Thanks for your review! What could I improve?
Vendeur
S'abonner
SmitJoël
Avis reçus
Aperçu du contenu
Joël Smit | 4V.in1
Informatica – E: Architectuur – E1 Hard- en software
E1.1 Drielagenmodel
E1.1.1 Inleiding
App gebruikt camera niet rechtstreeks → Alleen besturingssysteem (bv. Android) kan
camera aansturen → Apps gebruiken camera via besturingssysteem → Besturingssystemen
zijn ander soort software dan apps die je hebt geïnstalleerd
Naast software heeft smartphone ook hardware, bv. camera, scherm, processor, chips
Apparaten met hard- en software zijn heel verschillend → Wel overeenkomst in manier
waarop hard- en software van die apparaten met elkaar samenwerken
E1.1.2 Drie lagen
Er zijn 3 gestapelde lagen in manier waarop hard- en software van apparaat samenwerken
→ Bv. in smartphone:
• Fysieke laag = Bestaat uit hardware die in apparaat zit
→ Bv. accu, touchscreen etc.
• Logische laag = Bestaat uit software die hardware
aanstuurt → Deze software maakt mogelijk om
toepassingen (bv. apps) op apparaat uit te voeren →
Bij smartphone bestaat logische laag voornamelijk uit
besturingssysteem (bv. Android of iOS) → We
noemen dit besturingssysteem omdat het hardware
bestuurt, ook bepaalt het bv. wat apps mogen doen
• Toepassingenlaag = Bestaat uit allerlei software:
toepassingen of applicaties → Op smartphone zijn dit
apps die kunnen worden geïnstalleerd
Software uit toepassingenlaag kan alleen contact maken met fysieke laag via logische laag →
App kan dus niet zelf hardware aansturen → Voordelen:
• Besturingssysteem kan controle houden over wat apps doen → Besturingssysteem
kan bv. locatiegegevens weigeren door te geven aan app, als gebruiker daarvoor kiest
• App hoeft alleen maar ontwikkeld te worden voor besturingssysteem → Als er geen
besturingssysteem was:
▪ App zou voor alle verschillende soorten hardware in alle apparaten geschikt
moeten worden gemaakt
▪ Bij introductie van elke nieuwe smartphone zou dan ook update van app
moeten worden gemaakt
▪ App-ontwikkelaar zou ook hardware-specialist moeten zijn → Door logische
laag heeft app-ontwikkelaar alleen met besturingssysteem te maken
1
, Joël Smit | 4V.in1
Als je app aan het maken bent en daarin knop wilt hebben, heb je 2 dingen nodig:
• Noteren van alle eigenschappen van knop → Bv. waar knop moet komen en hoe deze
eruit ziet → Knop is al beschikbaar in Android, Android regelt hoe het getekend moet
worden en wanneer het wel of niet zichtbaar is
• Schrijven van Event Handler = Stuk code dat een gebeurtenis (Event) verwerkt →
Voorbeelden hiervan zijn swipe, press en zoom → Event Handler daarvoor is stuk
code dat wordt uitgevoerd als er op knop wordt gedrukt
→ Android houdt bij wat gebruiker doet → Detecteert bv. of er op touchscreen wordt
gedrukt, geswipet of gezoomd → Als je bv. op knop drukt, stuurt Android bericht naar app
dat er op knop is gedrukt en vervolgens wordt bijbehorende Event Handler uitgevoerd
E1.1.3 Interfaces
Interfaces = Verbindingen tussen de verschillende lagen en tussen onderdelen in die lagen →
Maken communicatie mogelijk tussen lagen en onderdelen daarop → Verschillende soorten
interfaces, bv:
• Hardware-interfaces
• Software-interfaces
• Userinterfaces
Hardware-interfaces
Hardware-interfaces = Elektronische verbindingen tussen de
fysieke onderdelen → Bv. verbinding van geheugen met
processor
Deze verbindingen zijn meestal geïntegreerd in printplaat →
Onderdelen die zeer snelle onderlinge verbinding nodig hebben,
worden ook wel geïntegreerd in een chip
Connectoren zijn ook voorbeelden van hardware-interfaces →
Zorgen meestal voor bekabelde verbindingen tussen
verschillende apparaten → USB is bekendste soort
Drivers zijn voorbeelden van interfaces tussen hard- en software
→ Driver is speciale software die besturingssysteem alle
informatie geeft die nodig is om hardware-onderdeel aan te
sturen
Software-interfaces
Software-interfaces zijn voor communicatie tussen verschillende
software-onderdelen → Worden ook wel Application
Programming Interfaces = API’s genoemd → Bv. besturingssystemen hebben API’s → Zijn
interface tussen logische laag en toepassingenlaag:
• App is meestal opgebouwd uit elementen die afkomstig zijn van API → Bv. knoppen
en tekstvelden → API zorgt ervoor dat alle apps op vergelijkbare manier werken → Zo
ontstaat consistentie in gebruik van apparaat
2
, Joël Smit | 4V.in1
• Naast grafische elementen stelt API ook allerlei andere functies beschikbaar voor app
→ Bv. verbinding maken met internet doet app altijd via API van besturingssysteem
Meeste apps halen data op via internet om te kunnen functioneren, bv. socialmedia-app of
buienradar → Gebeurt vaak via web-API = Interface tussen app en database waarin alle
gegevens zijn opgeslagen
Userinterfaces
Bekendste soort interface is userinterface = Communicatie tussen apparaat en gebruiker:
• Graphical User Interface = GUI (goewie) = Grafische verbinding tussen gebruiker en
apparaat → Bv. touchscreen/beeldscherm zijn voorbeelden van GUI-onderdelen
▪ GUI geeft informatie via knoppen, pictogrammen, teksten, afbeeldingen en
video’s
▪ Userinterface zorgt ook voor communicatie van gebruiker naar apparaat (bv.
