100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Vastgoedeconomie samenvatting H1 t/m H8 $6.36
Add to cart

Summary

Vastgoedeconomie samenvatting H1 t/m H8

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek vastgoedeconomie van Jan Buist.

Preview 4 out of 33  pages

  • Yes
  • December 28, 2021
  • 33
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: inleidende begrippen in de economie........................................................................................2

Hoofdstuk 2: Macro-economie....................................................................................................................... 4

Hoofdstuk 3: Meso-economie: bedrijfstak en concurrentieverhoudingen.....................................................10

Hoofdstuk 4: Micro-economie: consumenten- en productengedrag..............................................................14

Hoofdstuk 5: Markten.................................................................................................................................. 18

Hoofdstuk 6: Geld en bankwezen................................................................................................................. 24

Hoofdstuk 7: De overheid, instanties en nationale handel............................................................................30

Hoofdstuk 8: Statistiek................................................................................................................................. 33

,Hoofdstuk 1: inleidende begrippen in de
economie.

Economie/huishoudkunde = het maken van keuzes

Consumentenhuishoudingen = gezinnen

Bedrijfshuidhoudingen = bedrijven

Maximale behoeftebevrediging = proberen zoveel mogelijk behoeften te bevredigen, door
middel van het maken van keuzes uit verschillende alternatieven die beperkt beschikbaar
zijn (nutsmaximalisatie).

Schaarste = de spanning tussen de behoeften enerzijds en de beschikbare middelen
anderzijds.
 Beschikbare schaarse middelen zijn alternatief aanwendbaar.

Welvaart, welzijn, welstand:
 Welvaart: de mate waarin de spanning tussen behoeften en beperkte middelen is
opgeheven.
 Welzijn: de mate van de bevrediging van behoeften die niet afhankelijk zijn van schaarse
beschikbare middelen.
 Welstand: persoonlijke voorspoed in de zin van gezondheid en bemiddeld zijn.

Behoefte is het menselijk verlangen waaraan voldaan wordt door de beschikking over
schaarse goederen en diensten.
 Primair vs. secundair
 Stoffelijk vs. onstoffelijk
 Individueel vs. Collectief

Inkomen is de stroom van verworven koopkracht zonder in te teren (de beloning die mensen
verdienen op grond van de productieve prestaties gedurende een bepaalde periode).

Lorenzcurve = een illustratie van de personele inkomensverdeling.

In het geval van de groene lijn verdient
10% van de bevolking ook 10% van het
inkomen. Dit is in de meeste landen niet
het geval. De oranje lijn geeft de
secundaire inkomensverdeling weer (na
belastingen en premies). De overheid kan
ook extra bedragen toerekenen in de
vorm van bijvoorbeeld kinderbijslag. Dit
leidt tot de tertiaire inkomensverdeling
(de rode lijn).

,Drie klassieke productiefactoren die de aanbieder kan inzetten bij de productie, zijn:
1. Natuur
2. Arbeid
3. Kapitaal

Economische orde:
1. Centraal geleide planeconomie: in deze vorm is de planning van aanbod geheel
gereguleerd door de centrale overheid. De overheid bepaalt de verkoopprijzen en de
manier waarop productiefactoren worden ingezet.
2. Vrijemarkteconomie: in deze vorm is het alloceren van productiefactoren geheel
overgelaten aan de vrije markt, dus aanbieders en consumenten bepalen gezamenlijk
waar behoefte aan is en wat er wordt geproduceerd en afgenomen. De overheid houdt
zich hier afzijdig en vervult alleen kerntaken zoals defensie, onderwijs en justitie.
3. Georiënteerdemarkteconomie: tussenvorm van de centraal geleide planeconomie en de
vrijemarkteconomie. De overheid heeft een nadrukkelijk regulerende rol, en stuurt door
middel van belastingheffing en regelgeving.

Drie niveaus binnen de economie:
1. Macro-economie: we kijken naar productie, consumptie en overheidsgedrag van een
land als geheel (nationaal inkomen, bruto binnenlands product, betalingsbalans,
rentestand, internationale handel).
2. Meso-economie: we kijken naar economische processen op het niveau van de
bedrijfstak waarin bedrijven opereren. Centraal staan hierin de concurrentie binnen en
buiten de bedrijfstak.
3. Micro-economie: we bestuderen alles wat zich afspeelt op het niveau van individuele
consumenten en bedrijven (prijs, kostprijs, en inkomensaspecten).

Zaken die wel invloed hebben op de economie van een land, maar die economen niet
onderzoeken, noemen we de data van de economie (grensgebieden).
We onderscheiden de volgende data:
 Behoeftenschema’s van de consumenten
 Beschikbare hoeveelheden en kwaliteiten van de productiefactoren
 De juridische en sociale organisatie/ordening van de maatschappij
 De stand van de technische kennis
 Omvang van de beroepsbevolking

Binnenlandse economische factoren:
1. Groei van het bruto binnenlands product
2. Conjuncturele situatie
3. Index van het consumentenvertrouwen
4. Ontwikkeling van de werkloosheid, lonen en arbeidsproductiviteit
5. Prijsontwikkeling
6. Orderportefeuille bedrijven

, Buitenlandse economische indicatoren:
1. Renteontwikkelingen
2. Ontwikkeling export en import
3. Ontwikkeling wisselkoersen
4. Verloop van de dollarkoers
5. Ontwikkeling energieprijzen

Het CPB (Centraal Plan Bureau) maakt economische prognoses en analyses, het houdt hierbij
ook rekening met binnen- en buitenlandse ontwikkelingen en bijbehorende indicatoren.

Het CPB werd in 1945 opgericht om het voorgenomen overheidsbeleid door te rekenen.
Producten die het CPB levert:
 Basismateriaal voor de miljoenennota
 Macro-economische verkenning (MEV)
 Centraal economisch plan (CEP)




Hoofdstuk 2: Macro-economie.
Twee sectoren van ‘bedrijven’ in de markt:
 Collectieve sector: de overheid en de instellingen die de sociale wetten uitvoeren (Rijk,
provincie en gemeenten).
 Particuliere sector: ondernemingen die consumenten voorzien van individuele goederen
en diensten.

Economische kringloop:
 Binnen een gesloten economie: zonder overheid of relaties met het buitenland, zonder
investeringen of besparingen.
Er komen twee goederen- en dienstenstromen op gang: ter beschikking gestelde
productiefactoren naar de bedrijven en goederen en dienstenstroom.
Er komen ook twee geld stromen op gang: een geldstroom naar de consumenten en een
geldstroom naar de bedrijven.

Macro-economische vergelijkingen:
 Y=C Y = nationaal inkomen
 BBP = C C = consumptie
 Y = BBP BBP = bruto binnenlands product

Wanneer we het kringloopmodel uitbreiden met de besparingen en investeringen, maken
we de volgende macro-economische vergelijkingen:
 Y=C+S S = besparingen
 BBP = C + I I = investeringen
 Y = BBP

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tamarurban. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

47561 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.36
  • (0)
Add to cart
Added