Werkcolleges complexe consultvoeringvaardigheden LBV jaar 2
Arts van de wereld (Inleiding en H9)
Hoofdstuk 0 (inleiding)
Allochtonen hebben vaak andere ziekten:
• Sikkelcelziekte: afrika, suriname
• Diabetes type 2: hindoestaanse bevolking
Ze worden vaak onderverdeeld in westerse (europa en noord-amerika) en niet-westerse allochtonen.
Voor goede kwaliteit gezondheidszorg is het belangrijk dat zorgverleners op een adequate manier
inspelen op etnische diversiteit in de patiëntenpopulatie. Etniciteit is de bevolkingsgroep waartoe
iemand zich zelf rekent op grond van taal, cultuur, religie, herkomst, lichamelijke kenmerken, etc.
Binnen een bepaald herkomstland wonen soms verschillende etnische groepen.
Cultuur is de bril waardoor iemand naar de werkelijkheid kijkt. Cultuur verwijst naar
gemeenschappelijke tradities, waarden, normen, gewoonten, gebruiken en taal.
Er zijn grote verschillen binnen groepen van allochtone herkomst. Er wordt ook onderscheid gemaakt
in eerste of tweede generatie allochtonen, sociaal-economische status, maar ook cultuur. Tot slot
verschillen allochtonen binnen een etniciteit ook qua arbeidsparticipatie.
Etniciteit en cultuur worden vaak als synoniem van elkaar gebruikt. Dat is niet terecht. Etnische
groepen verschillen op veel meer aspecten van elkaar dan alleen op hun cultuur. Voorbeelden zijn
taalvaardigheid, migratiegeschiedenis, opleidingsniveau en de mate waarin een bepaalde etnische
groep te maken heeft met discriminatie. Een ander probleem dat zich voordoet wanneer etniciteit en
cultuur aan elkaar gelijk gesteld worden, is dat men daardoor gemakkelijk vergeet dat ook binnen
een etnische groep grote verschillen in cultuur bestaan, bijvoorbeeld tussen mensen uit verschillende
sociale klassen.
Op medisch gebied rekening houden met:
• Epidemiologische verschillen en de manier waarop klachten zich manifesteren
• Effectiviteit van de behandeling
Culturele competenties met betrekking tot persoonlijke aspecten:
• Kennis hebben over context waarin bepaalde etnische groepen leven
• Bewust zijn van de wijze waarop de etnische herkomst van de patiënt zijn ideeën over
gezondheid en gezondheidszorg, zijn referentiekader, de vanzelfsprekendheid van normen
en waarden enzovoort kan beïnvloeden
• Bewust zijn van eigen ideeën over gezondheid en gezondheidszorg, etc.
• Bewust worden van eigen vooroordelen en neiging tot stereotypering
• Bewust zijn van persoonlijke en professionele onzekerheid
• Flexibel en creatief kunnen inspelen op nieuwe situaties
• In staat zijn informatie over te brengen op een voor de patiënt begrijpelijke wijze en inzien
wanneer externe hulp nodig is bij de communicatie
Hoofdstuk 9
Tot een hulpvraag behoren de impliciete en expliciete vragen en verwachtingen van een patiënt over
de hulpverlening. Deze vragen en verwachtingen kunnen van invloed zijn op de houding van de
patiënt in het vervolg van het gesprek. Daarom is een volledig inzicht in de hulpvraag (of hulpvragen)
noodzakelijk.
Bij allochtone patiënten kan het moeilijker zijn de juiste hulpvraag te achterhalen, bijvoorbeeld door
taalproblemen of doordat de culturele achtergrond of ervaringen in een andere zorgomgeving de
,hulpvraag ‘kleuren’. Aandachtspunten bij het verhelderen van de hulpvraag bij allochtone patiënten
zijn:
- De patiënt in zijn of haar eigen woorden laten vertellen waarvoor hij of zij komt. Neem
hiervoor voldoende tijd als een patiënt niet zo goed Nederlands spreekt.
- Wees alert op onduidelijkheden. Allochtone patiënten kunnen andere woorden of metaforen
gebruiken dan u gewend bent. Ook kunnen zij met bepaalde Nederlandse woorden iets
anders bedoelen dan in de Nederlandse taal gebruikelijk is.
- Doorvragen binnen het referentiekader, de denkrichting, van de patiënt. Probeer niet te veel
te sturen met eigen vragen. Het lijkt effectiever om gerichte vragen te stellen, maar het blijkt
dat een korte, explorerende fase vanuit het referentiekader van de patiënt efficiënter is.
Hiermee wordt overigens niet bedoeld dat u verkeerde bewoordingen over moet nemen van
de patiënt.
Na de fase van verheldering van de hulpvraag is het belangrijk de verkregen informatie samen te
vatten. Zo kunt u controleren of u de patiënt goed hebt begrepen en of er meer vragen zijn. Ook is
het van belang expliciet aan te geven wat vervolgens de bedoeling is in het consult. Hiermee worden
verwachtingen van patiënt en arts op elkaar afgestemd.
Er zijn drie voorwaarden voor juist gebruik van medicatie: de patiënt moet weten hoe het middel
gebruikt moet worden, de patiënt moet gemotiveerd zijn om het geneesmiddel te gebruiken en de
patiënt moet de vaardigheden hebben voor een juist gebruik. Bij voorlichting en instructie over
geneesmiddelen aan allochtone patiënten dient u extra alert te zijn op punten als: verwachtingen
van de effectiviteit en de interpretatie van een genuanceerde boodschap. Formuleer de
gebruiksinstructie daarom zo concreet mogelijk.
