Verdieping Aansprakelijkheidsrecht II - VAR II (RGMUPRV003)
All documents for this subject (2)
1
review
By: lisaschuurman1999 • 1 year ago
Seller
Follow
Valverde
Reviews received
Content preview
Samenvatting VAR II Master Privaatrecht 2020-2021
,Week 1 EU-recht
Asser/Hartkamp 3-I 2019/5-21
● A.S. Hartkamp, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands
Burgerlijk Recht. 3. Vermogensrecht algemeen. Deel I. Europees recht en
Nederlands vermogensrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2019, nrs. 5-21.
De Europese Verdragen
Het VWEU en VEU vormen het grondwettelijk kader van de EU. Met het VEU werd aan de
bestaande pijler van economische samenwerking, twee pijlers toegevoegd: het
gemeenschappelijke buitenlandse en veiligheidsbeleid en de samenwerking op het gebied
van justitie en binnenlandse zaken. Met het Verdrag van Lissabon zijn de drie pijlers
samengevoegd en is de EG opgegaan in de EU, die berust op de VWEU en de VEU.
Bronnen van het geldend Europees Privaatrecht
De belangrijkste bronnen voor het Privaatrecht kan men vinden in het VWEU, algemene
beginselen van Unierecht, Handvest van de grondenrecht van de EU, verdragen die door de
Unie zijn gesloten en op de VWEU gebaseerde secundaire wetgeving.
- Verordeningen = verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in
elke lidstaat.
- Richtlijnen = instructies aan lidstaten, is verbindend voor de lidstaten ten aanzien van
het te bereiken resultaat. Nationale instanties mogen wel zelf de vorm en middelen
kiezen.
De voorrang van het Europees recht
In Costa/ENEL is bepaald dat het Europees recht voorrang heeft boven daarmee strijdig
nationaal recht. Door deze uitspraak berust de werking van het Europees recht in Nederland
op het VWEU en niet op art. 93/94 Gw. Hierdoor prevaleren direct werkende
verdragsbepalingen onmiddellijk na bekendmaking boven nationale wettelijke bepalingen.
Directe werking van het Europese recht
Dat het Europees recht voorrang heeft boven het daarmee strijdige nationale recht is in het
bijzonder van praktisch belang voor de burger wanneer het directe werking heeft. Hierdoor
kan een burger voor de nationale rechter zich op een bepaling van EU-recht beroepen. Met
het arrest Van Gend & Loos is sprake van rechtstreekse directe werking indien een bepaling
onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is. Naast verdragsbepalingen, kunnen de andere
bronnen ook directe werking hebben.
Aan het begrip voorrang kan een beperktere en een ruimere betekenis worden toegekend.
In Costa/ENEL ging het om de beperkte betekenis, waarbij het gaat om de effectuering van
het Unierecht doordat de burger zich daarop beroept ten betoge dat een nationaal wettelijk
of bestuursrechtelijk voorschrift wegens strijd met het Unierecht niet van toepassing is en de
rechter dat beroep honoreert. In dat geval wordt de voorrang verwezenlijkt via de directe
werking. Bij voorrang in ruimere zin is deze niet onlosmakelijk met directe werking
verbonden. In deze ruimere zin kan de voorrang van het Unierecht ook worden gerealiseerd
indien het geen directe werking heeft. Dat voorrang en directe werking niet onlosmakelijk
met elkaar verbonden zijn blijkt ook uit het feit dat directe werking zich ook kan voordoen
zonder dat vragen van voorrang tussen Unierecht en nationale voorschriften aan de orde
zijn.
Directe horizontale werking
Directe horizontale werking = inroepen van EU-recht tussen particulieren, waardoor de ene
particulier jegens de ander een recht geldend kan maken.
- Horizontale directe werking = als Europees recht de inhoud van rechtsverhoudingen
tussen particulieren rechtstreeks beïnvloedt, bv. door rechten en plichten tussen hen
in het leven te roepen.
, - Aan richtlijnen komen geen directe horizontale werking toe.
- Directe horizontale werking kan nietigheid, onrechtmatigheid, ontstaan van een
vordering uit onverschuldigde betaling of ongerechtvaardigde verrijking
Directe verticale werking = verhouding tussen overheid en particulier, indien de particulier
zich jegens de overheid op een EU-norm beroept.
Omgekeerde verticale werking = als de overheid zich jegens een particulier op een norm
van Europees recht beroept.
Indirecte horizontale werking: drie rechtsfiguren
Directe horizontale werking moet worden onderscheiden van een aantal
rechtsfiguren waarbij het EU-recht privaatrechtelijke rechtsverhoudingen niet
door een rechtstreekse inwerking op hun inhoud, maar op een meer diffuse
wijzen beïnvloedt → indirecte horizontale werking. De auteur noemt drie
rechtsfiguren:
1. Verwezenlijking van de strekking van een regel van Europees recht via interpretatie
van het nationale recht;
a. Alleen van belang als de verdragsbepaling zelf geen directe horizontale
werking heeft, zoals Europese richtlijnen en bepalingen van het EVRM,
waarop in horizontale verhoudingen geen beroep kan worden gedaan.
b. In het kader van Europese richtlijnen die niet of niet correct zijn
geïmplementeerd, heeft deze methode richtlijnconforme interpretatie.
Lidstaten moeten richtlijnen implementeren en zijn derhalve tot
richtlijnconforme interpretatie verplicht
2. Positieve verplichting;
a. Verplichting van lidstaten om aan de vrijverkeersbepalingen en
discriminatieverboden rechten te beschermen tegenover hun burgers
3. Rechtmatigheidstoetsing in een geding tussen particulieren
a. Op lidstaten rust de verplichting om zich in overeenstemming met het
Unierecht te gedragen. Ze mogen geen regelingen uitvaardigen of handhaven
die in strijd zijn met het Unierecht.
