100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Toelatingstoets pabo aardrijkskunde hele boek $5.53   Add to cart

Summary

Samenvatting Toelatingstoets pabo aardrijkskunde hele boek

9 reviews
 699 views  83 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting staat alle informatie van h1 t/m h8 over wat er in de toelatingstoets van de basiskennis aardrijkskunde boek word behandeld. Als je deze samenvatting goed leert heb je alle onderdelen in het boek goed behandeld en haal je gegarandeerd de toelatingstoets aardrijkskunde. Succes m...

[Show more]

Preview 3 out of 29  pages

  • Yes
  • December 29, 2021
  • 29
  • 2020/2021
  • Summary

9  reviews

review-writer-avatar

By: jannevanatten06 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: agroskam • 1 year ago

review-writer-avatar

By: femkelievers1 • 1 year ago

Translated by Google

Good summary, but a shame about all the misspellings it contains, not very pleasant.

review-writer-avatar

By: niekwosting • 1 year ago

review-writer-avatar

By: imkewolters • 1 year ago

review-writer-avatar

By: daniquebrouwer • 2 year ago

review-writer-avatar

By: tessasiebert • 2 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Toelatingstoets pabo: basiskennis aardrijkskunde

Hoofdstuk 2 De aarde

2.1 De aarde in het zonnestelsel

De aarde draait net als negen andere planeten rondjes om de aarde. De aarde heeft een jaar nodig
en 6 uur om een rondje te maken om de zon. Daarom hebben we ook een keer in de vier jaar een
schrikkeljaar waarbij de maand februari een dag extra krijgt. Twee derde van de aarde bevat water.
Tussen de zeven continenten: Europa, Azië, Afrika, Noord- en Zuid-Amerika, Australië en Antarctica
liggen oceanen. De grootste twee zijn de stille- of Grote Oceaan. Op het land heb je bijvoorbeeld ook
meren die nauwelijks zout water bevatten maar wel zoet water.

2.2 Geografische coördinaten en tijdzones

We gebruiken geografische coördinaten om precies te kunnen zeggen waar een punt op aarde ligt.
Breedtecirkels of parallellen zijn denkbeeldige lijnen die horizontaal over de aarde loopt. De evenaar
verdeelt de aarde in het noordelijke of zuidelijke halfrond. Hoe dichter de lijn bij de evenaar komt
wordt het lage breedte genoemd hoe dichter bij de polen word de lijn hoge breedte genoemd. Je
hebt hierbij ook Noorder- en zuiderbreedte. De lijnen die verticaal lopen heten meridianen. De
meridianen lopen van de noordpool naar de zuidpool. De evenaar is het midden van waar de
meridiaan langs loopt. De Nulmeridiaan bij Greenwich in London deelt de aarde in het westelijk- en
een oostelijk halfrond. Ga je van Greenwich naar het westen, dan spreek je van graden westerlengte.
Voorbeeld van nog een onderverdeling: 52*18’31’’NB / 4*45’50’’OL, oftewel 52 graden, 18 minuten
en 31 seconden noorderbreedte enzo. De aarde draait in 24 uur (een etmaal) tegen de klok in rond
haar eigen as dit veroorzaakt dag en nacht. Doordat de aarde schreef staat komt de zon in het oosten
op en gaat in het westen onder, waardoor we verschillende tijdzones krijgen waar precieze afspraken
over zijn gemaakt. Elke tijdzone komt overeen met 15 lengtegraden, maar in de praktijk vallen de
tijdgrenzen op de grens van een land.

2.3 De seizoenen

De denkbeeldige aardas waar de aarde omheen draait staat altijd aan dezelfde kant schuin. Dat
veroorzaakt tijdens het ronddraaien om de zon verschillende seizoenen. Tijdens de zomer in juni op
het noordelijk halfrond staat de zon midden op de dag recht aan de hemel. In december tijdens de
winter niet dan staat de zon van het noordelijk halfrond afgekeerd, waardoor de zonnestralen in een
schuinere hoek vallen. Bij de overgangsseizoenen herfst en lente zijn de dagen op de aarde overal
precies even lang. Dus op het zuidelijke halfrond zijn de seizoenen wat tijdstip betreft precies
omgekeerd aan de seizoenen op het noordelijk halfrond.

