Swk 4: sociologisch denken
Hoorcollege 1
Ontstaan van sociologie
In de Franse revolutie verdween de standenmaatschappij. Het gevolg hiervan was de
industriële revolutie. Dit leidde tot een arbeidsdeling en een verstedelijking. De kerkelijke
macht verdween en de secularisering kwam. Secularisering is de algemene benaming voor
de verwereldlijking zoals die tot uitdrukking komt in ontkerkelijking, de reductie van religie
tot het private terrein en de afname van de maatschappelijke invloed van religie. Doordat er
veel anders denkers bij elkaar zaten werd de samenleving complexer.
Bekende sociologen
- Marx
Arbeidsdeling: ‘Dat kan er voor zorgen dat op het moment dat jij een stukje uit het
arbeidsproces voor jouw rekening neemt, dat jij niet meer een zinvol gevoel krijgt
over dat proces’
Vervreemding: ‘Als jij bijvoorbeeld alleen maar een moertje aandraait in de auto, kan
dat jou het gevoel geven dat jouw onderdeel er niet toedoet. Niet de verbinding
meer voelen met het gehele proces’
- Durkheim (eerste hoogleraar sociologie)
Het sociale is iets onvoorspellends, het heeft iets eigens wat eigenlijk niet te
herleiden is tot de onderdelen. Bijvoorbeeld als een individu zelf heel leuk is maar als
je ze in een groep zet met andere individuen kan het een puinhoop worden.
Het sociale als eigensoortige werkelijkheid
Sociale voorwaarden voor individualisme: ‘Het individualisme kan een probleem zijn’
Die samenleving en de verantwoordelijkheid die de samenleving of overheid op zich
neemt, en die je weg haalt bij je directe leef omgeving dat is ook een belangrijke
factor in de individualisering
- Weber
Waardevrijheid (p. 15) we vinden van alles. Als je sociologisch onderzoek wil doen
moet je je waardevrij opstellen. Je moet je niet leiden door wat je vindt van een
situatie. Dat is lastig omdat je soms ook deel uit maakt van de situatie wat je
onderzoekt. Bijvoorbeeld als je onderzoek doet naar pesten en zelf vroeger gepest
bent, dan is die betrokkenheid alweer een stuk groter dan als je iets onderzoekt waar
je niet betrokken in bent.
Sociaal handelen (p.17) alle gedragingen waarin mensen zich tot elkaar verhouden.
- Auguste Comté is de grondlegger van de sociologie
Studie van sociale netwerken (p. 12)
sociale netwerken
- Een te onderscheiden geheel van relaties tussen actoren (individuen of groepen)
(p.12)
- Sociale posities binnen een netwerk. Elke positie heeft een bepaald rolgedrag.
Sociologische blik op de wereld
Drie analyseniveaus
1. Microsysteem: ouder-kind en gezinsfactoren, intieme (omgeving) factoren. (minder
belangrijk)
2. Mesosysteem: sociale, gezins- en buurtfactoren. Onder andere vrienden en familie,
school en wijk. (belangrijk)
, 3. Macrosysteem: cultureel-maatschappelijke achtergrondfactoren, politiek klimaat,
milieu etc. Samenleving en haar instituties (belangrijk)
Instituties:
Een samenhangend geheel van gesanctioneerde en als geldig erkende normen en
procedures die op een bepaald terrein van sociale activiteiten betrekking hebben. (p. 416)
Gesanctioneerd: rechten en plichten.
Het heeft op bepaalde terreinen betrekking, de gezondheidzorg, samenlevingsvormen,
rechtspraak dat zijn instituties en daarbinnen zijn allemaal afspraken gemaakt en aan die
afspraken kun je rechten ontlenen.
Wat bestuderen sociologen
- De samenhang tussen maatschappelijke verschijnselen. Bijvoorbeeld tussen welvaart
en echtscheidingen
- Overeenkomsten en verschillen tussen samenlevingen. Bijvoorbeeld opvattingen
over doodstraf in VS en NL
- Verschillen tussen scholen of klassen. Bijvoorbeeld pestgedrag
Drie bouwstenen
1. Interactie (p. 17):
- Gaat over interactie, sociaal handelen met elkaar.
Direct en indirect
Reëel en virtueel
Samenwerking en conflict
- Om de Voorspelbaarheid te verhogen, gewoontevorming
2. Cultuur
- Wat je mee krijgt vanuit huis.
- Gemeenschappelijke waarden, normen, verwachtingen
- Overdracht door socialisatie
Aangeboren of aangeleerd?
- Internalisering. Wat je belangrijk vindt uit jezelf doen.
- Socialisatie: al het leren, bedoeld en onbedoeld, door mensen aan en van andere
mensen (p.19)
- Socialisatoren: opvoeders, vrienden, school, overheid etc.
- Imitatie, identificatie en dwang (p. 19): nature vs. nurture
Nature: genetische aanleg
Nurture aangeleerd gedrag (p. 21)
Waarden: opvattingen over wat wenselijk is (p.421)
Normen: gedragsregels, opvattingen over hoe mensen zich in bepaalde situaties
wel/niet dienen te gedragen (p.418)
- Sociale controle
Alle manieren om mensen ertoe te bewegen zich aan normen of regels te houden.
Dat kan formeel (politie), maar ook informeel (likes op insta) (p.34)
3. Interdependentie
- Onderlinge afhankelijkheid: bindingen
- Symmetrisch (allebei even afhankelijk van elkaar) of asymmetrisch (de een meer
afhankelijk van de ander dan de ander)
Hoorcollege 2
Wat is sociologie?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller caitlinvoe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.99. You're not tied to anything after your purchase.