Een beknopte samenvatting van de stof voor deeltoets 2 van Inleiding Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Met deze samenvatting heb ik een 8 weten te behalen voor het tentamen.
Inleiding Communicatiewetenschap deeltoets 2
Media
Mediatisering/medialogica
Het CNN-effect:
Berichtgeving Publieke opinie Druk op regering
Kenmerken pseudo-event:
- Dramatisch
- Gepland
- Duidelijk afgebakend qua tijd en plaats
- Zouden niet plaatsvinden als er geen media aanwezig zou zijn (“event
planned to receive media publicity”)
Medialogica: “de macht om te bepalen wie en wat (politiek) relevant is, wordt voor
een groot deel bepaald door de media.” media concurreren om aandacht van
consument
1. Media en media-aandacht zijn belangrijk (“mediacratie”)
2. Mediaproducenten hebben eigen logica
Zelfde ideeën over wat aantrekkelijk is: media volgen elkaar
Scherpe concurrentie: media willen scoren
3. Actoren anticiperen op wat media willen
4. Deze mediaregels verdringen andere overwegingen
Vermaken wordt bijv. belangrijker dan informeren
Mediatisering als proces ontwikkeling naar meer invloed van media (op
maatschappij) media als doorgeefluik
- Mediacommunicatie vormt en hervormt ons begrip van de maatschappij
(media als lens over de maatschappij)
- Essentieel onderdeel geworden voor onze sense-making van de werkelijkheid
Vier-dimensioneel concept:
1. Media informeert mensen
2. Afhankelijkheid media van politieke instituties (kritischer)
3. Media doet ook zelf onderzoek inhoud bepalen de media zelf i.p.v.
klakkeloos boodschappen over te nemen
4. Politieke actoren spelen wel/niet in op media(logica)
Bijv. door een pseudo-event
Wie bepaalt het nieuws? nieuwskeuze is zeer subjectief
- “The gatekeeper”
o “wire editor”
o Persbureaus & (inter)nationaal nieuws
- Eigenaar/hoofdredactie
o Redactiestatuut
- Adverteerder
Invloeden nieuwskeuze:
- Demografische kernmerken hebben beperkte invloed
- Persoonlijke waarden en normen (afhankelijk van rol & macht van individu)
1
, Nieuwswaarden
Nieuwswaarden: conceptueel kader om poortwachterpraktijken van media te
beschrijven.
Galtung & Ruge (1965)
1. Frequency: een gebeurtenis die zich gelijktijdig ontvouwd met nieuwscyclus
2. Threshold: overschrijdt drempel
3. Unambiquity: hoe meer nuances, hoe minder nieuwswaardig
4. Meaningfulness: cultureel relevante gebeurtenis wordt vaker gerapporteerd
5. Consonance: als de journalist al het idee heeft dat er iets gaat gebeuren
6. Unexpectedness: zeldzaam of onverwacht
7. Continuity: zodra iets nieuws is, blijft het nieuws
8. Composition: gebeurtenis past beter (compositie)
9. Reference to elite nations
10. Reference to elite people
11. Reference to elite persons
12. Reference to something negative
Kritiek op nieuwswaarden G&R:
- Nieuws over gebeurtenissen?
- Kenmerken gebeurtenis of constructie journalist
- Nieuwsfactoren lastig te beoordelen
- Belang van beelden
Nieuwswaarden volgens Harcup & O’Neill:
1. Magnitude
2. Relevance
3. Surprise
4. Follow-up
5. Power elite
6. Celebrity
7. Bad news
8. Entertainment: verhalen over (o.a..) seks, showbizz, dieren, drama
9. Good news: positieve verhalen (bijv. redding)
10. Newspaper agenda: verhalen die passen bij agenda van nieuwsorganisatie
(commercieel gewin t.o.v. andere media)
Intermedia-invloed media volgt media
Nieuwsbronnen:
- Prescheduled/prefabricated:
o Officiële gebeurtenissen
o Persberichten
o Persconferenties
o Georganiseerde events
- Onverwachte gebeurtenissen
Een “goede” bron:
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julianalittel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.