100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Immunologie (E09Q0a) $13.48   Add to cart

Summary

Samenvatting Immunologie (E09Q0a)

 167 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

GESLAAGD IN EERSTE ZIT - Dit document bevat ALLE info van het vak immunologie . Alle slides met prenten in 1 document verwerkt Makkelijk om te leren en te begrijpen

Preview 4 out of 69  pages

  • December 29, 2021
  • 69
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Immunologie 2021 S. Struyf – P Van den Steen

Les 1: Immunologie, introductie
Enkele principes, inleiding
Immuniteit (< immunitas): bescherming tegen ziekte, infectieuze ziekten
à cellen die voor immuniteit zorgen, vormen samen het immuunsysteem
à immuunrespons: collectieve en gecoördineerde reacties van het immuunsysteem in
antwoord op vreemde of abnormale substanties/micro-organismen

PREVENTIEVE GENEESKUNDE VS IMMMUNOLOGISCHE PRINCIPES
- goedkoop - herkennen van gevaar
- effectief - self non-self kunnen onderscheiden
- geheugen opbouwen (denk aan
vaccineren)
=> makkelijker te vaccineren, dan op IC te verzorgen
=> preventieve geneeskunde is makkelijk en goedkoop

Functies van het immuunsysteem:
- bescherming tegen infecties
- bescherming tegen tumoren
- controle van weefselregeneratie en littekenvorming
- het kan cellen beschadigen en pathologische ontsteking induceren (auto-immuunziekte)
- het herkent en reageert op weefseltransplantaten en nieuw ingebrachte eiwitten
à ons immuunsysteem moet ons beschermen tegen een breed spectrum aan pathogenen
en tegen infecties

De belangrijkste categoriën van humane pathogenen: virussen, bacteria, fungi en parasieten.
Het immuunsysteem van vertebraten bestaat uit drie defensielinies:
1. Fysieke barrières
a. Huid
b. Muceus membraan
c. Cilia
d. Lichaamstemperatuur
e. pH
2. Het aangeboren immuunsysteem/natuurlijke immuniteit
a. Neutrofielen: fagocyten
b. Basofielen
c. Eosinofielen
d. Macrofagen: fagocyten
e. Mast cellen
f. Dendritische cellen: fagocyten
g. Natural killer cellen (NK cellen)
3. Het adaptieve/verworven immuunsysteem
a. T helper cellen
b. Cytotoxische T cellen
c. Naïeve B cellen
d. Plasma cellen

,Natuurlijke (= aangeboren) immuniteit
à barrières (cellen & moleculen)
à fagocytose: microorganismen opnemen en intracellulair afbreken
- opsonines (vergemakkelijken opname/versterken de fagocytotische trigger)
- herkenning: receptoren (TLR, C-type lectine Rc, Fc gamma Rc…)
à cellulaire toxiciteit (NK cellen die virus geïnfecteerde cellen gaan afdoden)
à humorale factoren: in extracellulaire lichaamsvloeistoffen
- complement
- cytokinen & andere inflammatoire mediatoren
- acute fase eiwitten

Belangrijkste kenmerken aangeboren immuniteit:
- altijd aanwezig en onmiddellijk actief
- snelle respons, maar een gelimiteerde en lagere potentiaal
- beperkte specificiteit
- diversiteit: laag (50 tal verschillenden)
- breekt direct micro-organisme af
- geen geheugenvermogen (eerste en tweede contact is in respons gelijk)
à cytokines leveren zowel bijdrage aan de adaptieve als aangeboren immuniteit

Verworven (= adaptieve) immuniteit
- normaal gesproken stil/niet aanwezig
- tragere respons, maar veel krachtiger
- herkenning van specifieke antigenen
- diversiteit: hoog (1000den)
- bezitten een geheugenvermogen: maakt een straffere/efficiëntere respons mogelijk bij een
2e blootstelling
à geheugencellen, gevormd tijdens eerste contact, kunnen sneller reageren dan de
naïeve lymfocyten
à magnitude van de respons is groter en vaak ook effectiever
à tweede respons is ok robuuster en zwakt minder snel af dan bij het eerste contact
à cytokines leveren zowel bijdrage aan de adaptieve als aangeborden immuniteit

Antigeen wordt herkend in het adaptieve immuunsysteem door ofwel antilichamen (helpen
ons om tegen extracellulaire micro-organismen verdedigd te zijn) aangemaakt door B-cellen
ofwel door de T-cel receptoren (CD4+ of CD8+).

In de adaptieve immuniteit onderscheid tussen humorale en cellulaire immuniteit.
à humorale immuniteit: gebasseerd op macromoleculen in extracellulaire
lichaamsvloeistof. Deze macromoleculen omvatten antilichamen, complement en
antimicrobiële peptiden (omhelst de B lymfocyten)
à cellulaire immuniteit: (omvatten T lymfocyten) T helper lymfocyten secreteren eiwitten
die de immuunreactie ondersteunen.

