100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfseconomie $7.62   Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfseconomie

 16 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting voor het eerste jaar bedrijfseconomie, het vak bedrijfseconomie

Preview 4 out of 57  pages

  • December 28, 2021
  • 57
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Cost accounting
D1. Relatie cost accounting, financial accounting en management accounting

Stakeholders (=belanghebbenden)

- intern -extern
WN leverancier
manager klanten
aandeelhouders



Informatiebehoefte

- management -financial



Boekhoudkundige
registratie (AF, VF, BA,..)

=> cost accounting



Financial accounting (p.11)

1) Externe rapportering (vaak de jaarrekening)
a) Strikte beperkingen
b) Gebaseerd op werkelijke kosten (historische kostprijzen)
c) Instituten die geldende normen bepalen (CBN)
d) Wetgevende instanties
e) Belastingsdienst
f) Onafhankelijke accountants



Interessant voor aandeelhouder en mogelijke investeerder om verschillende ondernemingen te
vergelijken.

Wetgevende instanties zetten vaste regels over hoe die rapportering moet gebeuren, wie die moet
maken en hoe die eruit moet zien.




1

,D2.Kosten en kostprijs

Middelen

Vb. restaurant -> dienst leveren (types maaltijden)

● Grondstoffen
● Arbeid (bediening en kok) Kost
● Machine (kassa, oven)
● Gebouwen

D3. Kost en uitgave

Kosten

Aanwenden of verbruiken van middelen bij productieproces = wat je ermee maakt of verbruikt

Uitgaven

Betaling van middelen

Vb. elektriciteit



Uitgave Kost
=aankoop van elek. => betalen =elek. verbruiken om middelen te maken



Vb. lening



Uitgave Uitgave + Kost
=terugbetaling bedrag lening =rente terugbetalen vb. bij bank
(meerdere keren)



Vb. machine



Uitgave Kost
=aankoop => betalen =gebruiken => afschrijven (jaarlijks)



Niet-kas kosten

Kosten die geen uitgave zijn
vb. afschrijvingen

Kaskosten

Kosten die wel uitgave en kost zijn
vb. elektriciteit



2

,D4. Kostenindeling

Kostensoorten

Kosten met gelijkaardige economische kenmerken
-> categorische indeling



Afschrijvingskosten (p.17)

1) Duurzaam productiemiddel (bv. gebouw, machine, auto) kan meermaals aangewend worden
maar heeft een beperkte economische gebruiksduur

2) We verbruiken economische gebruiksduur door het aanwenden van het productiemiddel =>
KOST


3) Boekhouding zal jaarlijks bij afsluiting de kost van afschrijving bepalen:
a) Aanschaffingswaarde (=AW) = aankoopprijs + bijkomende aankoopkosten
b) Gebruiksduur (=t) bv. 5 jaar voor auto’s, 10 jaar voor machines,…
Afschrijvings%: 5 jaar = 20% per jaar, 10 jaar = 10% per jaar,…
c) Restwaarde (= RW) = waarde op einde economische levensduur
d) Afschrijvingsbedrag (=D) = KOST



Afschrijvingskosten - methodes

Lineaire afschrijvingsmethode
Formule: D = (AW – RW)/ t

Gegeven

● Aankoopprijs van een machine:50.000 EUR
● Installatiekost: 1.250 EUR
● Restwaarde: 1.250 EUR
● Economische levensduur: 5 jaar
Gevraagd: bepaal afschrijvingsbedrag met lineaire afschrijvingsmethode

Oplossing:

D = (50.000 EUR + 1.250 EUR – 1.250 EUR) / 5 jaar = 10.000 EUR/jaar



Lineaire afschrijvingsmethode

1) Veel gebruikte methode
2) Eenvoudig
3) Nadeel: jaarlijks hetzelfde bedrag, geen weerspiegeling van de realiteit => ander methode
mogelijk




3

, Degressieve afschrijvingsmethode

1) Eerste jaren hoog bedrag, daaropvolgende jaren minder
2) Enkel fiscaal aanvaard indien eerste jaren het afschrijvingspercentage < dubbel lineair
afschrijvingspercentage
3) Formule D = boekwaarde x afschrijvingspercentage

Boekwaarde = aanschaffingswaarde – som alle afschrijvingen


Degressieve afschrijvingsmethode (geen oefeningen)

Gegeven

● Aankoopprijs van een machine: 50.000 EUR
● Restwaarde: 0 EUR
● Economische levensduur: 5 jaar
Gevraagd: bepaal afschrijvingsbedrag met lineaire en degressieve afschrijvingsmethode

Oplossing:

Lineaire afschrijvings% = 100%/5 jaar = 20% per jaar
D= (50.000 EUR – 0 EUR)/5 = 10.000 EUR per jaar

Degressief afschrijvings% = maximaal dubbel lineair = 2x20% = 40%



Oplossing:

Jaar 1

40 % x 50.000 EUR = 20.000 EUR

Jaar 2

40 % x (50.000 EUR – 20.000 EUR) = 12.000 EUR

Jaar 3

40 % x (50.000 EUR – 20.000 EUR – 12.000 EUR ) = 7.200 EUR

< 10.000 EUR (=lineaire afschrijving) => mag overschakelen op lineair
= 10.000 EUR

Jaar 4

(50.000 EUR – 20.000 EUR – 12.000 EUR – 10.000 EUR ) 8.000 EUR




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller febebonte. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.62. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.62  1x  sold
  • (0)
  Add to cart