Deel I: Bronnen en beginselen van het recht
Hoofdstuk 1: Definitie van het recht (zie notities + handboek p. 5)
Hoofdstuk 2: Bronnen van het recht (zie notities + Toledo + handboek p. 6-9)
Hoofdstuk 3: Indeling publiek – privaat recht (zie notities + handboek p. 10-13)
Deel II: Toepassing van het recht
Hoofdstuk 1: Rechtshulp en conflictregeling
Afdeling 1: Rechtshulp (zie notities + Toledo + handboek p. 17-24)
Afdeling 2: Conflictregeling (zie notities + Toledo + handboek p. 25-31)
Hoofdstuk 2: Gerechtelijke organisatie en procedure
Afdeling 1: Structuur van rechtbanken en hoven (zie notities + Toledo + handboek p.
32-40)
Afdeling 2: Gerechtelijke functies (zie notities + handboek p. 41-45)
Afdeling 3: Gerechtelijke procedure (zie notities + handboek p. 45-52)
Deel III: Beginselen van het staatsrecht (zie notities + Toledo – NIET handboek)
Hoofdstuk 1: Federale Overheid
Afdeling 1: Wetgevende Macht
Afdeling 2: Uitvoerende Macht
Hoofdstuk 2: Gemeenschappen en gewesten
Hoofdstuk 3: Provincies en gemeenten
Deel V: Beginselen van het verbintenissenrecht
Deel VII: Geheimhoudingsplicht en privacy (zie notities + Toledo – NIET handboek)
Hoorcolleges en werkcolleges (11 x 2 cu.)
,Deel I: Bronnen en beginselen van het recht
Hoofdstuk 1: Ontstaan & ontwikkeling van het recht
Recht & rechtsregels ontstaan
NOOD aan organisatie van de samenleving, hieruit volgt een orgaan dat samengesteld
wordt uit individuele leden die de regels verder vormgeven & deze systematisch &
schriftelijk uitvaardigen
De representatie van de bevolking in dat orgaan is afhankelijk van de staatsvorm
(democratie of autoritair)
Hoofdstuk 2: Definitie van het recht
1. Een geheel van regels
Recht
= een geheel van afdwingbare regels (= regels afdwingbaar via rechtbank), normen en
waarden die door de samenleving tot stand komen om deze samenleving te ordenen en
rechtszekerheid te bieden.
2. Tot stand gekomen door samenleving
Democratie (staatsvorm)
= een parlement waarin vertegenwoordigers zetelen die verkozen worden door het volk,
wetgeving is een weerspiegeling van wat de SL wenst
3. Afdwingbaarheid
Rechtsregels
= wet, geschreven of ongeschreven recht; houdt een gebod, verbod of betalingsverplichting
in. Om een bepaalde gedraging afdwingbaar te maken, wordt enerzijds voorzien in straffen
& anderzijds in de tussenkomst van de rechter.
Hoofdstuk 3: Bronnen van het recht (= waar vind ik die regels)
, 2 verschillende soorten wetten
- Normatieve/ formele wetten
= wetten uitgevaardigd door de wetgevende macht
- Materiële wetten
= wetten uitgevaardigd door de uitvoerende macht
Hiërarchie der normen
1) Internationale & supranationale normen met directe werking & het verdrag
betreffende de werking van de europese unie
2) Grondwet & algemene rechtsbeginselen & gewoontes met grondwettelijke
waarde
3) Bijzondere meerderheidswetten
4) Wet – decreet – ordonnantie
5) Koninklijke besluiten van gemeenschaps & gewestregering
6) Ministriële besluiten van leden gemeenschap en gewestregering
7) Provinicale besluiten & verordeningen
8) Gemeentelijke besluiten
1. Inter- en supranationale normen
Internationaal (publiek) recht (Volkenrecht)
= het recht dat geldt tussen Staten onderling, regels tussen staten
Supranationale normen
= afspraken en regels die internationale organisaties kunnen maken en waaraan de landen
die lid zijn, zich moeten houden, rechtsregels van internationele landen
Een verdrag
= een internationale overeenkomst tot stand gekomen met het oog op de regeling van de
onderlinge verhoudingen & de verhoudingen tussen de rechtsonderhorigen gesloten door 2
of meer staten
normen met directe werking staan boven de Grondwet
MAAR: niet alle normen hebben directe werking
1. Directe werking
, = elke burger kan dat verdrag gebruiken, staat boven de gewone wetgeving
(grondwet)
Bv: EVRM = europees verdrag voor rechten van de mens
• Als een verdragsbepaling directe werking heeft, kan elke burger zich voor de
nationale rechtbanken op die bepaling beroepen.
• Als een Belgische wet strijdig is met de tekst van een verdragsbepaling met
directe werking, moet de rechter die wet buiten beschouwing laten en het
verdrag toepassen.
• Niet alle verdragsbepalingen hebben directe werking. Opdat een artikel
directe werking zou genieten, moet aan een aantal voorwaarden voldaan zijn:
1) Een norm moet ‘self-executing’ zijn:
= meteen toegepast worden in België, geen verdere toelating mogelijk, De
bepaling, die aan de Staat een onthoudingsplicht of een plicht om op een
bepaalde wijze te handelen oplegt, moet voldoende duidelijk zijn zodat geen
verdere reglementering noodzakelijk is ter verduidelijking. De rechter moet
haar meteen kunnen toepassen.
2) De norm doet rechten en plichten ontstaan voor de burger.
3) Ook moet gekeken worden naar de bedoeling van de partijen en of zij de
directe werking niet uitdrukkelijk uitsluiten.
bedoeling van directe werking
recht op informatie
Voorbeeld:
Artikel 5,2 EVRM: “Een ieder die gearresteerd is, moet onverwijld en in een taal die hij
verstaat op de hoogte gebracht worden van de redenen van zijn arrestatie en van alle
beschuldigingen die tegen hem zijn ingebracht”.
De bepaling is duidelijk en er is geen verdere reglementering nodig om haar te kunnen
toepassen. De burger krijgt een recht op informatie bij aanhouding. Uit de formulering
(‘moet’) blijkt dat het de bedoeling was van de verdragsluitende partijen om dit recht
onmiddellijk toe te kennen.
De bepaling heeft dus directe werking.
Aangezien men in België de directe werking aanvaardt van het Europees Verdrag tot
bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna EVRM),
spelen de nationale rechters een belangrijke rol in de toepassing van het verdrag.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna EHRM) speelt dus een aanvullende
rol in de controle op de naleving van het verdrag. Je kan pas een procedure beginnen voor
het EHRM als er geen beroepsmogelijkheden meer zijn voor de nationale
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudwithofs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.