Voor het vak Bestuursrecht geschreven annotatie ‘De familievereniging Leekerweide’ over het belanghebbende begrip. Zelf heb ik op alle onderdelen ‘Goed’ gehaald.
1. In deze annotatie kijken we naar één van de drie B’s van het bestuursrecht, namelijk het
belanghebbende begrip. De familievereniging Leekerweide is het niet eens met het
goedkeuringsbesluit van de NZA aangaande een juridische fusie tussen LeekerweideGroep en
Wilgaerden en dient bezwaar in.1 De NZA heeft het bezwaar van de familievereniging niet-
ontvankelijk verklaard met als motivering dat de familievereniging niet voldoet aan het
belanghebbende begrip (art. 1:2 lid 1 Awb). De samenwerkingsovereenkomst tussen de cliëntenraad
en de familievereniging zou in de weg staan aan de belanghebbendheid van de familievereniging, er
zou sprake zijn van afgeleid belang volgens de NZA. 2 Dit brengt de rechter op de rechtsvraag: heeft
de familievereniging een rechtstreeks belang om zo belanghebbende te kunnen zijn?
2. Volgens artikel 1:2 lid 1 Awb wordt onder belanghebbende verstaan: “degene wiens belang
rechtstreeks bij een besluit is betrokken”. Van belang is het begrip “rechtstreeks”. Er moet sprake zijn
van een voldoende mate van causaal verband tussen het genomen besluit en het belang van de
persoon die stelt belanghebbende te zijn. 3 Er mag geen sprake zijn van afgeleid belang, een belang
dat enkel wordt ontleend aan het belang van een ander. Het moet gaan om een rechtstreeks belang
waar geen schakel tussen zit4, bijvoorbeeld niet ontleent aan contractuele relaties. 5 Overige vier
voorwaarden om van belanghebbende te spreken zijn: objectief, persoonlijk, eigen en actueel
belang. Ook wel aangeduid als OPERA-criteria. 6
Rechtspersonen kunnen als derde-belanghebbende worden aangemerkt (art. 1:2 lid 3 Awb). Als hun
belangen worden ook die belangen gezien, die zij krachtens hun statuten en feitelijke
werkzaamheden in het bijzonder behartigen. In deze zaak wordt de familievereniging als statutair
belangenbehartiger van haar cliënten als belanghebbende gezien.
3. CBb gaat daarin niet mee en oordeelt dat cliënten van een zorginstelling betrokkenen zijn op grond
van artikel 49b/c Wmg en daarmee belanghebbende bij het goedkeuringsbesluit van de NZA. Dat
maakt dat de familievereniging als hun statutair belangenbehartiger tot (derde-)belanghebbende
wordt gezien (art. 1:2 lid 1 Awb). De samenwerkingsovereenkomst staat niet in de weg aan de
belanghebbendheid van de familievereniging. 7 Volgens Widdershoven is het leerstuk ‘afgeleid
belang’ geen rustig bezit. Hij constateert dat de rechtspraak nogal wat wijzigingen heeft ondergaan,
waardoor de toepassing van het leerstuk is genuanceerd. Bestuursrechters blijven het leerstuk toch
verschillend toepassen waardoor er verschillende beslissingen ontstaan. 8 Op basis van zijn onderzoek
komt Widdershoven tot vijf vuistregels aan de hand waarvan in een concreet geval moet worden
bepaald of afgeleid belang wel of niet moet worden tegengeworpen. Wat opvalt is dat CBb in
onderhavige zaak niet verwijst naar deze vuistregels, die richtinggevend zouden moeten zijn bij
toepassing van het leerstuk. Zelf heb ik liever dat daar gebruik van werd gemaakt om meer
duidelijkheid te brengen waarom er sprake is van belanghebbendheid dan enkel concluderen dat
cliënten niet ophouden betrokkenen te zijn, ook al worden hun belangen behartigd door de
cliëntenraad die inspraakmogelijkheden heeft, en dat de familievereniging een vaste gesprekspartner
1
CBB 9 februari 2021, ECLI:NL:CBB:2021:142
2
CBB 9 februari 2021, ECLI:NL:CBB:2021:142, r.o. 3
3
M. C. D. Embregts, ‘Toegang voor de afgeleid belanghebbende; is dat nodig?’, NTB 2005-3, p. 11
4
B. W. N. de Waard, ‘Afgeleid belang’, JBplus 2010, p. 62-65.
5
CRvB 7 november 2018, 15/834 WIA-C (Afgeleid belang) ECLI:NL:CRVB:2018:3474, r.o. 6.4-6.5
6
CRvB 7 november 2018, 15/834 WIA-C (Afgeleid belang) ECLI:NL:CRVB:2018:3474, r.o. 5.2
7
CBB 9 februari 2021, ECLI:NL:CBB:2021:142, r.o. 7.6-7.7
8
CRvB 7 november 2018, 15/834 WIA-C (Afgeleid belang) ECLI:NL:CRVB:2018:3474, r.o. 6.34
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Vustudent2021. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.