touchscreen, toetsenbord, muis) → Alle handelingen van gebruikers worden
door besturingssysteem vertaald naar events → Events worden vervolgens
door Event Handlers van applicaties verwerkt
• Voice User Interface = VUI → Maakt stembediening van apparaat mogelijk, bv. Siri
• Command Line user Interface = CLI → Hierin is alleen tekst te zien → Door typen van
commando’s kan server worden bestuurd
Servers worden vaak op afstand aangestuurd = Remote → Beheerder kan bv. vanaf eigen pc
alle servers bedienen waarvoor die verantwoordelijk is → Aansturing gebeurt vaak via
command line interface (CLI) → Alleen tekst te zien, door typen van commando’s kan server
worden bestuurd → Via CLI kan server remote worden bediend
Vrijwel alle besturingssystemen voor servers, desktop-pc’s en laptops zijn ook te bedienen
via CLI → Vooral besturingssysteem Linux kan heel efficiënt worden aangestuurd via CLI,
omdat deze extra veel mogelijkheden biedt boven GUI
E1.2 Het lagenmodel herkennen
E1.2.1 Inleiding
In bijna alle ICT-producten kun je 3 lagen onderscheiden → Bij laptops en desktop-pc’s is
indeling vergelijkbaar met die van smartphone
Ook in werking van internet kun je 3 lagen herkennen
E1.2.2 Netwerken
Communicatie tussen computers verloopt via allerlei netwerken, bv:
• Local Area Network = LAN = Netwerk binnen gebouw dat draadloos via wifi of
bedraad via netwerkkabel beschikbaar is
• Mobiele communicatienetwerk voor gegevensuitwisseling op grote afstand → Bv.
internet via 4G, communicatie tussen schepen, gegevensoverdracht vanaf
meetstations voor bepaling van weer
3
, Joël Smit | 4V.in1
Internet zelf is groot wereldwijd netwerk
Fysieke laag
Ook bij internet is het nuttig om 3 lagen te onderscheiden → Fysieke laag van netwerk
bestaat uit allerlei hardware, bv:
• Kabels → Netwerkkabels binnen gebouwen, telefoonkabels en glasvezelkabels
• Signaalomvormers → Modems, zenders en ontvangers van draadloze communicatie
zoals 4G-zendmasten en wifi-accesspoints
• Apparaten die datastroom regelen → Routers, switches
• Servers → Apparaten waarop netwerkservice draait → Bv. webserver waar website
opstaat of DNS-server die bijhoudt waar websites te vinden zijn
• Clients → Apparaten van netwerkgebruikers
Logische laag
Om data te kunnen transporteren over netwerk is allerlei software nodig → Software
behoort tot logische laag van netwerk → Op router staat bv:
• Software die werkt als soort verkeersregelaar → Stuurt binnenkomende data juiste
kant op in netwerk
• Beveiligingssoftware → Bv. firewall die netwerk beschermt tegen ongewenste
indringers
Belangrijk onderdeel van logische laag zijn netwerkprotocollen = Afspraken over manier
waarop data getransporteerd moet worden en hoe apparaten binnen netwerk te vinden zijn,
bv:
• Internet Protocol = IP = Beschrijft onder andere hoe elk apparaat in netwerk een
adres krijgt, zodat het bereikbaar is → Adres wordt IP-adres genoemd
• HyperText Transfer Protocol = HTTP = Gaat onder andere over manier waarop
websites via internet kunnen worden bezocht
Protocollen voor e-mail zijn bv. IMAP, POP3 en SMTP
Toepassingenlaag
Alle websites en (web)applicaties die gebruikmaken van internet of lokaal netwerk behoren
tot toepassingen van netwerken → Hieronder vallen vrijwel alle apps op smartphone, e-
mailapplicaties, online tekstverwerker (bv. Google Docs), streamingmediatoepassingen (bv.
YouTube) etc
E1.2.3 Websites en webapplicaties
Ook bij websites en webapplicaties kun je 3 lagen onderscheiden → Bij elk van deze lagen
zijn meerdere apparaten betrokken, omdat er bij website of -app clients en servers actief
zijn:
• Clients = Klanten → Gebruikers van site of app
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SmitJoël. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour $5.93. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.