Economie: dit is de wetenschap die het keuzegedrag van mensen bestudeerd ook
wel het economisch handelen genoemd.
Schaarste: als er onvoldoende middelen zijn om de behoeftes te voorzien.
Economische wetenschap: dit bestudeerd het handelen van mensen gericht op het
verminderen van de schaarste.
Economisch principe: er wordt uitgegaan dat mensen zich hierdoor laten leiden.
Het kan op 2 manieren worden geformuleerd:
Met de beschikbare middelen probeert men zo veel mogelijk behoeften te
bevredigen.
Men probeert een bepaald doel te realiseren door opoffering van zo min
mogelijk middelen.
Welvaart: dit is de staat waarin mensen hun behoefte kunnen bevredigen.
Algemene economie: dit bestudeert het economisch handelen van de
volkshuishouding als geheel.
Bedrijfseconomie: dit bestudeert het economisch handelen van individuen in
bedrijfshuishouding. We kunnen het verdelen in 3 gebieden:
Externe verslaggeving: wanneer financiële gegevens worden verstrekt aan
belangstellende buiten de organisatie.
Financial accounting: dit is externe verslaggeving in de Engelse literatuur.
Management accounting: dit is interne verslaggeving in de Engelse literatuur.
Financiering: dit is een vakgebied omtrent de onderneming die vermogen nodig
hebt om machines, personeel, voorraden, etc. aan te schaffen.
Eigen vermogen: dit is het vermogen wat de eigenaar zelf in de onderneming heeft
gestopt.
Vreemd vermogen: dit is bijvoorbeeld een lening van een bank.
Bedrijfsadministratie: dit is het vastleggen en verwerken van financiële en niet
financiële gegevens.
,Financiële administratie: dit is de benaming van voor het vastleggen van financiële
gegevens.
Management informatie: dit is nodig voor managers om beslissingen te nemen. Het
bestaat bijvoorbeeld uit:
Berekeningen
Analyses
Commerciële economie: dit is van belang om een inschatting te maken van de
omzet van een onderneming.
Ondernemersvertrouwen: er zijn enkele factoren die invloed hierop hebben zoals:
Omvang van de productie
Aantal nieuwe orders
De werkgelegenheid
De levertijden
Gekochte voorraden
Bedrijfshuishouding: de is een financieel-economisch zelfstandige
productieorganisatie.
Productie: is het omzetten van productiemiddelen (input) in producten (output). Dit
kan in meerdere vormen voortkomen:
Uiterlijke vormverandering.
Verhandeling van goederen.
Verplaatsing van goederen.
Opslag van goederen.
Dienstverlening.
Productiemiddelen: dit is nodig om producten voort te brengen. De middelen
bestaan uit:
Machines
Grondstoffen
Arbeid
Energie
Consumptie: dit is het rechtstreeks gebruik van goederen of diensten voor de
bevrediging van behoefte.
Organisatie: dit is een samenwerkingsverband tissen personen met het doel hun
persoonlijke belangen te bevorderen.
Participanten: dit zijn de personen in een organisatie.
Goederenstromen: hier worden productiemiddelen omgezet in eindproducten.
Primair proces: dit is de kern van de omzettingsproces.
, Primaire geldstromen: hier vallen de betaling van grondstoffen en het uitbetalen
van loon.
Concrete markt: dit is de plaats waar de aanbieders van en de vragers naar een
bepaald goed elkaar ontmoeten en transacties afsluiten.
Abstracte markt: dit is geheel van de vraag naar en het aanbod van een bepaald
goed.
Liquide middelen: tot hier rekenen we het kassaldo en het positieve saldo van de
bankrekening.
Vermogensmarkt: hier wordt eigen vermogen of vreemd vermogen.
Interest: dit is de beloning voor het aanschaffen van vreemd vermogen.
Secundaire geldstromen: dit zijn de geldstromen die naar of afkomstig zijn van de
vermogensmarkt.
Valutarisico: dit zijn de gevolgen van veranderingen in de wisselkoers voor de
resultaten van de onderneming.
Economisch zelfstandig: dit ben je als je begin voorraad liquide middelen,
aangevuld met de ingaande geldstromen, groter is of gelijk dan de uitgaande
geldstromen.
Onderneming: de kenmerken zijn:
De gelduitgaven en de geldontvangsten in verband met het omzettingsproces
zijn onzeker.
Er wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijk rentabiliteit over het
geïnvesteerde vermogen.
Overheidsbedrijf: als het transformatieproces door de overheid op financieel-
economisch zelfstandige wijze plaatsvindt.
Overheidsdienst: bijvoorbeeld politie of brandweer.
Privatisering: als de overheid steeds meer taken afgeeft aan het bedrijf zelf.
Marktwerking: als de afnemer zelf beslist bij welke producent hij of zij de producten
afneemt.
Financieel economisch zelfstandig: dat op lange termijn de geldontvangsten van
een onderneming de gelduitgaven overtreffen.
Dynamisch ondernemen: hier moet je reageren op veranderingen in de markt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BartHermana. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.