1. Communicatieve rationaliteit (door Jürgen Habermans)
Uitgangspunt
ð Een standpunt wordt gevormd door het gebruik van argumenten uit verschillende
werelden die hij de objectieve, intersubjectieve en subjectieve wereld noemt.
3 soorten argumenten in het vormen van een beroepsethisch standpunt
• Oriëntatie in breedte (feiten) à sociologische kijk
• Oriëntatie in hoogte (normen) à juridische kijk
• Oriëntatie in diepte (waarden) à ethische kijk
= ‘professioneel of beroepsethisch kompas’
1.1. Sociologische kijk: oriëntatie in breedte
Behoren tot objectieve wereld: feiten, context waarin sociologie zich afspeelt
ð De realiteiten waar belangen tegenover elkaar staan en waar we handelen vanuit een
positie met een mandaat
Helikopterperspectief: casus loslaten en kijken over wat het gaat.
Manier om sociale positie helder te maken: micro-, meso-, macroniveau
ð In kaart brengen van partijen en belangen op drie niveaus kan een verheldering
brengen om je eigen beroepspositie uit te klaren.
Positie
- Bepaalde rol of verwachtingen = rolverwachtingen
- Sociale status
- Rechten en plichten
ð Rolverwachting wordt meebepaald door andere posities: ontstaan loyaliteit en
rolconflicten (= spanning tussen wat je mag doen, wat je kan doen en wat de cliënt wil
dat je doet.)
Om inzicht te rkijgen in mogelijke rolconflicten à sociaal systeem waarbinnen sociaal
agogisch werker werkt in kaart brengen.
Minstens drie partijen in een sociaal probleem betrokken
• Micro-niveau: clientsysteem
• Meso-niveau: organisatieperspectief
• Macro-niveau: de maatschappij
1
,Semester 1
ð Belangrijk om de belangrijkste partijen van deze niveaus en hun belangen te
identificeren
Beroepspositie
Mandaat + finaliteit
= Je dient ergens voor, er is een bepaalde finaliteit aan het uitoefenen van je job verbonden.
Een mandat bakent ook af wat je wel en niet mag doen.
In onze samenleving à verschillende posities bekleed à die zijn verworven of toegewezen
Binnen sociologische kijk zijn argumenten consequentialistisch: gaat over onderscheiden en
afwegen van belangen tegenover elkaar.
ð De cruciale vraag is welke impact een interventie heeft op de belangen van betrokken
partijen: de afweging moet altijd het verhogen van welzijn zijn v/d meest kwetsbaren
en in het bijzonder de cliënt.
Belangrijk
- Welke partijen spelen mee
- Welke positie neem je in tussen de verschillende mensen: als orthopedagoog heb je
verwachtingen
- Aan positie zijn er grenzen, je mag maar doen wat je organisatie zegt = mandaat of
finaliteit
- Wat is het probleem, wat zijn de rolconflicten
1.2. Juridische kijk: oriëntatie in de hoogte
Intersubjectieve wereld: principes die we met meerdere mensen hebben afgesproken
ð Het wettelijk kader een plaats geven in de eigen overweging
Sociaal-agogisch werk à genormeerde context
= Er gelden normen, gedragsregels waarvan sommigen zijn geformaliseerd in wetten (geeft
een standaard).
Wet = objectief à interpretatie ervan = subjectief
Wetten, regels en principes kunnen een argument zijn in een proffesionele legimentatie
ð Bv: privacywetgeving, ambstgeheim, discretieplicht, …
Deontologische argumenten
Er wordt uitgegaan van principes die als rechtvaardig worden beschouwd omdat ze opgaan
voor meerdere mensen (intersubjectieve overeenstemming) en in het algemeen belang zijn.
2
,Semester 1
Juridische kijk à je gaat opzoek naar argumenten in bestaande relevante wetten, normen en
regels.
