13.1: Most cell division results in genetically identical daughter cells
Celdeling = de reproductie van cellen
Celdeling bij verschillende type organismen:
Prokaryoot → nieuw organisme na celdeling
Eéncellige eukaryoot → nieuw organisme na celdeling
Meercellige eukaryoot → groei, ontwikkeling en herstel van cellen
Genoom = al het genetische materiaal van een organisme
➔ Bij prokaryoten meestal één lang DNA molecuul, bij eukaryoten meerdere DNA moleculen
Voordat celdeling kan plaatsvinden, moet eerst al het genetische materiaal van die cel (genoom)
gekopieerd/gerepliceerd worden.
De DNA moleculen zijn verpakt in chromosomen
➔ Chromosomen = één lang DNA molecuul met bepaalde eiwitten
→ Het DNA bevat de genen, en de eiwitten zorgen voor de structuur en reguleren de gen
activiteit
Chromatine = het DNA-eiwit complex waar een chromosoom uit bestaat
DNA
Chromosoom Chromatine
Eiwit
Somatische cel = alle ‘normale’ cellen (geen geslachtscellen)
Gameet = geslachtscel = een haploïde cel die tijdens seksuele voortplanting samenvoegt met een
andere gameet, om zo een diploïde zygoot te verkrijgen
➔ Gameten hebben de helft van het aantal chromosomen
Zuster chromatides = twee aan elkaar geplakte kopieën van een chromosoom
De zuster chromatides worden bij elkaar gehouden door cohesines
➔ Cohesines = Eiwit complexen die ervoor zorgen dat de zuster chromatides in de lengte bij
elkaar blijven
Naast cohesines heb je ook nog het centromeer
➔ Centromeer = het gebied waar de zuster chromatides het dichtst bij elkaar zitten. Dit wordt
gedaan m.b.v. eiwitten die aan het centromerisch DNA binden. Daarnaast zijn er andere
gebonden eiwitten die ervoor zorgen dat het DNA meer gecondenseerd is (dichter op
elkaar).
Gedurende de celdeling splitsen deze zuster chromatides, waarbij elk zuster chromatide naar een
nieuwe celkern verplaatst. Hierdoor krijg je twee nieuwe cellen met hetzelfde aantal chromosomen.
, ➔ Het aantal chromosomen in cellen is altijd gelijk, het aantal chromatides verandert
gedurende de celdeling
Mitose = deling van het genetische materiaal in de celkern (fase van de celding)
➔ Wordt gevolgd door cytokinese
Cytokinese = deling van het cytoplasma
Chromosoom duplicatie en distributie in het kort:
Meiose = de productie van gameten
➔ Hierbij wordt dus een cel verkregen met de helft van het aantal chromosomen
➔ Meiose wordt verder behandelt in H13
12.2 The mitotic phase alternates with interphase in the cell cycle
Cel cyclus = een cyclus waarbij een cel wordt gedeeld en uitgroeit tot een oudercel
➔ Bij eukaryoten; bestaat uit een M fase en interfase
Mitotic (M) fase = mitose + cytokinese
Interfase = fase waarin geen celdeling plaats vindt
➔ 90% van de celcyclus
Drie fases in de interfase:
1. G1 fase → groei van de cel
2. S fase → kopiëren van chromosomen (S van Synthese)
3. G2 fase → verdere groei van de cel, en voorbereiding van
de celdeling
➔ De S fase is de langste fase, ongeveer de helft van de tijd
van de cel cyclus is de cel in de S fase
Mitose wordt weer onderverdeeld in vijf fases:
1. Profase → Begin condensatie en ontstaan mitotische spindel
2. Prometafase → Binden mitotische spindel aan kinetochoor van chromosomen
3. Metafase → Chromosomen verplaatsen naar het midden van de cel
4. Anafase → Zuster chromatides worden uit elkaar getrokken
, 5. Telefase → Nieuwe celkernen worden gevormd en cytokinese is zo goed als begonnen
➔ (PPMAT)
Mitose fases verder toegelicht :
, Alle fases van de celcyclus:
G1 fase
Interfase S fase
G2 fase
Profase
Celcyclus
Prometafase
Mitose Metafase
Mitotische (M) fase
Cytokinese Anafase
Telefase
Mitotische spindel = een verzameling van microtubili en bijbehorende eiwitten, wat wordt gebruikt
voor de beweging van chromosomen tijdens mitose
➔ Dit wordt gemaakt doordat alle andere microtubili in de cel af wordt gebroken en het
materiaal wordt gerecycled om zo de mitotische spindel te maken
➔ Bestaat uit tubiline (eiwit) monomeren, voor groei worden er tubiline aangeplakt en voor
verkorten wordt er tubiline afgehaald.
Centrosoom = microtubili-organiseer centrum
➔ Hier vormt de mitotische spindel aan
➔ In het center van het centrosoom bevindt zich een tweetal centriolen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bioinformaticastudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.