100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting communiceren met de doelgroep $7.60   Add to cart

Summary

samenvatting communiceren met de doelgroep

 28 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

hoofdstuk 13 boek pedagogisch werk 1 hoofdstuk 9, 13, 15 , 24 boek pedagogisch werk 2 hoofdstuk 2, 12, 13, 16 boek professioneel werken hoofdstuk 8, 9 boek methodiek en begeleiden

Preview 3 out of 24  pages

  • December 26, 2021
  • 24
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
**pedagogisch werk 1
thema 13 motiveren
13.1 motivatie: de wil om iets voor elkaar te krijgen. het is een prikkel
die je hebt of krijgt, waardoor je iets wel of niet wilt doen. motiveren: je
oefent invloed uit op de andere, zodat die bepaald gedrag gaat
vertonen. motivatie is belangrijk. het is een innerlijke kracht die je
energie geeft om een bepaalde actie te ondernemen.
- intrinsieke motivatie: betekent dat de prikkel die ervoor zorgt dat je
iets wilt doen vanuit jezelf komt. niemand hoeft je te motiveren, je
vindt het leuk.
- extrinsieke motivatie: is een motivatie van buitenaf. de prikkel om
iets te doen niet vanuit jezelf komt maar wordt beïnvloed door
zaken die buiten jou liggen.
als je anderen wil motiveren moet je er eerst zelf enthousiast over zijn. je
moet het uitstralen dat je er zin in hebt. het moet zinvol zijn ( leuk).
13.2 de verwachtingstheorie van vroom gaat er vanuit dat mensen
gemotiveerd zijn als de uitkomsten van de dingen die ze doen,
aansluiten bij de verwachting die ze erbij hebben. de theorie van vroom:
m= motivatie E= verwachting, I = instrumentaliteit, V = waardering. in de
theorie staan drie elementen centraal:
- E =kan ik mijn doel bereiken
- I = welke beloning levert het mij op als ik het doelbereik
- V = hoe belangrijks is de beloning voor mij
deze drie elementen zorgen ervoor dat kinderen gemotiveerd raken.
13.3 de attributietheorie: attributie = verklaring. attributietheorie: gaat
over de manier waarop mensen hun gedrag verklaren. dit kan via:
- interne attributie: verantwoordelijkheid neemt voor je eigen gedrag.
je legt de oorzaak bij jezelf.
- externe attributie: je legt de oorzaak van je gedrag buiten jezelf.
- tijdelijk of permanent
- beheersbaarheid: sommige dingen heb je zelf in de hand en niet
kunt beïnvloeden.
attributiefout: als een kind vervelende gebeurtenissen steeds intern
attribueert en leuke dingen altijd extern. ( als een kind iets niet goed
heeft gedaan en het denkt dat dit komt door zijn eigen beperkte inzet en
kunnen, dan krijg je steeds minder zelfvertrouwen)

,13.4 de doeloriëntatie theorie: het kind kan twee soorten doelen
hebben als het iets wil leren:
- prestatiedoel: richt zich op het halen van goede eindresultaten.
hoe je het resultaat is niet belangrijk als je het maar haalt
- leerdoel: richt zich op het leerproces, je wilt ergens beter in worden
13.5 coaching van kinderen: kinderen die op een bepaald vlak
problemen hebben, je moet samen met het kind op zoek naar
oplossingen, je kunt het kind helpen door coachen: begeleiden bij het
halen van doelen die ze zelf hebben gekozen. door coachen leert een
kind zijn eigen kwaliteiten te ontdekken en zijn eigen handelen en
denken zelf positief te beïnvloeden. bij coachen zijn de volgende punten
belangrijk:
- contact maken: het kind moet je vertrouwen, voer open
gesprekken.
- doel bepalen
- vragen stellen: stel open vragen om een goed beeld te krijgen
- opties onderzoeken: zoek samen met het kind naar oplossingen
- concrete afspraken: het kind kiest de beste oplossing voor het
probleem
13.6 verdieping: de zelfdeterminatietheorie: volgens deze theorie
hebben mensen relatie, autonomie en competentie nodig om
gemotiveerd aan het werk te gaan.

**pedagogisch werk 2

thema 9 interactievaardigheden
9.1 interactievaardigheden: zijn vaardigheden die je toepast tijdens de
communicatie met alle kinderen op de groep.
- basale interactievaardigheden: sensitieve responsiviteit,
respecteren van autonomie, structuren, grenzen.
- educatieve interactievaardigheden: praten, uitleggen,
ontwikkelingsstimulering, begeleiden.
oorsprong van interactievaardigheden: basisdoelen staan omschreven in
de beleidsregel. de basisdoelen:
- bieden van fysieke en emotionele veiligheid
- stimuleren van de ontwikkeling van persoonlijke competenties
- stimuleren van de ontwikkeling van sociale competenties

, - socialisatie door waarden en normen te dragen
Pedagogisch klimaat: een opvoedingsklimaat waarin kinderen zich
sociaal, emotioneel en intellectueel kunnen ontwikkelen. dit doe je door
af te stemmen op het kind dus kindvolgend te werk gaan.
9.2 basale interactievaardigheden
- sensitieve responsiviteit: gevoelig reageren op signalen van
kinderen. je bent sensitief als je signalen weet te herkennen en ze
concreet interpreteert. je reageert en laat het kind merken dat je
het hebt begrepen. zorg dat kinderen zich gehoord, gezien en
begrepen voelen.
contactinitiatieven: de vele manieren waarop kinderen contact zoeken is
sensitief responsief gedrag
- respecteren van autonomie: kinderen de ruimte bieden om eigen
keuzes te maken. je hebt oog voor wat het kind wil, je geeft de
ruimte om te ontdekken en te oefenen.
kinderen leren van het zelf te doen. dit bevordert zelfstandigheid en
zelfvertrouwen
- structureren en grenzen stellen: het overzichtelijk en voorspelbaar
maken van de omgeving. je geeft kaders aan waarbinnen de
kinderen ruimte hebben om te spelen en te onderzoeken
duidelijke haalbare regels en een consequente houding maakt dat
kinderen de ruimte, de groep en jouw als veilig ervaren. door kinderen
positief te benaderen, verbaal en nonverbaal, stimuleer je gewenst
gedrag en zal het ongewenste gedrag verminderen.
9.3 educatieve interactievaardigheden: zijn vaardigheden die je
toepast om kinderen te helpen zich verder te ontwikkelen en te
ontdekken. de educatieve interactievaardigheden:
- praten en uitleggen: gaat over de mate waarin je praat tegen de
kinderen, dingen uitlegt en over de manier waarop je dat doet.
door veel te praten en uitleg te geven, maak je interactie taalrijk.
zorg voor gelijkwaardige communicatie: je neemt het kind serieus,
je hoort wat het kind zegt, zorg ervoor dat je met het kind praat en
niet tegen het kind. stem communicatie af met het kind:
● de juiste woorden en juiste toon
● vragen stellen die uitlokken om verder te praten
● goed te luisteren
● geduldig te zijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolandavannamen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.60  2x  sold
  • (0)
  Add to cart