Pedagogiek aantekeningen
Periode 1
4 opvoedstijlen
Autoritair
Democratisch - autoritaire
Toegeeflijk – laissez-faire
Verwaarlozend
Iedere ouder heeft zijn eigen manier van opvoeden. De een vind discipline en regels erg
belangrijk bij de ander staat vrijheid voorop en worden de kinderen zoveel mogelijk
losgelaten om zelf te ontdekken en proeven.
De term opvoedstijl beschrijft de strategieën die een ouder, of ouders, toepassen bij het
grootbrengen van hun kinderen.
Dit gebaseerd op eigen ideeën, eigen ervaringen en de mening van een ouder over wat de
beste manier is om kinderen op te voeden.
Autoritair
De autoritaire opvoeding kun je een bevelsstructuur noemen.
De sfeer tussen opvoeders en kinderen is formeler en gebaseerd op een machtsstructuur.
Niet de individuele ontwikkeling van het kind staat centraal maar de gehoorzaamheid en
aanpassing.
Met de kinderen wordt niet onderhandeld.
Opvoeders geven wel aandacht aan de kinderen.
Tot het midden van de jaren 60 in de vorige eeuw was dit een algemeen gehanteerde
opvoedstijl.
Autoritatieve opvoedstijl (democratisch)
Bij een autoritatieve opvoeding staan de kinderen en hun individuele ontplooiing centraal.
Opvoederfs zijn sterk betrokken op de kinderen. Er worden duidelijke grenzen gesteld.
Gecombineerd met warme aandacht en acceptatie van de eigenheid van het kind.
Autoritaiteve opvoedstijl is een onderhandelingsstijl gebaseerd op een gezagsstructuur.
Er wordt veel gecommuniceerd. De opvoeders bepalen uiteindelijk de regels maar de
kinderen hebben een stem.
Er wordt gediscussieerd en de inbreng van het kind wordt serieus genomen.
Kinderen krijgen meer macht dan bij een autoritaire opvoeding.
Tussen opvoeders en kinderen is een informelere sfeer.
Toegeeflijk
Ook wel laissez-faire of permissieve opvoedstijl genoemd; een tolerante opvoeding.
Een verwende opvoeding.
Er worden weinig eisen en grenzen gesteld aan het gedrag.
Er is weinig controle en er wordt weinig gestraft.
Macht en discussie worden minder vaak ingezet in deze opvoeding.
Verwaarlozend
, De opvoeders zijn niet erg betrokken bij de kinderen.
De opvoeders bieden geen emotionele steun en sturing.
Er zijn onvoldoende regels en er is geen regelmaat.
Kinderen krijgen onvoldoende normen en waarde mee.
Er is niet of nauwelijks controle.
Periode 2
Behaviorisme. De wetenschap van het gedrag. Daar hoort klassieke en operante conditionering bij. Je
moet weten wat die 2 inhouden.
Van zelfreflectie > kijken naar het gedrag. In 1913 door John Watson, hij is de bedenker van het
behaviorisme. Deze kennis is overgenomen door Ivan Pavlov en Burhus Skinner.
Ivan Pavlov: de klassieke conditionering.
Het aanleren van gedrag door middel van herhaling. Het aanleren van een niet natuurlijke reflex.
Dit is dus een voorbeeld van klassieke conditionering
Reclame liedjes:
1. Albert Heijn 2. Ikea
3. T-mobile 4. Mac Donalds
5. Coca-Cola 6. Nespresso
7. Unox 8. Nikon
We hebben een hond en een bel. De bel gaat af. Er gebeurt niks. Er wordt niet op gereageerd. Dit is
een neutrale stimulus.
We hebben nu eten. De hond gaat automatisch kwijlen. Omdat hij eten ziet. Dit is omdat dit
aangeboren is. Dit maakt het een ongeconditioneerde stimulus. Het wil dus zeggen niet aangeleerd.
Dus nu laten we de bel luiden en zetten we meteen eten voor. De hond gaat kwijlen. Wij herhalen
dit. We rinkelen de bel en zetten het eten voor. Voortaan als de hond de bel hoort, gaat hij al kwijlen.
Klassieke conditioneren is aangeboren gedrag aanleren door middel van een stimulus. Dan heet het
dus een geconditioneerde stimulus.
Zodra je de bel hoort, sta je op en ga je weg of loop je naar binnen.
Frederik Skinner: Operante conditionering
Het aan leren en afleren van gedrag door middel van straffen en belonen.
Belonen werkt beter dan straffen.
2 momenten wanneer je operante conditionering hebt toegepast.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller martebons. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.