1.3. Ethische kijk: oriëntatie in de diepte
Subjectieve wereld = eigen invulling en aandacht voor zelfzorg
Persoonlijke en professionele ethiek mogen niet veel verschillen
-> Als je racistisch bent en je werkt met kwetsbaren loopt dit vast!
Ethische argumenten zijn postconventioneel: ze gaan voorbij (post) aan conventies, aan wat
afgesproken is, aan wat we gewoon zijn. Het stelt procedures en regels kritisch in vraag.
ð Hierbij wordt gekeken naar evenwicht tss het eigen belang, van anderen en het
algemeen belang.
ð je doet het voor jezelf (postconventioneel), niet omdat het in de wetgeving staat (= in
de hoogte) = Verder denken dan de regels
<-> Pragmatische argumenten: het is nu eenmaal zo: Is niks mis mee maar moet vergezeld
worden door gevoeligheid voor en inzicht in ethische geladenheid
We kiezen hier voor een zorgethisch perspectief: vertrekt van een betrokkenheid.
• Er is met andere woorden een practice wisdom, het zogenaamde buikgevoel - dat
gegrond is in een concrete realiteit.
• In 2de instantie is er erkenning dat sociaal-agogisch werk niet waardenvrij is à er zijn
richtinggevende waarden. Door achterliggende waarden te expliciteren, is het
mogelijk ethische argumenten op te bouwen, invulling te geven aan waar deze
waarden voor staan.
Zorgethische argumenten
= Waarachtig: kunnen we geloven wat iemand zegt? = subjectief/persoonlijk
= Betrokkenheid en handelen volgens de funderende waarden van het beroep
Waarden kunnen worden gedefinieerd als nastrevenswaardige idealen, algemene en
abstracte voorstellingen van wat goed is.
ð Worden algemeen aanvaard
ð Wanneer er een brede consensus is spreken we over een principe
Met de UVRM worden een aantal waarden als universeel geldend verklaard en kunnen we spreken over principes.
Voorkomen dat beroepsethische waarden ‘toverwoorden’ worden
ð Toverwoorden = Woorden die proffesioneel klinken maar slechts oppervlakkig
gebruikt worden en waar je de betekenis niet goed van weet.
We moeten inzien dat waarden meer-zinnig zijn en iedereen deze zelf invult!
3
, Semester 1
De ‘wegenkaart’
Korte samenvatting
Sociologische kijk (= oriëntatie in de breedte)
• Welke partijen (zowel op micro-, meso- als macroniveau) zijn hier mogelijks in
gelding?
• Welke respectievelijke belangen spelen hierbij een rol?
Maak een onderscheid tussen eigenbelang (op korte termijn), welbegrepen
eigenbelang (lange termijn), het belang van anderen en het elgemeen belang (lange
en korte termijn).
• Wat is mijn eigen beroepspositie in deze context en wat is mijn mandaat in het
geheel?
• Wat is voor jou als sociaal-agogisch werker de eventuele kno(o)pen (rolconflicten) in
dit geval?
• Wat zijn de mogelijke handelingsalternatieven?
Juridische kijk (= oriëntatie in de hoogte)
• Hoe verhoud ik me tot het wettelijk kader? Zijn er wetten die tegenstrijdige
gedragsvoorschriften opleveren?
• Specifiek in het omgaan met vertrouwelijke gegevens
Hoe verhoud ik me tot de regelgeving?
Geldt er een ambtsgeheim en/of beroepsgeheim?
Kan er gebruik gemaakt worden van een functionele invulling van beroepsgeheim?
Ethische kijk (= oriëntatie in de diepte)
• Wat is je persoonlijk aanvoelen: welke aspecten in case raken je en waarom?
(betrokkenheid)
• Welke waarden herken je in de casus en zijn er conflicten tussen waarden?
(expliteren van waarden)
• Welke ethische afweging (= keuze in het realiseren van waarden) maak je en
waarom maak je deze keuze als sociaal-agogisch werker?
(argumentatie vanuit beroepwaarden)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittverheyden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.