Motivational interviewing gaat uit van de beleving van de patiënt. In plaats van de
informatieverstrekking te ondergaan, krijgt de patiënt de kans om te sturen welke informatie hij wil
ontvangen. Daardoor is de kans groter dat de patiënt zich openstelt en zich afvraagt wat de
informatie voor hem persoonlijk betekent. Een motiverende manier van informatie geven verloopt
volgens het schema: vraag naar behoefte aan informatie; geef informatie; vraag naar wat de patiënt
hiervan vindt en hoe dit past in de eigen situatie.
Communication skills for medicine (H7)
Ras, etniciteit en taal hebben invloed op de kwaliteit van de arts-patiëntrelatie. Artsen zijn vaak
minder empathisch tegen mensen die een andere taal spreken. Daarnaast ontvangen mensen minder
informatie en worden ze minder betrokken bij het beleid.
In een normale situatie besteden we aandacht aan patiënt centrale zorg door het achterhalen
hulpvraag: wat wilt iemand? Wat zijn de wensen en verwachtingen?
Bij potentieel cultuurverschil:
- Nieuwsgierig zijn en vragen stellen: zorgen dat je geen verkeerde inschattingen maakt
- Luisteren: probeer cues op te vangen die laten zien wat de patiënt belangrijk vindt
- Investeren in arts-patiëntrelatie door: de tijd te nemen, interesse te tonen en actief proberen
het perspectief van de patiënt te begrijpen
Culturele verschillen tussen arts en patiënt:
- Overtuigingen over het lichaam en hoe het werkt
- Overtuigingen over gezondheid, ziekten en behandeling
- Perceptie van beide rollen
- Verwachtingen van de medische zorg
- De sociale acceptatie van expressie van emoties
, - Verwachtingen over de betrekking van naasten in het ziekteproces
- Verwachtingen en voorkeuren in gezamenlijke besluitvorming
o Maakt de dokter de beslissing?
o Maakt de leider van de gemeenschap de beslissing?
- De sociale acceptatie dat je tegen iemand in mag gaan
Cultuur is een sociale constructie. De grenzen zijn niet altijd duidelijk.
Een taalbarrière kan leiden tot misverstanden. Strategieën:
- Laat de patiënt iemand meenemen voor steun en support
- Rustig vragen stellen
- Tolk inschakelen: voordelen zijn eenvoudiger voor het verloop van het consult, nadelen zijn
bias doordat betekenissen kunnen veranderen tijdens het translatieproces. Bovendien treedt
er dan distantie op tussen arts en patiënt.
Wanneer iemand zelf een tolk heeft meegenomen, een familielid dat toevallig engels spreekt:
- Rekening houden met vertrouwelijke informatie, maak dit duidelijk aan de tolk
- Probeer je vooral te richten op de patiënt
Het geneeskundig proces (8.1-8.4, H11 en 13.6-13.8)
Hoofdstuk 8: Begeleiden en monitoren
In het geneeskundig proces maken we onderscheid tussen cure en care. Bij het begeleiden van een
patiënt moet je je in de patiënt kunnen verplaatsen en is het belangrijk te laten zien dat je betrokken
bent. Goed begeleiden vraagt om het praktisch organiseren van zorg voor de patiënt. Een patiënt
heeft continuïteit nodig; een patiënt heeft liever altijd dezelfde arts. Kan een arts geen continuïteit
bieden, kan hij toch heel veel doen om continuïteit in de begeleiding te vergemakkelijken door
bepaalde informatie door te spelen aan collega’s. Een patiënt merkt of iemand kennis heeft van
zijn/haar medisch dossier.
Voor een deel van de langdurige begeleiding van mensen zijn artsen eigenlijk helemaal niet het
meest geschikt. Gespecialiseerde verpleegkundigen worden daarom steeds meer ingezet bij
chronische zorg (delegatie). Zij hebben meer tijd voor de patiënt en kunnen daarmee
“zelfmanagement” door de patiënt helpen te verbeteren. Bij de behandeling van een chronische
ziekte zijn dus verschillende zorgverleners uit verschillende disciplines betrokken. Bij ketenzorg
bundelen al die zorgverleners hun krachten, met één gezamenlijk doel: de kwaliteit van leven van
patiënten verbeteren. Hierbij wordt een zorgplan opgesteld.
Psychiatrische patiënten houden zich niet altijd aan afspraken. Zij hebben vaak maatschappelijke
problemen. Soms kan het dan lastig zijn om middenweg te vinden tussen een paternalistische
houding en een liberale houding waarbij de autonomie van de patiënt centraal staat.
Palliatieve fase: wanneer geen genezing meer mogelijk is en de patiënt alleen nog maar achteruit zal
gaan. Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert. Hierbij wordt de
dood niet vertraagd of versneld. In de laatste fase van iemands leven is begeleiden van groot belang.
In die fase moeten de praktische organisatie van zorg en de monitoring worden geïntegreerd met
emotionele steun. Vergt: empathie, betrokkenheid en kennis van de arts over de vijf fasen van
verwerking van Kübler-Ross. (1. Ongeloof/ontkenning, 2. Boosheid/wanhoop, 3. Marchanderen, 4.
Verdriet, 5. Aanvaarding.
Terminale fase: 3 maanden voor de dood. Deze fase wordt gekenmerkt door toenemende
bedlegerigheid. Terminale zorg verlenen vraagt van de arts:
- Een goede balans tussen betrokkenheid en professionele distantie
- Tijd en aandacht om de problematiek rond het sterven te bespreken
- Kennis van medisch-technische kant van terminale zorg
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lieketouwen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.