Samenvatting: Praktijk: Bouw en Functie I:
Praktijk: Craniale Zenuwen I
Autonome zenuwvezels:
• Wordt gekenmerkt door schakeling in een perifeer autonoom ganglion
• Belangrijk onderscheid tussen parasympatische en orthosympatische vezels is de lengte pre-
en post ganglionair
o Parasympatisch; lang preganglionair, kort postganglionair
o Orthosympatisch; kort preganglionair, lang postganglionair
Paravertebrale ganglia van de truncus sympathicus:
• Truncus sympathicus (vooral verband met OS-systeem)
o Cellichamen bevinden zich in nucleus intermediolateralis in cornu laterale
▪ In ruggenmergsegmenten, T1-L2 of L3
• OS-vezels maken verbinding met de truncus sympathicus via rami communicantes albae
o Zijn wit gekleurd, door myeline
3 manieren om door de truncus te lopen:
1. Schakeling op hetzelfde niveau
• Vezels lopen via ramus communicans griseus (niet-gemyeliniseerd)
2. Schakeling niet op hetzelfde niveau:
• Stijgen of dalen en gaan dan naar truncus via ramus communicans griseus
3. Schakelen niet in de truncus sympathicus:
• Lopen door tot prevertebrale ganglia en schakelen daar
• Ze komen hier toe via nervi splanchini maiores, minores, lumbales of sacrales
o Geen pelvici, deze bevatten enkel PS-vezels
Ganglia van de ruggenwervels:
• 3 cervicale ganglia:
o Ganglion cervicale
superius
o Ganglion cervicale
medium
o Ganglion cervicale
inferius
▪ Kan versmelten
met 1ste
thorocale
ganglion tot
ganglion
stellatum
• 10-11 thorocale ganglia
• 4-tal lumbale ganglia
• 3-4 sacrale ganglia
Praktijk Bouw en Functie I 1
,OS-vezels afkomstig van T1-T4:
• Zorgen voor bezenuwing van hoofd, hals, hart en longen
• Hoofd en hals:
o Preganglionaire vezels stijgen tot ganglion cerviale superius
o Postganglionaire vezels zullen rond carotiden een plexus vormen
▪ Plexus caroticus
• Hart en longen:
o Preganglionaire axonen zullen schakelen in verschillende ganglia:
▪ Ganglion cervivale medium en inferius
▪ De 4 bovenste
thorocale ganglia
o Postganglionaire vezels lopen
verder via nervi cardiaci en
pulmonales
Prevertebrale ganglia:
• Zoals eerder vermeld lopen via nervi splanchnici maior, minor, lumbales en sacrales
• Ganglion coeliacum:
o Ontvangt OS-neuronen afkomstig van T5-T12
▪ T5-T9 vezels worden vervoerd door nervi splanchnici maior
▪ T10-T12 vezels worden vervoerd door nervi splanchnici minor
o Staat in verbinding met ganglion mesentericum superius
▪ Verbinding door plexus aorticus
o Postganglionaire vezels bereiken doelorganen via plexi rond de bloedvaten
• Ganglion aorticorenale:
o OS vezels schakelen hier voor innervatie van geslachtsorganen en nieren
• Ganglion mesentericum inferius:
o Vezels afkomstig van L1-L3 zorgen voor innervatie van pelvische organen
o Dalen af via nervi splanchnici lumbales naar het ganglion mesentericum inferior
o Postganglionaire vezels dalen verder af
▪ Via plexus hypogastricus superior verder via nervi hypogastrici
▪ Via nervi verder naar plexus hypogastricus inferior (plexus pelvicus)
Praktijk Bouw en Functie I 2
, • Plexus pelvicus:
o Zowel links als rechts tegen rectum
o Bevat zowel OS-vezels als PS-vezels
o OS-vezels:
▪ Afkomstig van thorocaal, lumbaal en sacraal
▪ Laatste komt naar de plexus via nervi splanchnici spinales
• T8-T11 OS-vezels gaan rechtstreeks naar de nier
Nervi splanchnici pelvici:
• Bevat enkel PS-vezels, met
kernen in nucleus
intermediolateralis op niveau
S2-S4
• Preganglionaire vezels lopen
mee met spinale zenuwen
o Splitsen snel af naar
de nervi splanchnici
pelvici of nervi
erigentes
o Voegen zich dan toe
met de plexus
pelvicus
• Schakelen pas in de wand van
doelorganen
Praktijk Bouw en Functie I 3
, Ruggenmerg:
• Fila radicularia:
o Op elk spinaal niveau ontspringen zenuwvezels uit de
medulla spinalis
o Radix ventralis; ventrale kant van ruggenmerg
o Radix dorsalis; dorsale kant van ruggenmerg
▪ Makkelijk te onderscheiden van ventraal door
dorsaal ganglion (ganglion spinale) gelegen
buiten de dura mater
• Conus medullaris:
o Caudale uiteinde van het ruggenmerg, voor het
overgaat in de cauda equina
• Filum terminale internum
o Condensatie van pia mater ter hoogte van de conus
medullaris
o Caudaal continu met dura mater
• Cauda equina:
o Ruggenmerg eindigt op niveau L2
o Nervi die verder vertrekken gaan zich bundelen als een
paardenstaart
• Ligamentum dentatum:
o Verbindingen tussen pia mater en dura mater
o Zetten zich vast tussen de radices beiderzijds
• Cisterna lumbalis:
o Bevindt zich rond de cauda equina, wordt aangeprikt
voor lumbale punctie
• Arochnoidale villi:
o Bevinden zich nabij de spinale zenuwwortels
• Truncus sympathicus met rami communicantes
o Albae en grisea zijn te onderscheiden afhankelijk van kleur
• Nervi spinales
• Nervi splanchnici
• Intumescenties:
o Verbredingen die men waarneemt ter hoogte van cervicaal en lumbaal niveau
Praktijk Bouw en Functie I 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dedeny. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.