2.4 De getijden: vloed en eb

Veel planeten hebben meerdere manen, de aarde heeft er maar eentje die in 27 dagen een rondje
om de aarde draait met steeds dezelfde kant op de aarde gericht. Het zeewater staat onder invloed
van de aantrekkingskracht van de maan, de zon en een kracht die ontstaat door de draaiing van de
aarde, deze krachten vormen de optelsom van de totale aantrekkingskracht. Hierdoor ontstaan twee
bulten waar vloed bij hoge weerstand is en eb bij lage weerstand en deze blijven op dezelfde
gebieden. Omdat de aarde draait door de omwenteling draait een land door de gebieden van de eb

,en vloed heen omdat die op dezelfde plek blijven. Hierdoor heb je voortdurend opgaand tij (vloed)
en afgaand tij (eb) deze komen allebei twee keer in 24 uur voor waardoor er om de 6 uur een nieuw
getij is.

2.5 Endogene krachten

Krachten die van binnenuit op de aardkorst inwerken noemen we endogene krachten, deze
veroorzaken belangrijke verschijnselen op aarde bijvoorbeeld continentbewegingen, vulkanen en
vulkanische verschijnselen.

Continentbewegingen: De aarde bestaat uit de buitenkant uit een dunne aardkorst. Onder de
aardkorst zit de zogenaamde mantel namelijk magma (vloeibaar gesteente) en in het midden bevindt
zich de vaste kern. De aardkorst drijft op het magma. Stroming van magma in de mantel veroorzaakt
aardplaattektoniek. Je hebt zes grote aardkorstplaten die uit elkaar, naar elkaar of juist langs elkaar
bewegen.

Van elkaar af bewegen: De aardplaten in de Atlantische oceaan bewegen van elkaar af. Hierdoor
ontstaat de oceanische rug waarbij het magma een nieuwe aardkorst vormt op de aardbodem. Op
sommige plekken zijn de vulkanen zo hoog dat ze boven het water uitkomen.

Als aardplaten naar elkaar toe bewegen verdwijnt er weer een deel aardkorst. Je hebt drie manieren
waarop aardplaten naar elkaar toe bewegen. Bij elke manier kan ook gebergtevorming optreden. Ten
eerste heb je de subductieproces. Hierdoor schuift de dunne oceaankorst door de zijwaartse druk
onder de dikkere continentkorst, wanneer deze korst dieper gaat word de korst weer magma door
de warmte en de druk en dan komt de magma weer als uit de vulkanen en vormen weer een
aardkorst, hierdoor kunnen gebergten worden gevormd. Bij de subductiezone ontstaat een grote
diepte wat de frog wordt genoemd. De tweede manier is dat de twee continentkorsten plooiien, dus
dat de continentkorsten tegen elkaar op deuken en die gaan dan rechtop staan en zelfs over elkaar
heen schuiven. Dit wordt ook wel plooiingsgebergte genoemd. De derde manier is dat de ene onder
plaat onder de andere schuift, hierdoor ontstaat ook een subductiezone met verderop een
vulkanisch gebergte.

Langs elkaar bewegen: als aardplaten van elkaar bewegen ontstaan er orkanen en vulkanische
verschijnselen. Ook kunnen vulkanen ontstaan.

Aardbevingen, vulkanen en vulkanische verschijnselen: beweging van de aardplaten gaat niet
geleidelijk maar schoksgewijs wat we ook wel aardbeving noemen en die komen langs de hele
breuklijn van aardplaten voor. Aardplaten langs elkaar bewegen zijn aardbevingen heviger.
Aardbevingen zijn moeilijk te voorspellen. Een zeebeving is een aardbeving die in de zee plaatsvindt.
Hierdoor ontstaat een hoge golf die naar de kust gaat en dan wordt die golf ook wel een tsunami
genoemd. Sommige tsunamilanden zijn tegenwoordig goed beschermt tegen de tsunami door een
muur of waarschuwingssystemen in de zee, maar een tsunami blijft altijd onvoorspelbaar.

Vulkanen: vulkanen vinden vaak langs de breuklijn plaats. Je hebt twee soorten vulkanen. De eerste
is een kegelvulkaan, deze hebben magma die in delen van de aardkorst opgesloten zit. Deze vulkaan
heeft een kegelvorm omdat het magma wat op de aardoppervlak lava wordt genoemd als stroperig
gesteente uit de krater komt en die stolt zich op. Dit gesteente dat zich opstolt wordt ook wel
stollingsgesteente genoemd en door dit gesteente word de vulkaan steeds hoger en breder. Een
vulkaanuitbarsting kan ruim van tevoren voorspelt worden. Dan vindt er een enorme explosie in de
krater plaats waardoor de vulkaan zelfs uit elkaar kan knallen. Naast langzaam uitvloeiende lava heb
je ook gloeiendhete gas- en aswolken.

