100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting gereontologie, onderdeel van Paul Phillips $10.61
Add to cart

Summary

samenvatting gereontologie, onderdeel van Paul Phillips

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting die de volledige syllabus van Paul Phillips beschrijft over de modellen en referentiekaders van de ouderdom. Het is een onderdeel van het vak gereontologie die gegeven wordt door drie proffen.

Preview 4 out of 59  pages

  • December 26, 2021
  • 59
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Gereontologie: Paul Phillips
Inleiding ontwikkelingspsychologie
- Inzicht in de normale ontwikkeling
- Basis van behandelingsmethodieken
Kernvraag:
Past dit gedrag bij de ontwikkelingsfase die dit individu doormaakt of spreken we van een
alarmsignaal?
Wat moet je kennen van ontwikkelingspsychologie?
- Life-span spychology/ levenslooppsychologie
o Leeftijdsfasen
o Ontwikkelingsdomeinen

Algemene referentiekaders over ouderdom
Hoofdstuk 1: modellen over ouderdom
- In onze maatschappij = duidelijke beelden over verschillende leeftijdsgroepen
o Typische jonger, volwassene en oudere kan iedereen zich iets bij voorstellen
o Stereotypische beelden over de jeugd, volwassenheid en de ouderdom
- Media = belangrijke rol bij deze beeldvorming
- We vormen ook beelden over ouder worden en oud zijn op basis van:
o Persoonlijke ervaring
o De omgang met onze ouder wordende ouders en grootouders
o Andere ouderen in onze omgeving
- Proces van beeldvorming begint op zeer jonge leeftijd

1. impliciete en expliciete ouderbeelden
Impliciete beelden
- Mensen zijn niet helemaal bewust van hun ouderen- of ouderdomsbeelden

Op basis van het onderscheid tussen impliciete en expliciete kunnen we
een indeling maken in 3 categorieën
- Het impliciete ouderenbeeld = het geleefd ouderenbeeld
o Beeld (= geheel van opvattingen, verwachtingen en normen) over hoe oudere
mensen zijn en zouden moeten zijn  manifesteert zich in de manier waarop
mensen zich tegenover ouderen gedragen
o Steunt vaak op stereotypen en daaraan koppelde vooroordelen
 Zelden is men zich daarvan bewust
 Men zal iets anders beweren wanneer men over het ouderenbeeld
wordt ondervraagd

, - Het expliciete gesproken ouderenbeeld
o De ideeën die bij het impliciet ouderenbeeld nog latent zijn, worden nu met
anderen gedeeld  daardoor expliciet gemaakt = wat mensen vertellen wat
hun opvattingen over ouderen zijn
 Via intervieuws, enquetes, …
o Men hoort allerlei uitingen, die zowel positief als negatief van karakter
kunnen zijn
- Het expliciete, wetenschappelijk verantwoorde ouderenbeeld
o Grondig stilstaan bij de opvattingen over ouderen  ontstaan van opnieuw
een ander beeld
o Vertoont samenhang waardoor het mededeelbaar wordt en bewust als
leidraad kan gebruikt worden voor de omgang met ouderen
 Goed doordacht en coherent
o Via onderzoek uitgeklaard en getoetst
Conclusie
- Logisch = deze 3 beelden samenhangen en enkel verschillen in de mate waarin ze
verwoord of expliciet zijn,  NIET HET GEVAL
o Het meer expliciete beeld valt niet noodzakelijk samen met het impliciete,
geleefde beeld
o In gesprekken en teksten = een vrij positief beeld op na houden maar in
sommige concrete situaties wordt er nog gehandeld vanuit een negatief
vooroordeel
 Soms denken we over ouderen doordachte uitspraken te doen, maar
komt het eigenlijk neer op vooroordelen

Oudere mens = heeft eigen beeld over hoe het is om oud te zijn en te
worden
- Veel gedifferentieerder dan de beelden van de anderen over hen
- Typisch menselijk fenomeen
 uitgroephomogeniteitseffect

In onze samenleving zijn er uitgroepen en ingroepen
- Ingroepen
o Groep waartoe wij behoren
- Uitgeroepen
o “al die anderen”
o “niet wij, maar zij”
 sterke tendens om de wereld in “wij” en “zij” op te delen  gevolgen
o Mensen trekken vaak hun eigen groep voor
o Het is soms te merken aan het taalgebruik
o Gevolg
 Persoonlijke voornaamwoorden die refereren ingroep-
voornaamwoorden (wij, onze, ons)
 = uitlokken van positieve emoties
 Uitgroep-woorden (zij, hun, hem
 = uitlokken van negatieve emoties

