,Aantekeningen Hoorcollege week 1:
Inleiding ondernemingsrecht
Door: Gunther Renssen
Voorbeeld: Unive: fusie tussen de twee ondernemingen enerzijds de engelse PLC en
anderzijds de nederlandse NV. Dit is geregeld in het BW (2:333a BW) en gebaseerd op een
eu richtlijn. Daarom ook haast bij ivm brexit. Zie ook de commen draft of terms of merger
unilever. Er was sprake van de mogelijkheid van vestiging in NL, maar uiteindelijk gekozen
voor Engeland. Waarom? Eenvoudiger maken van de vennootschappelijke structuur.
Bart snels: er moet een fiscale exit-heffing komen: het komt erop neer dat er een
toekomstige dividend moet worden belast. Zie: initiatiefwetsvoorstel over ‘exit-heffing’
dividend. RvS stelt nee, kan niet. Zwakke juridische onderbouwing en mogelijk in strijd met
EU recht. Ondanks dat wil Snels het voorstel doorzetten.
Ander actueel punt: overnametoets. Er zou een toets moeten komen voor bedrijven zodat ze
niet zomaar kunnen worden overgenomen: zou gaan om bedrijven die zich bezighouden met
vitale processen en sensitieve technologie. Waarom? Angst voor ongewenste overnames.
Er zijn al bepaalde sector specifieke wetten die hetzelfde regelen: telecomwet. Dit voorstel
zou zijn voor een algemene wet, en dus niet specifiek toe gericht op een bepaalde sector.
Ook dit is nog een voorstel, en nog geen wet. Wel mogelijk terugwerkende kracht en dat is
wat gek. Wordt ter consultatie gelegd.
Nog een ander actueel punt: plof-BV’s. Fraude met plof-BV’s. Ziet op de turboliquidatie:
ontbinding van de bv als er geen baten meer zijn zonder publicatie. Moeten regels komen
die ervoor zorgen dat er meer publiciteit komt.
De voorbeelden laten zien hoe dynamisch en actueel het vak ondernemingsrecht is.
Deze cursus
Inzoomen op leerstukken Bachelor met accent op BV en NV. HC en WG voorbereiden etc.
Spreek voor zich allemaal.
Bronnen van vennootschap:
Eu-vennootschapsrecht
Boek 2 BW
Sectorale wet en regelgeving
corporate governance code 2016
Bronnen zijn hieronder nader uitgewerkt.
EU-vennootschapsrecht.
VWEU (oa: vrijheid v vestiging [49, 54], vrijheid v kapitaal [63])
EU regelgeving bestaat uit:
Richtlijnen (oa: jaarrekeningenrecht, kapitaalbescherming, fusie & splitsing, openbaar
bod): zijn veel verschillende onderwerpen, die in het nationale wet worden
geïmplementeerd. Richtlijnen moeten geïmplementeerd worden, en biedt enige
keuzeruimte voor de lidstaten.
Verordeningen (oa: SE, SCE en EESV): direct verbindend in al haar onderdelen.
Regelt bepaalde onderdelen, maar niet overkoepelend. In verordeningen wordt dan
ook vaak verwezen naar nationale wetgeving: verwezen naar het recht van de zetel
van de SE. Maakt het iets minder interessant.
, Jurisprudentie HvJ EU (Grand Arrêts, oa: Sevic, Cartesio, Vale, Polbud): met name
uitleg van het recht van vrijheid van vestiging: kun je je zetel verplaatsen naar een
andere lidstaat zonder te moeten voldoen aan allerlei aanvullende vereisten etc. Zie
ook de voorgeschreven zaak Inspire Arts.
Er wordt momenteel ook gedacht aan nieuwe richtlijnen: denk aan de richtlijn voor
verantwoord ondernemerschap etc.
Boek 2 BW
Kenmerken:
Gelaagde structuur
Dwingend recht: 2:25 bw: je mag slechts van de wet afwijken voor zover dat blijkt uit
de wet.
Geen wettelijk concernrecht (wél bepalingen die zien op vennootschappen in een
concern, zoals 2:24a-b, 2:403 BW): denk aan unilever. Geen titel in boek 2 bw die
regels bepaald over concernrecht. Het bw is geschreven voor de enkelvoudige
vennootschap. Veel rechtspraak gaat wel op de verhoudingen van een vennootschap
die deel uitmaakt van een groter geheel, een concern. Wel enkele verwijzingen naar
dochterondernemingen, etc: zie bovengenoemde artikelen.
Let op: voor veel rechtspersonen is Boek 2 BW niet de enige relevante wetgeving…
Sectoraal
Ook veel sectorale wetten: wetten die zien op een speciale sector: denk aan wft,
telecomwet, etc. Heel uitgebreid en kunnen aanvullende regels geven op boek 2. In wft veel
bijzondere regels omtrent onderwerpen die ook geregeld zijn in boek 2: eg. bevoegdheden
RvC.