Doelstellingen en taken van de EU
Er worden vier vormen van economische integratie onderscheiden:
1. Vrijhandelszone → liberalisatie handel, waardoor financiële belemmeringen
en beperkingen van in- of uitvoer van goederen worden afgeschaft.
2. Douaneunie → gemeenschappelijke handelspolitiek en douanetarief.
3. Gemeenschappelijke markt → omvat vrij verkeer van goederen, personen,
diensten en kapitaal. Hierdoor zijn geen grenscontroles meer nodig.
a. Interne markt → als geen enkele soort grenscontrole meer
plaatsvindt.
4. Economische en monetaire unie
Negatieve harmonisatie = als nationale maatregelen in strijd zijn met vrijheden.
Positieve harmonisatie = harmonisatiemaatregelen van de EU-wetgever, voor het tot stand
brengen van een interne markt
Het internationale handelsverkeer kan worden belemmerd door discriminatoire maatregelen
en niet-discriminatoire maatregelen (zonderonderscheidmaatregelen).
Craig & Burca - EU Law, text, cases and materials
● P. Craig & G. de Búrca, EU Law. Text, Cases and Materials, Oxford: Oxford
University Press 2020, chapter 8 (p. 217-261).
Direct effect: a guide
Het verdrag heeft een uitdrukkelijk mechanisme voor publieke handhaving (art. 258 VWEU),
waardoor de commissie lidstaten kon aanklagen voor een inbreuk van EU-recht. Er was
, echter een beperkte capaciteit en het artikel kon niet worden gebruikt tegen private
individuen. Daardoor werd privaatrechtelijke handhaving van EU-recht gelegitimeerd,
waardoor verdragsbepalingen onder strikte voorwaarden direct effect konden hebben zodat
burgers zich hier ook op konden beroepen. Er was echter onzekerheid over de betekenis
van de term ‘direct effect’. Uit Van Gend en Loos volgt een brede definitie: de capaciteit van
een Europese bepaling om voor de nationale rechtbank te worden ingeroepen (objectief
direct effect). Daarnaast heeft het een beperktere betekenis: de capaciteit van een Europese
bepaling om rechten over te dragen aan individuen die ze voor de nationale rechter kunnen
afdwingen (subjectief direct effect).
Bij richtlijnen was het onduidelijk of deze direct effect hadden, aangezien ze niet voldeden
aan de voorwaarden van Van Gend & Loos. Uiteindelijk werd bepaald dat aan richtlijnen
slechts verticaal direct effect toekwam.
Direct effect of primary law
De doctrine van direct effect werd voor het eerst toegepast in het arrest Van Gend & Loos.
Volgens de EJC is direct effect de onmiddellijke afdwingbaarheid door individuele
verzoekers van bepalingen bij de rechtbank. Een verdragsartikel krijgt rechtstreekse werking
als het voldoende duidelijk, precies en onvoorwaardelijk is.
Treaty articles: vertical and horizontal direct effect
Over het algemeen wordt rechtstreekse werking verticaal, oftewel jegens de staat
ingeroepen. In het Viking-arrest heeft de ECJ echter bepaald dat verdragsbepalingen ook
horizontale rechtstreekse werking kan toekomen.
General principles of EU Law
De algemene beginselen van artikel 6(3) VEU, vormen een bron van het EU-recht. Deze
algemene beginselen van EU-recht worden vaak in combinatie met artikel 263 VWEU dan
wel in combinatie met binnenlandse geschillen ingeroepen. Het was al duidelijk dat de
algemene beginselen verticale rechtstreekse werking hadden. In het Mangold-arrest
bepaalde de ECJ dat bij een geschil over leeftijdsdiscriminatie, waar een bepaling van een
richtlijn bij is betrokken die nog niet is verlopen, de nationale rechtbank nationaal recht opzij
moet zetten als dat in strijd komt met dat beginsel. Deze uitspraak was controversieel,
omdat het leek te vereisen dat nationale rechtbank onmiddellijk effect moesten toekennen
aan een richtlijn en conflicterend recht opzij moest zetten voordat de termijn die ogv de
richtlijn aan de lidstaten was toegestaan was verstreken. Ook in Kücükdeveci is bevestigd
dat een nationale rechter elke nationale regel die in strijd is met het beginsel van non-
discriminatie buiten beschouwing moet doorlaten, dus doorwerking van het
gemeenschapsrecht. In Römer is bepaald dat non-discriminatie obv seksuele oriëntatie ook
een algemeen beginsel van EU-recht kan zijn. Anders dan het Mangold-arrest, werd hier
bepaald dat het pas binnen EU-recht valt als de implementatietijd is verstreken. Er kan ook
in horizontale verhoudingen een beroep worden gedaan op algemene beginselen.
Charter of fundamental Rights
De CFR heeft dezelfde werking als verdragsbepalingen en vormt een primaire bron van EU-
recht. Het heeft verticale rechtstreekse werking, wat volgt uit artikel 51 CFR. Daarnaast kan
het volgens Egenberger ook horizontale rechtstreekse werking hebben.
Direct effect of secondary law: regulations and decisions
Verordeningen (artikel 288 VWEU)
● Zijn rechtstreeks toepasselijk. Dit is iets anders dan rechtstreekse werking.
Rechtstreeks toepasselijk ziet op de geldigheid in lidstaten en dat lidstaten het niet
hoeven om te zetten, zoals bij richtlijnen.
● Rechtstreekse werking van verordeningen geldt in alle situaties, en kan zowel
verticaal als horizontaal zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Valverde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.95. You're not tied to anything after your purchase.