,Conclusie
- Sommige mensen hangen sterk aan dat “wij” gevoel vast omdat ze daarmee hun
zelfbeeld en zelfwaardering kunnen opkrikken

Uitgroephomogeniteitseffect
- Het feit dat mensen vinden dat tussen leden van uitgroepen veel minder verschillen
bestaan dan tussen de leden van hun eigen ingroepen
o Maw: tussen ‘ons’ kunnen er subtiele verschillen zijn, maar ‘zij’ zijn allemaal
gelijk

2. modellen over ouder worden
2.1 ageism: de kwalijke uitwassen van een op hol geslagen economisch
model
- Modellen over oud zijn en oud worden = kunnen onjuist zijn
- In sommige beelden worden enkel negatieve aspecten van de ouderdom zo
uitvergroot dat een massief negatief beeld ontstaat
o Er is dan niets goed aan de ouderdom
o De grotere kans op ziekte en op de fysieke achteruitgang wordt veralgemeend
tot de basiskarakter van oudere mensen
- Negatieve beeld wordt in onze samenleving steeds dominanter

Ageism
- Het steeds meer in de verdomhoek plaatsen van oudere mensen
 wordt overgewaaid uit de Verenigde Staten samen met de opvattingen dat “de overheid
moet ontvet worden” en dat besparingen nodig zijn bij publieke en sociale voorzieningen =
kwalijke fenomenen

Wat is ageism?
- Confronteert ons met de variëteit aan opvattingen en beelden over ouderdom over
alle tijden en in alle culturen
- Beeld over ouderen in het verleden en beeld over ouderen in verschillende culturen

Vergelijkingen: beeld over ouderen in verschillende culturen
- Vergelijken van de huidige tijd met andere perioden in geschiedenis = heel wat
verschillen  zowel positief als negatieve beelden
o Aristoteles had een negatief beeld en Cisero had een positief beeld
- Vergelijking tussen culturen:
o Voorouderverering is in sommige delen van de wereld nog sterk aanwezig
terwijl die in onze cultuur bijna volledig verdwenen is
 vergelijkingen stellen ons in staat om de typische kenmerken van het Westers denken
over ouderdom te plaatsen naast kenmerken van andere tijdsperioden en culturen

, 4 kenmerken van ageism = negatief beeld over ouderen in het Westen
= worden aangegeven in de vorm van stellingen/ beweringen die men hoort bij mensen die
zich schuldig maken aan ageism
- Ouderen vormen een last voor de maatschappij
o Men omschrijft ouderen in termen van zorgbehoevendheid
 Ze worden voorgesteld als personen die hoofdzakelijk dingen vragen
van de maatschappij (zorg, pensioen, aandacht, aangepaste
huisvesting)
 Vergrijzende bevolking: grote uitgaven in sociale zekerheid
o Ouderen en pensioen worden niet langer als een recht of een
verantwoordelijkheid van de samenleving naar deze bevolkingsgroep toe
beschouwd
o Ouderen worden als een kostenfactor beschouwd
 De maatschappij moet opdraaien voor deze kosten en krijgt er weinig
voor terug
o Participatiemaatschappij in het Active-Ageing-Model




- Oudere mensen hebben (ver)oude(rde) ideeën
o De veranderingen en vernieuwingen gaan aan veel ouderen voorbij
 Sommige hebben nog nooit op het internet gezeten
 Smartphone is hen helemaal vreemd
 Over veranderingen in het onderwijs weten ze niets
 achter op technologisch gebied
 Voorouderverering:
 Afrika: afwezige God en de rol van de voorouders
 Japan: Mitama Matsuri (Shintoïsme), Obon festival
(boeddhisme)
o Oud zijn = ouderwets zijn
 Ze volgen niet meer wat vandaag actueel is, wat modern is
o Ouderen zijn niet meer mee in onze tijd = inferieur
 Ze vertegenwoordigen een periode uit het verleden die bijna verloren
gaat

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisegesquiere. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.61
  • (0)
Add to cart
Added