DE COGNITIEVE ONTWIKKELING IN DE PEUTER- EN KLEUTERTIJD
DE INTELLECTUELE ONTWIKKELING
Hebben nog een hoge creativiteit en verbeeldingskracht, gebruiken steeds een genuanceerder taalgebruik en
het redeneren gaat vooruit
PIAGETS STADIUM VAN PREOPERATIONEEL DENKEN
Stappen in de pre-operationeel stadium
- Gebruik symbolisch denken groeit
- Vermogen om te redeneren ontstaat: georganiseerde, logische, formele mentale processen
- Gebruik ven begrip neemt toe
Relatie tss taal en gedachten
Taal vloeit voort uit cognitieve vooruitgang
Symboolgebruik is de kern van complexer taalgebruik: kunnen denken over heden en toekomst
Conservatie: leren dat uiterlijk bedriegt
- Conservatie: verandering in 1 dimensie is niet noodzakelijk verandering in een andere dimensie bv
glazen
- Centratie: focus op opvallende elementen leidt tot onnauwkeurigheid in het denken
- Onvolledig begrip van transformatie
- Egocentrisme: hebben andere gedachten, gevoelens of standpunten en zijn zich niet bewust van de
gevolgen van hun gedrag
- Ontstaan van intuïtief denken: voorbereiding op geavanceerde vormen van redeneren zoals
functionaliteit en identiteit
DE INFORMATIEVERWERKINGSTHEORIE VAN COGNITIEVE ONTWIKKELING
Het begrip van getallen in de peuter- en kleutertijd: kleuters tellen op een systematische en consequente
manier
Structuur en functie sensorisch geheugen
Elke zintuig heeft zijn eigen zintuigelijk geheugen waar zijn info naartoe gaat voor het naar het
werkgeheugen gaat
- Visuele stimulatie -> iconisch geheugen
- Auditieve stimulatie -> episodisch geheugen
- Tactiele stimulatie -> tactiel sensorisch geheugen
- Olfactorische stimulatie (geur) -> olfactorisch sensorisch geheugen
- Smaakstimulatie -> smaak sensorisch geheugen
Structuur en functie werkgeheugen
Bestaat uit subdelen en een centrale bestuurder die de aandacht richt
- Episodische buffer: info over gebeurtenissen
- Schetsboek: info over visueel beeld
- Fonologische lus: info over auditieve info
- Semantische buffer: woordbetekenissen, gaat over feiten
1
,Structuur en functie LTG
- Procedureel geheugen: weten hoe, info over motorische vaardigheden,
- Declaratief geheugen: weten wat
o Episodisch geheugen: gebeurtenissen en pers ervaringen
o Semantisch geheugen: info over taal, feiten en algemene kennis
Het geheugen: herinneringen aan het verleden
Autobiografisch geheugen
Scrips
Kleuters zijn gevoeliger voor suggestie, oorzakelijke verbanden worden gesimplificeerd en minder
nauwkeurig binnen scrips
Vroege herinneringen
Infantiele amnesie door ontbreken taalvaardigheden, zelfbewustzijn onvoldoende ontwikkeld en
afwezigheid complexe schema’s
VYGOTSKY’S VISIE OP COGNITIEVE ONTWIKKELING: OOG VOOR DE ROL VAN CULTUUR
Bij cognitieve ontwikkeling staat de sociale en culturele wereld van kinderen centraal
Leren cognitieve strategieën aan van volwassenen en leeftijdsgenoten
De zone van de naaste ontwikkeling en scaffolding: beginselen van cognitieve ontwikkeling
Zonde naaste ontwikkeling: niveau waarop een kind een taak bijna, maar niet helemaal zelfstandig kan
begrijpen of uitvoeren
Scaffolding: ondersteunt bij leren en probleemoplossing die zelfstandigheid en groei bevordert, is helpend bij
het oplossen van probleem en bij de cognitieve ontw, gaat passende aanknopingspunten aanbieden
DE TAALONTWIKKELING
LINGUÏSTISCHE VOORUITGANG IN DE PEUTER- EN KLEUTERTIJD
Elke maand verdubbeling van syntaxis
Woordenschat neemt toe door fast mapping
EGOCENTRISCH TAALGEBRUIK
Van egocentrisch naar sociaal taalgebruik, pragmatiek is belangrijk
DE INVLOED VAN SCHOOL EN MEDIA
VROEGE VORMEN VAN ONDERWIJS EN OPVANG
Verschillen in kwaliteit
Doel: aanbieden van veilige en warme omgeving, focus op sociale en emotionele ontw en verschaffen
van intellectuele ontw
De effectiviteit van kinderopvang en vroege onderwijsprogramma’s
Cognitieve voordelen: verbaal vaardiger, beter geheugen, meer begrijpen en hoger IQ
Sociale voordelen: meer zelfvertrouwen, onafhankelijker en betere kennis over de wereld
Nadelen: minder beleefd, minder meegaand, minder resect, competitiever, agressiever
2
, DE SOCIALE ONTWIKKELING EN DE PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING IN DE PEUTER- EN
KLEUTERTIJD
EEN ANTWOORD OP DE VRAAG “WIE BEN IK?”
DE PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING: CONFLICTEN OPLOSSEN
Erikson
Stadium van autonomie VS-schaamte en twijfel.
o Zelfstandigheid als verkenning of twijfels over zichzelf, gebrek aan onafhankelijkheid
Stadium van initiatief VS-schuldgevoel.
o Ontdekken van manieren om dingen in gang te zetten of schuldgevoel door gedrag en
gedachten
HET ZELFBEELD IN DE PEUTER- EN KLEUTERTIJD
Neiging te overschatten
Individualistisch georiënteerd of collectivistisch georiënteerd-> afh van cultuur waarin kleuter opgroeit
GENDERIDENTITEIT: HET ONTSTAAN VAN MANNELIJKHEID EN VROUWELIJKHEID
Vanaf 2jaar geven zichzelf een label, jongen of meisje
Hebben verwachtingen over gedrag van mannen en vrouwen
Biologische theorieën over genderverschillen
Hormonale verschillen, verschillen in hersenstructuur en evolutionaire benadering (genderverschillen
zorgen voor overleving van de soort)
Psychoanalytische theorieën over genderverschillen
Freud
o Peuters en kleuters in fallische fase: aandacht voor eigen geslachtsdelen.
o Einde fallische fase: oedispuscomplex en elektracomplex ->identificatie met de ouder van
hetzelfde geslacht -> overnemen van genderattitudes.
De sociale leertheorie over genderverschillen: leren door te observeren en directe communicatie
Examenvraag: geef de verschillende verklaringen voor het verschil binnen de geslachten:
Biologische verklaring.
Psychoanalytische verklaring.
Sociale leertheorie.
De cognitieve theorie over genderverschillen: willen identiteit ontwikkelen, dit zorgt voor genderidentiteit en
daar heb je genderschema’s voor nodig, vanaf 4-5j genderconstantie
VRIENDEN EN FAMILIE: HET SOCIALE LEVEN VAN PEUTERS EN KLEUTERS
Vanaf 3j ontstaan er vriendschappen
DE REGELS V/H SPEL
Doelspel: ontwikkelen op cognitief, motorisch en sociaal niveau
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annvangestel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.