Scheikunde – Hoofdstuk 2 Het geheim van het atoom
§2.1 Atoommodel van Dalton
Scheikunde is door jaren heen sterk veranderd (bv. Dalton, Rutherford, Bohr) Voldoen
niet aan werkelijkheid, maar zijn wel geschikt voor ‘inleiding in de atoommodellen’ Om
atoommodel goed te begrijpen, moet je eerst voorlopers goed kennen
Begrip atoom is lang geleden ingevoerd Accepteren ervan duurde vrij lang
Hydrodynamica deed experiment met gassen, hieruit concludeerde hij: Wanneer volume van
gas met factor a kleiner wordt, neemt druk met factor a toe. Dit geldt andersom ook zo
(kleinere volume, grotere druk)
Dalton kwam met atoommodel Atoom voorgesteld als bolvormig massief deeltje
Dalton formuleerde 3 hoofdstellingen voor atoomtheorie:
1. Alle materie is samengesteld uit kleine ondeelbare deeltjes Atomen
2. Atomen van gegeven element bezitten elk unieke eigenschappen en eigen gewicht
3. 2 soorten deeltjes:
a. Enkelvoudige stoffen Elementen
b. Samengestelde stoffen Moleculen
Waarnemen bij scheikunde doe je op macroschaal (bv. gasontwikkeling, kleurverandering) In
scheikunde is ook microschaal belangrijk Schaal van atomen en moleculen Deeltjes
kunnen we niet zien, alleen voorstelling bij maken met een model
§2.2 Het periodiek systeem
Periodiek Systeem = Systeem waarin chemische elementen gerangschikt zijn naar:
Toenemende atoommassa
Fysisch-chemisch verwantschap
Groepen = Verticale kolommen Groep 1 t/m 18
Perioden = Horizontale rijen/regels Periode 1 t/m 7 Geeft aan hoeveel schillen de
atomen hebben Vanaf periode 4 staat vooraan de periode hoeveel elektronen er
standaard in de 1e, 2e, 3e en/of 4e schil zitten
Elementen met overeenkomstige kenmerken staan onder elkaar in de groepen Van
periode 6 en 7 staan een aantal perioden onder het systeem (lanthaniden en actiniden)
Elektronenconfiguratie (linksonder) = Geeft aantal elektronen in elke schil aan
Atoomnummer (links naast afkorting) = Geeft aantal protonen aan
Massagetal (25A) = Aantal protonen + neutronen
Als atoom neutraal is, is het aantal protonen gelijk aan aantal elektronen
Metalen (geel) geven elektronen af, niet-metalen (oranje/rood) nemen elektronen op
1
, Joël Smit | 4V.schk2
Groep 1 Alkalimetalen
Alkalimetalen zijn zeer onedel en daardoor zeer reactief
Groep 2 Aardalkalimetalen
Aardalkalimetalen zijn zeer onedel en daardoor vrij reactief
Groep 3 t/m 12 Overgangsmetalen
Overgangsmetalen komen weinig voor op aarde, behalve ijzer
Groep 17 Halogenen
Halogenen reageren vrij gemakkelijk met veel metalen en zouten
Groep 18 Edelgassen
Edelgassen vertonen weinig tot geen reactiviteit:
‘Lichtere’ edelgassen helium en neon gaan geen bindingen aan
‘Zwaardere’ edelgassen krypton en xenon gaan wel bindingen aan
Argon neemt tussenpositie Alleen kortlevende bindingen met fluor bekend
§2.3 Atoommodel van Rutherford
Thomson deed experiment waarmee hij aantoonde dat atoommodel van Dalton niet klopte:
Wanneer stuk metaal in vacuüm werd verhit, kwamen er elektronen vrij (er ging elektrische
stroom lopen) Elektron moest dus wel onderdeel zijn van atoom, aangezien atoom als
geheel elektrisch neutraal is, moet er dus ergens positieve lading zijn Volgens hem was
positieve lading egaal verdeeld over hele atoom, waarbij elektronen zover mogelijk van
elkaar verwijderd zijn = Krentenbolmodel = Plumpuddingmodel
Experiment van Rutherford
Rutherford liet goudfolie beschieten met
α-deeltjes Deze werden na
beschieting van goudfolie verstrooid of
kwamen niet eens door goudfolie heen
en werden dus weerkaatst Detectie
van deze verstrooiing en weerkaatsing
gebeurde met microscoop, hiermee
konden lichtflitsjes worden
waargenomen, deze ontstonden als α-
deeltjes de plaat van zinksulfide raakte
α-deeltjes werden dus verstrooid, gingen door goudfolie heen of werden weerkaatst
Rutherford had verwacht op basis van model van Thomson dat de deeltjes ongehinderd door
goudfolie heen zouden gaan, dit was dus niet zo.
Op basis van experiment formuleerde Rutherford atoommodel: Massa van atoom is in
kern (= binnenste van atoom) gecentreerd, verder is atoom praktisch gezien leeg. In deze
lege ruimten cirkelen elektronen om positieve kern (lijkt op zonnestelsel)
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SmitJoël. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.