Dit is mijn samenvatting van het vak Psychodiagnostiek 2 gebaseerd op de slides, alle lessen en de bijhorende teksten. De lessen werden gegeven door Ivo Bernaerts aan Thomas More.
Ik hoop dat deze samenvatting je kan helpen met het studeren, ik wens je alvast heel veel succes!
* Disclaimer: ...
Hoofdstuk 2: PSD in theorie en praktijk
Thema 1: Clusteren en classificeren
1 Clusteren en classificeren .......................................................................................................................................... 9
2 Ordenen en clusteren: KOP-model ............................................................................................................................ 9
3 Clusteren en classificeren: ICF-model...................................................................................................................... 12
Thema 2: Andere psychodiagnostische modellen
Basis van de psychodiagnostische modellen? ........................................................................................................... 16
1 Diagnostische cyclus ................................................................................................................................................ 16
2 Handelingsgerichte diagnostiek ............................................................................................................................... 17
3 Het diagnostisch proces ........................................................................................................................................... 19
4 Empirisch model voor probleemidentificatie ............................................................................................................ 19
Thema 3: Psychodiagnostiek in de praktijk van Werving & Selectie (A&0)
1. Psychodiagnostisch procesmodel bij Werving en Selectie
Algemeen kader .......................................................................................................................................................... 20
1 Aanmelding .............................................................................................................................................................. 21
2 Intake / vooronderzoek ............................................................................................................................................. 22
3 Aanvullende onderzoek ............................................................................................................................................ 24
4 Advies en rapportering ............................................................................................................................................. 27
5 Interventies .............................................................................................................................................................. 28
6 Evalueren .................................................................................................................................................................. 28
2. Instrumenten om personeel te selecteren in de 21e eeuw
1 Inleiding .................................................................................................................................................................... 28
2 Een blik in de toekomst ............................................................................................................................................ 31
Hoofdstuk 3: Kwaliteit van de PSD
Thema 1: Richtlijnen voor het formuleren en toetsen van hypothesen
Illustratiecasus Brent (thema burn-out) ....................................................................................................................... 32
1 Wat is een (onderzoeks-)hypothese? ....................................................................................................................... 36
2 Hoe formuleer je een (onderzoeks-)hypothese? ...................................................................................................... 36
3 Hoe formuleer je toetsingscriteria? .......................................................................................................................... 44
Hoofdstuk 1: Uitgangspunten van het
psychodiagnostisch procesmodel
Examenvragen PSD1 (test)
1. Een screeningsinstrument wordt door een psychodiagnosticus voornamelijk ingezet met de bedoeling om:
a. Enkel specifiek psychische klachten in kaart te brengen
b. Enkel hypothesen te toetsen en nieuwe hypothesen te exploreren
c. Algemene klachten in verschillende domeinen te exploreren
d. Op een snelle en efficiënte manier veel informatie te verkrijgen
2. In welke fase van het psychodiagnostisch procesmodel verricht de psychodiagnosticus een indicatie-analyse
a. Aanvullend onderzoek
b. Intake/ vooronderzoek
c. Advies & rapportering
d. Interventie & evaluatie
3. Met “het bepalen van formele posities” bedoelt men volgens het psychodiagnostisch procesmodel dat de
psychodiagnosticus…
a. De posities van alle betrokkenen in kaart brengt zodat deze niet in strijd zijn met de wettelijke bepaling en
ethische beroepsvoorschriften (deontologie) en algemeen ethische voorwaarden
b. Bepaalt of alle betrokkenen bereid en in staat zijn om afspraken te maken over hun inbreng
c. Bepaalt of alle formaliteiten in de aanmeldingsprocedure zijn vervuld
d. Zijn eigen positie bepaalt namelijk of hij wel over de nodige competenties beschikt
4. Een psychodiagnosticus baseert zijn aanbevelingen hoofdzakelijk op…
a. Zijn vroegere praktijkervaringen met cliënten met dezelfde problemen
b. De voorkeuren en wensen van de cliënt zelf
c. De onderzoeksresultaten van het aanvullend onderzoek
d. Het getoetste integratieve beeld van de cliënt
5. Wat is de belangrijkste bedoeling van het psychodiagnostisch procesmodel?
a. Op een wetenschappelijke onderbouwde manier informatie verzamelen a.d.h.v. de hulpvraag van de cliënt
b. Op een wetenschappelijk onderbouwde manier hypothesen toetsen naar aanleiding van de vraag van de cliënt
c. Tot wetenschappelijk onderbouwde adviezen komen op maat van de cliënt
d. Zoveel mogelijk inzicht krijgen in het functioneren van de cliënt, waarbij rekening gehouden wordt met de
theorie
6. Als je cliënt een verklarende hulpvraag heeft, dan wil dit zeggen dat je cliënt zich afvraagt
a. Wat het probleem is
b. Van welke stoornis er sprake is
c. Welke factoren zijn / haar probleem beïnvloeden
d. Hoe hij of zij zijn / haar probleem het beste kan aanpakken
7. Een psychodiagnosticus stelt een onderzoeksbatterij samen die…
a. Zoveel mogelijk verschillende onderzoeksinstrumenten omvat
b. Voornamelijk gebaseerd is op het principe van spaarzaamheid
c. Die toelaat alle geselecteerde hypothesen van het voorlopig integratief beeld (VIB) te toetsen
d. Enkel betrouwbare instrumenten bevat
8. Een leerkracht van het derde leerjaar vraagt aan de psychologisch consulent van het CLB om een leerling uit
haar klas te testen voor intelligentie want de maaltafels geraken maar niet aangeleerd bij deze leerling. Wat zal
de psychologisch consulent doen?