Antigenen X en Y activeren verschillende B cellen en induceren de productie van
verschillende antilichamen (“specificiteit”). Bij 2e contact is de secundaire respons sneller en
vertoont deze een grotere amplitude dankzij het “immunologisch geheugen”. Na verloop

,van tijd dalen de hoeveelheden antilichamen, “contractie” of het afronden van de
immuunreactie.

Cellen en mediatoren van het immuunsysteem
De verschillende bloedcellen en hun voorlopers: aangemaakt in beenmerg op basis van
stamcellen die daar aanwezig zijn.




à Neutrofiele granulocyten zijn het meest abundant in bloed gevolgd door lymfocyten
à Schildwachten van het immuunsysteem: mestcellen, macrofagen en dendritische cellen
à aanwezig in alle weefsels om indringers of abnormaliteiten te ontdekken
à macrofagen: professionele fagocyten, maken veel cytokine aan, antigen
presenteren
à mestcellen: onmiddellijk degranuleren, zetten ontstekingsmediatoren vrij
à dendritische cel: allerlei uitsteeksels om goed de omgeving te kunnen aftasten,
adaptieve immuniteit aanswitchen (antigen gaan vervoeren van plaats van ontsteking
naar lymfeknoop, waar contact met lymfocyten plaatsvindt)

Mestcellen bevatten talrijke granulen die aanwezig zijn in het cytoplasma. De granulen zijn
volgepakt met onstekingsmediatoren die worden vrijgezet bij de detectie van micro-
organismen, weefselschade of de complementfactoren C3a, C5a.
Mestcellen zijn ook belangrijke spelers in allergische reacties.

Macrofaag wordt geactiveerd als er pathogeen-geassocieerde moleculaire patronen
(PAMP’s) op de bacteriën aanwezig zijn. De macrofaag zal de bacteriën opnemen via
fagocytose om ze intracellulair af te doden. De macrofaag zet vele mediatoren (cytokinen en
chemokinen) vrij om de immuunreactie op gang te brengen.

Afdoding van een micro-organisme via fagocytose
à opsonines merken een micro-organisme
à deze opsonines worden herkend door specifieke receptoren van de fagocyten
à micro-organisme wordt intracellulair afgedood in de fagolysosoom
à cellen die fagocyteren = fagocyten (macrofagen, neutrofiele granulocyten en DC)

Dendritische cel heeft veel takvormige structuren.

, 2 belangrijke functies: - detectie van indringers/abnormaliteiten
- presenteren van Ag aan naïeve T-cellen na opname van Ag en
migratie naar drainerende weiknoop

Monocyten: circuleren in bloed: boonvormige kern
Macrofagen: aanwezig in weefsels
Dendritische cellen: aanwezig in weefsels
Megakaryocyten: aanwezig in beenmerg: maken bloedplaatjes aan
à monocyt en macrofaag specifieke naam in bepaalde weefsels (slide 34)
Polymorfonucleaire cellen (meerlobbige kern) en mononucleaire cellen hebben een andere
densiteit en kunnen op basis van hun densiteitsverschil van elkaar gescheiden worden.
Polymorfonucelaire cellen worden nog eens onderverdeeld in eosinofiele, basofiele en
neutrofiele granulocyten.
Neutrofiele granulocyten: belangrijk voor bestrijding van bacteriën
Eosinofiele en basofiele granulocyten: belangrijk voor bestrijding van wormen (parasieten)
en allergie

Natural killer (NK) cellen: aangeboren immuuncellen die ons beschermen tegen virussen en
die kankercellen opruimen.
à cellen die geen MHC1 tot expressie brengen worden afgebroken door NK cellen

De lymfocyten (onderdeel van adaptieve immuunsysteem)
T-cellen: - helpen in antilichaam productie (CD4+)
- doden virus geïnfecteerde cellen (CD8+)
- regulerende rol (Treg: immuunrespons dempen en zorgen dat er geen schade is)
à aangemaakt in thymus
B-cellen: - antilichaam productie
à aangemaakt in beenmerg

Belangrijke mediatoren van het immuunsysteem:
Aangeboren immuniteit
- histaminen, vasoactieve amines en lipideproducten van oa mestcellen
- complementfactoren
-pentraxines
-defensines
- cytokines (waaronder chemokines)/groeifactoren
-acute fase eiwitten

Adaptieve immuniteit
- antilichamen
- cytokines (waaronder chemokines)/groeifactoren: cytokines waarmee cellen met elkaar
communiceren

Acuut-fase eiwitten
à positieve acuut-fase eiwitten en klinisch belang
- mannose-bindend lectine (MBL): herkenning van gisten
- C-reactief proteïne (CRP): merker van ontsteking: zeer snel aangemaakt

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tandartsM. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.48. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.48  8x  sold
  • (0)
  Add to cart