Ook zorginstellingen: wet toelating zorginstellingen, en uitvoeringsregelingen.
Idem voor: onderwijs, pensioenfondsen etc.
Daarom: aan boek 2 alleen heb je weinig. Het wordt per sector steeds specifieker en
gespecialiseerde.
Corporate governance code 2016
Toepassingsbereik: Nl beursvennootschappen (ook: Nl vennootschappen met notering in
buitenland). Geeft regels over hoe wij vinden dat je als beursvennootschap dient te
gedragen.
Comply or explain: handelen in overeenstemming met de code, zo niet dan uitleggen
waarom niet.
Wettelijk anker: 2:391 lid 5 BW (Stb. 2017, 332): geen wetgeving eigenlijk, maar krijgt in dit
artikel wel een wettelijk anker. Jaarlijks geëvalueerd.
Reflexwerking (naar niet-beurs (?) en diverse sectoren): in beginsel niet van toepassing
want toepassingsbereik: enkel beursvennootschappen. Wel: de code heeft geleid tot
verschillende specifieke codes voor bepaalde sectoren: banken verzekeraars
zorginstellingen woningcorporatie, culturele instellingen, onderwijs, etc. Veel regels die zien
op deze sectoren en waar dus ook rekening mee moet worden gehouden. Ook omdat ze
vaak gewijzigd worden. Al deze codes zijn gebaseerd op de corporate governance code.
In beginsel dus geen toepassing op niet beurs nv of bv, maar soms passen ze de code toch
toe omdat ze dan vinden dat het van belang is: dus een vorm van vrijwillige reflexwerking.
, NV en BV
Rechtspersoonlijkheid: zie art 2;5 bw. Gesloten systeem.
Aandelen verdeeld kapitaal. Kan 1 aandeel zijn, die hebben een bepaalde nominale waarde
die in de statuten is genoemd. Nominale waarde is een rekeneenheid, zegt niet veel over de
daadwerkelijke waarde van het aandeel.
Beperkte aansprakelijkheid: belangrijk kenmerk van rp: wil zeggen dat je als bestuurder van
de rp in beginsel niet persoonlijk aansprakelijk gehouden kan worden (tenzij: 2;9 en
138/248). Ook de aandeelhouder in beginsel niet aansprakelijk, maar eventueel wel ogv
OD.
Aantallen=veel.
BV ≥ 950.000
NV ca. 3.500 (beursgenoteerd: ca. 200)
Te onderscheiden typen NV en BV:
Besloten en open: zie bijv. 2:335 lid 2 BW. Iig bij de BV, bij de BV was een besloten
karakter verplicht, sinds invoering Flex BV is het ook mogelijk om de BV een open karakter
toe te kennen.
Beursgenoteerd:
- zie bijv. 2:101 lid 1 BW, maar ook bepalingen uit de Wft, zoals 5:25ka Wft
- zie ook 2:210 lid 1 BW en 2:187 BW (nieuw): hoewel meeste
beursgenoteerde ondernemingen NV’s zijn, toch ook bepalingen die op de BV zien die
beursgenoteerd is. Art 187 verklaard vele bepalingen van NV van toepassing op de
beursgenoteerde BV, maar niet alle van de NV. Belangrijk onderscheid: stemrechtloze
aandelen niet mogelijk bij NV, bij de BV is dat dus wel mogelijk. Hoe wenselijk is dit
onderscheid.. Beursgenoteerde BV: Fastned aan Euronext. Enige vereiste is: dat er geen
blokeringsregeling van toepassing is.
Verschillen NV en BV
Grotere inrichtingsvrijheid bij BV, oa:
- benoeming/ontslag van bestuurders & commissarissen (2:242, , 254
lid 1 BW): in beginsel bij AVA, maar afwijken mogelijk.
- stemrechtloze / winstrechtloze aandelen (2:228 lid :216 lid 7 BW)
- meervoudig stemrecht (2:228 lid 4 BW): in beginsel 1 stem per aandeel, maar
kan worden aangepast, kan bij NV niet.
Regering wil de NV iets moderner maken, maar bovenstaande verschillen met de bv niet.
Aanpassen van het karakter van de NV (kapitaalbescherming) is wel lastiger, want er is een
richtlijn die van toepassing is op de NV.
Waarom advocatenkantoren vaak NV? Voornamelijk psychologisch. Advocatenkantoor is
geen BV maar een NV. Fiscaal weinig verschil, juridisch inhoudelijk eigenlijk geen goed
argument te verzinnen. Het zijn besloten NV’s: in de statuten zal het een en ander bepaald
zijn dat aandelen niet zomaar kunnen worden overgedragen.
Op sommige punten is NV weer flexibeler.:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Valverde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.