1 Rol van de overheid in de economie: doelstellingen en
instrumenten van het economisch beleid
1.1 De rol van de overheid in de economie
Perfecte markteconomie M: bv. Amerika
Gemengde economie: G (overheid) + M (markt: privé initiatief van bedrijven)
Staatseconomie: G bv. Noord-Korea in praktijk nooit volledige perfecte markt =
consumentenvertrouwen = moto van de economie
Toegang omvang van de overheidssector (2 indicatoren):
1. GO in % van het bbp (= waarde Belgische economie) BBP = SOM van:
a. C = private consumptie
b. I = investeringen die bedrijven doen
c. GO = alle uitgaven van de overheid (steden, gemeenschappen, gewesten)
d. E-Z = netto-handelsbalans
2. % van de werkenden die bij de overheid werken (beetje afgebouwd)
1.2 Wat is overheidsbeleid?
WAT?
Beleid is het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen
en bepaalde tijdskeuzen
Economische politiek = geheel van maatregelen die door een beleidsvoerder (…) wordt
genomen teneinde bepaalde doelstellingen op het domein van allocatie, ordening,
stabilisatie en verdeling te realiseren
3 verschillende elementen: efficiëntie vs effectiviteit vs doelbereiking
Efficiëntie = doelmatigheid goedkope manier om doel te bereiken
Effectiviteit = doeltreffendheid mate waarin het beleid bijdraagt tot de realisatie
van de doelstelling
Doelbereiking = mate waarin het doel wordt bereikt (ja, neen, deels, …)
Het te beïnvloeden fenomeen
1
, d = doelstelling bv. 20
op bv. het aantal jobs 000 jobs binnen 5 jaar
golvend verloop dus
economie gaat op en
neer
c = als je wel iets
onderneemt een
beleid voeren bv. 175
000 jobs
b = normale groei bv.
160 000 jobs
T = tijdsperiode
Efficiënt? Kan je niet zeggen, je moet weten wat de kost ervan was stel b = c
1. Geen effectiviteit, geen verschil
2. Doel niet bereikt (alleen in die richting)
3. Efficiënt = afhankelijk van de kost geen antwoord mogelijk
Verschil b, d en c = effectiviteit
1. Geen doelbereiking maar gegroeid in die richting
Verantwoordelijkheid economisch beleid
Overheid d.w.z. politieke overheden + administraties + centrale bank (=
monetaire overheid)
Kiezers
Parlement meer controlerende functie
Belangengroepen vakbonden, milieugroeperingen, IMF, Wereldbank
(internationaal)
Buitenlandse instellingen
(zie dia 7 en 8 uitleg over de organen)
1.3 Doelstellingen van economisch beleid
Concrete economische overheidsdoelstellingen:
- Stabilisatie
o Selectieve economische groei
o Optimale benutting van productiefactoren
o Lage inflatie
o Evenwicht betalingsbalans
- Herverdelen
o Rechtvaardige verdeling van de inkomens en vermogens
- Allocatie
o Bevredigende samenstelling van het nationaal product
2
,Hoe doelstellingen meten/ en vanaf wanneer bereikt?
Doelstelling Economische Benchmark
kerngetallen
Bevredigend % Groeipercentage bbp (in
van (selectieve) constante prijzen)
economische
groei
Optimale Groeivoet van de Streven naar natuurlijke
benutting van de werkgelegenheid, werkloosheidsgraad
beschikbare werkloosheidspercentage & Streven naar non
productiefactore activiteitsgraad accelerating inflation rate of
n unemployment (NAIRU)
Redelijk stabiel Groeipercentage van de Eurozone: minder dan maar
prijsniveau (geharmoniseerde) dichtbij 2%
consumptieprijsindex inflatie op middellange
termijn
Groeipercentage van de VSA: expliciete
bbp-deflator inflatiedoelstelling van 2%
Geen deflatie
Evenwicht op de Saldo van de Geen ernstige tekorten of
betalingsbalans handelsbalans (in % van overschotten
het bbp) (houdbaar tekort of
overschot)
Saldo van de lopende
rekening van de
betalingsbalans (in % van
het bbp)
Rechtvaardige Indicator van spreiding van
verdeling van beschikbaar inkomen of
inkomens en vermogen (*)
vermogens
Bevredigende Aandeel
samenstelling overheidsproductie in
van totaal bbp
de nationale Goede samenstelling van
productie de bestedingen (d.w.z.
een goede spreiding
tussen C, I, G en E-Z)
Aandeel van de
investeringen (private en
publieke)
in het bbp.
Goede verhouding tussen
private en publieke
goederen in de economie
Kritiek: BBP als maatstaf houdt geen rekening met het milieu
Verdeling inkomen (rechtmatig) GINI-coeff. (in BE vrij gelijke verdeling)
3
, Gini-index geeft de mate van inkomensongelijkheid weer en kan een waarde
aannemen tussen 0 (iedereen hetzelfde inkomen = volledig gelijke verdeling) en
100 (één persoon heeft al het inkomen = volledig ongelijke verdeling).
Conflicten in overheidsdoelstellingen
= trade off in overheidsdoelen = afruil: als je op het ene beter scoort ga je achteruit op
een andere doelstelling
Tussen inflatiegraad en werkloosheidsgraad bestaat een negatief verband
(Phillips-curve) (zie verder)
Tussen evenwicht op de betalingsbalans en groei d.w.z. hoge bestedingen leiden
tot een toename van de invoer en dus tot een verslechtering van de lopende
rekening van de betalingsbalans (zie verder)
o Als bbp stijgt dan koop je over het algemeen meer in het buitenland
Tussen groei en milieu
Tussen tewerkstelling en huiseigenaarschap (Oswald hypothese)
= verband tussen het aantal jobs (tewerkstelling) en het aantal bevolking met
huiseigenschap (geen huur)
o Landen met hoog % huiseigenaars hebben ook een hoge
werkloosheidsgraad
o Als je huurt ben je meer geneigd te verhuizen dan als je koopt
o Als het aantal jobs daalt dan gaan huiseigenaars minder geneigd zijn te
verhuizen (toz van huurders hebben ze een hogere kapitaal)
Tussen groei en rechtvaardige inkomensverdeling (Kuznets-curve)
Milanovic: Kuznets curve
groei (waarde economie/ aantal inwoners)
=
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller audecloetens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.