, De tweede soort vulkaan is dat het magma rechtstreeks uit de mantel komt. Hierbij verspreid het
magma zich over de oceaan bodem tot het gestold is. Hierdoor ontstaan brede en platte vulkanen
die lijken op een schildpad. Deze vulkanen worden daarom ook wel schilvulkanen genoemd. Een hot
spot is als het magma op dezelfde plek omhoogkomt, terwijl de oceaanbodem zich wel verschuift.
Boven een hotspot ontstaat een nieuwe actieve vulkaan. Op een geef moment verschuift die vulkaan
zich door beweging van de oceaanbodem waardoor een nieuwe vulkaan ontstaat. Hierdoor ontstaat
een vulkaaneilandrij.

Vulkanische verschijnselen: vulkanische verschijnselen treden op als bij een breuklijn het
grondwater en de hete ondergrond in aanraking komt, hierdoor wordt het water verwarmd. Op de
aarde ontstaan dan verschijnselen als warmwaterbronnen, kokkende modder, stoom en zwaveldamp
die onder hoge druk uit de grond komen. Dit gebeurt bij een geiser dat het hete water uit de bodem
spuit.

Horten en slenken: de endogene krachten zijn op de aardkorst de hele tijd in beweging. Door rek en
druk kunnen er ook breuklijnen op de aardplaten ontstaan. Bij rek kunnen delen van de aardkorst
wegzakken wat ook wel slenk genoemd wordt en bij druk worden de delen omhoog geduwd wat
horst word genoemd. Slenk herken je vaak niet in een landschap, omdat het proces zo sloom is wordt
het gelijk weer opgevuld met grind, zand en klei van de rivieren.

2.6 exogene krachten

De aardkorst wordt ook beïnvloed door twee krachten van buitenaf, namelijk door verwering en
erosie hierdoor ontstaat afzetgesteente die op den duur word omgevormd.

Verwering: gesteente op aardkorst kan afbrokkelen en oplossen, dit noemen verwering. Bij het
afbrokkelen heeft het weer een groter invloed. Want als bijvoorbeeld het kouder wordt zet het
gesteente zich uit en als het warm word krimpt het gesteente, waardoor er langzaam breuken
ontstaat in het gesteente en op een geef moment afbrokkelt. Dit proces noemen we mechanische
verwering. En dan wordt het gesteente opgelost door bijvoorbeeld zuren die mee worden genomen
met het grondwater. Dit proces noemen we chemische verwering.

Erosie: Na mechanische verwering kan er erosie plaatsvinden, hierbij schuurt de aardkorst het
afgebrokkelde steen. Erosie kan plaatsvinden op vier verschillende manieren: door zwaartekracht,
door gletsjerijs, door water van beken en de rivier en door de wind.

Zwaartekracht: door zwaartekracht vallen loszittende keien, die dan op de rots stoten waardoor ze
afbrokkelen en verweren en meegenomen worden met het gletsjerijs of door het water.

Gletsjers: Gletsjers ontstaan door de opeenhoping van sneeuw in de hooggebergten, waarbij de druk
van de ijsmassa te groot word waardoor een deel zich gaat bewegen naar beneden. Hoe steiler de
berg is hoe sneller het ijs zich beweegt. Stenen die op de bodem liggen van gletsjers die schuren door
de enorme druk van het dikke ijs. In de loop van vele jaren wordt er daardoor een dal uitgeslepen.
Hierdoor ontstaat bijvoorbeeld een rivier of meer waar water doorheen stroomt. Net als bij de
beroemde fjorden in Noorwegen, dat zijn ook diepe inhammen aan de kust wat uitgesleten
gletsjerdalen zijn. Deze zijn na het verdwijnen van de dikke ijsmassa opgevuld met water.

Water van beken en rivieren: Een rivier neemt sediment mee, dat zijn bijvoorbeeld: keien, grind,
zand en klei mee. Die zijn afgebrokkeld door zwaartekracht of door gletsjers in de rivier beland. Deze
brokkelen nog meer af als ze worden meegenomen met de stroming van de rivier in kleinere
gesteentes. De bodem van de beek of rivieren wordt zo na verloop van tijd dieper. In de bovenloop
van een rivier zijn er nog veel keien, maar verder stroomafwaarts wanneer de stroming afneemt

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lwoudstra3. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.53. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.53  83x  sold
  • (9)
  Add to cart