestaan door
substituten)
De bevoegdheid
• Geschillen tussen ondernemingen. Zowel de eiser als de verweerder moeten ondernemers
zijn.
• Geschillen tussen een onderneming en een burger. Afhankelijk van het initiatief: als de
burger een vordering instelt bij de ondernemer, dan via de ondernemingsrechtbank. Als het
omgekeerd is dat is het via de burgerlijke rechtbank.
• Specifieke geschillen als partijen geen ondernemers zijn. Geschillen ivm vennoten,
wisselbrieven, vennoten, faillissement.
1.3 Bewijs in ondernemingsrecht
Algemene regels
Het uitgangspunt inzake het bewijs is dat wie meent een ander in rechte te kunnen aanspreken,
rechtshandelingen of feiten moet bewijzen die daaraan ten grondslag liggen. Diegene die beweert
bevrijd te zijn, moet op zijn beurt de rechtshandelingen of feiten bewijzen die zijn beweringen
ondersteunen.
Twee bewijsregelingen
Bewijs in burgerlijke zaken (2 vuistregels aangaande te toegelaten bewijsmiddelen)
• Vanaf €3500,00 schriftelijk bewijs verplicht
• Geen getuigen of vermoedens
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 0Vastgoedstudent0. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.83. You're not tied to anything after your purchase.