a. Hij zal eerst toestemming vragen aan de leerling alvorens het onderzoek uit te voeren.
b. Hij zal tegen de leerkracht zeggen dat de leerkracht eerst de ouders moet uitnodigen hiervoor.
c. Hij zal eerst een afspraak maken met de leerkracht om de vraag van de leerkracht te verhelderen.
d. Hij zal vragen aan de leerkracht wanneer deze testing het best past voor de leerkracht.
9. Als een aanmelding ontvankelijk is, dan betekent dit dat:
a. Ale betrokken partijen akkoord moeten zijn met alle gemaakte afspraken
b. De hulpvraag binnen expertise van de psychodiagnosticus valt
c. De cliënt en de psychodiagnosticus gezamenlijk beslissen het traject verder te zetten
d. De cliënt beslist om het diagnostisch traject verder te zetten
10. Welke uitspraak is juist?
a. Een test heeft telkens één betrouwbaarheidscoëfficiënt en één validiteitscoëfficiënt
b. Een test heeft meerdere betrouwbaarheidscoëfficiënten en één validiteitscoëfficiënt
c. Een test heeft meerdere validiteitscoëfficiënten en één betrouwbaarheidscoëfficiënt
d. Aan een test kunnen meerdere betrouwbaarheidscoëfficiënten en ook meerdere validiteitscoëfficiënten
Antwoorden:
1. D 6. C
2. C 7. C
3. A 8. C
4. D 9. C
5. C 10. D
1 Uitgangspunten: bronnen
→ Sterkte punten van andere psychodiagnostische modellen
→ Relatie psychodiagnostiek en begeleiding / behandeling
→ Beleids- en maatschappelijke ontwikkelingen
→ Praktijkervaringen van PD-docenten
→ Onderzoek naar kwaliteit van psychodiagnostiek in de praktijk
2 Kwaliteit in de praktijk
→ Weinig systematiek, te veel infoverzameling
→ Vaak geen bruikbare adviezen
→ Focus te sterk enkel op cliënt
→ Te weinig samenwerking
= uit onderzoek blijkt dat het niet altijd even efficiënt is
3.1 Uitganspunt 1
De psychodiagnosticus handelt en denkt als een scientist – practitioner
→ Wetenschappelijk gerichte praktijkhandelaar
o Wetenschappelijk onderbouwd + gericht
o In de rol van gedragswetenschappen + in het samenwerken
→ Gebruik maken van hypothese toetsende modellen
o Hypothese formuleren
o Bij het gebruiken van toetsingscriteria is dit op basis van wetenschappelijke kennis
→ Controleerbare besluitvormingen zijn belangrijk => je moet je denk- en handelswijze kunnen aantonen
3.2 Uitgangspunt 2
De psychodiagnosticus stelt de cliënt steeds centraal
→ Waarden en normen van de cliënt kunnen verschillen vergeleken met die van de psychodiagnosticus = belangrijk
om hier op de hoogte van te zijn
→ Probleemgericht ombuigen naar interventiegericht te werk gaan
→ Niet stigmatiseren (labels plakken)
3.3 Uitgangspunt 3
De psychodiagnosticus handelt en denkt interventiegericht
3.4 Uitgangspunt 4
De psychodiagnosticus handelt en denkt systematisch
3.5 Uitgangspunt 5
De psychodiagnosticus hanteert een transactioneel referentiekader
→ Door onvoldoende afstemming tussen het individu en de omgeving ontstaan er klachten en problemen
bv. Kevin zit in een klas waarvan de leerkracht geen vaste structuur aanhoudt, Kevin gedraagt zich heel
opstandig want dit stoort hem. → de volgende leerkracht heeft wel een duidelijke structuur waardoor Kevin
minder in opstand komt = verandering van de omgeving (positief)
bv. Mieke is heel stil en verlegen maar ondanks dit betrekken haar klasgenoten in alles. Mieke komt in een andere
klas waar de leerlingen geen begrip hebben voor haar stille en verlegen persoonlijkheid, ze wordt niet betrokken
en wilt niet meer naar school gaan = verandering van de omgeving (negatief)
Psychodiagnostiek 2 Thomas More AJ ’21 – ’22 7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JulieMC. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.17. You're not tied to anything after your purchase.