Basisstof 1 verzuurde spieren
Spieren verzuren door zuurstoftekort.
Basisstof 2 stofwisseling in cellen
Stofwisseling/metabolisme: Geheel van chemische omzettingen in cellen organismen.
- Enzymen: maken omzettingsprocessen mogelijk.
- Levende cellen: Nemen stoffen op uit omgeving, zetten stoffen om en geven aan omgeving.
- Energie: Wordt opgenomen, omgezet en afgegeven.
- Cellen met chlorofyl: Kunnen energie in vorm van licht opnemen.
- Chemische energie: Energierijke stoffen.
o Moeten cellen die geen chlorofyl hebben opnemen.
o Onbruikbare stoffen en warmte worden afgestaan aan omgeving (zie afb 4 blz. 11)
Assimilatie en dissimilatie
- Assimilatie: Opbouw organische moleculen uit kleinere moleculen bij stofwisselingsreacties.
o Organismen bestaan uit organische moleculen.
o Dienen als brandstof, reservestof, bouwstof of informatiedrager.
- Voorbeelden organische stoffen: Koolhydraten, vetten, eiwitten en DNA.
- Grote organische moleculen
o Hierin zijn veel atomen met elkaar verbonden door energierijke bindingen.
o Om bindingen tot stand te brengen, is energie nodig.
- Dissimilatie: Afbraak van organische moleculen.
o Er komt energie bij vrij Nodig voor andere processen zoals veel transport.
o Verbranding in cellen is dissimilatieproces waarbij zuurstof wordt verbruikt.
Brandstof = glucose
Organische stoffen: Koolstofverbindingen
- Moleculen van organische stoffen bevatten 1/meer koolstofketens.
o Kunnen enkele tot duizenden koolstofatomen lang zijn.
- Bevat koolstof (C), waterstof (H) en soms zuurstof (O), stikstof (N), zwavel (S) en fosfor (P).
- Koolwaterstofverbinding is energierijk (C-H).
- Metaalionen kunnen zijn ingebouwd in organische moleculen (Bijv.: hemoglobine)
Anorganische stoffen: Koolstofverbindingen met kleine moleculen met slechts één koolstofatoom.
- Bijv.: CO, CO2 en carbonaat.
Koolstofassimilatie: Glucosevorming uit anorganische stoffen (= CO2, H2O (of andere stof met H)).
- Energie voor nodig.
- Kunnen planten en cyanobacteriën want zijn autotroof.
o Gebruiken hiervoor energie uit (zon)licht = fotosynthese
, Voorgezette assimilatie
- Heterotrofe organismen: kunnen organische stoffen niet omzetten tot anorganische stoffen.
o Moeten voor opbouw cellen organische stoffen als voedsel opnemen.
- Glucose: grondstof voor vorming van andere koolhydraten, vetten eiwitten en DNA.
- Voortgezette assimilatie in autotrofe organismen: mineralen als nitraten en fosfaat nodig.
o Plant produceert in koolstofassimilatie (fotosynthese) glucose.
o Daarna in voortgezette assimilatie glucose eiwitten, vetten en koolhydraten.
-
Energietransport in cellen
- Stofwisselingsprocessen waarbij energie nodig is, zijn gekoppeld aan de splitsing van ATP
o Assimilatie van organische moleculen.
ATP (= Adenosinetrifosfaat): nucleotide (bouwsteen nucleïnezuur)
- ATP bestaat uit: Adenosine (= Adenine en ribose) en drie fosfaatgroepen.
- Gevormd bij: fotosynthese in chloroplasten en verbranding in mitochondriën.
- Afbraak ATP: ADP + Pi + energie
o ATP-moleculen transporteren chemische energie naar energiebehoefte plek in cel.
In bindingen van fosfaatgroepen is veel chemische energie vastgelegd.
o Als fosfaatgroep afgesplitst ontstaat ADP (= adenosinedifosfaat).
o Vrijgekomen energie wordt gebruikt voor levensprocessen als: samentrekking
spieren, stoffen transport of opbouw eiwitmoleculen.
- Opbouw ATP: ADP + Pi + energie ATP
o ATP kan worden gevormd bij dissimilatiereacties
o Bijv.: dissimilatie glucose en lichtreacties fotosynthese.
o Energie die bij dissimilatiereacties beschikbaar komt wordt gebruikt om P te binden
aan ADP ATP (Bindingsreacties is fosforylering).
o Vrije fosfaatgroep in reactievergelijking weergegeven als P i ( = inorganic phosphate)
Evolutie
- Assimilatie en handhaving van bouw van organisme alleen mogelijk door voortdurende
toevoer van energie uit omgeving. Bij afwezigheid geen leven mogelijk.
- Cellen reageren op veranderingen in temperatuur, zuurgraad en vochtgehalte van
omringende milieu en op stoffen die omringende cellen afgeven.
- Informatie in DNA-moleculen beïnvloedt bouw en stofwisseling.
o Wordt doorgegeven via DNA aan nieuwe generatie.
- Aarde ontstond ongeveer 4,6 miljard jaar geleden, toen was er geen leven.
- Biogenese: Leven ontstaat uit niet-leven.
o Verondersteld wordt dat eenvoudige organische verbindingen kunnen zijn ontstaan
bij vulkanische activiteit aan aardoppervlak van vroegere aarde (oersoep).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller frederiqueoerlemans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.56. You're not tied to anything after your purchase.