Document met alle notities en ingevulde memolijsten van het vak 'dierkunde' gegeven door B. Van Ursel (OWA00B).
Het zijn veel pagina's, maar dit komt door de vele afbeeldingen die zijn toegevoegd als verduidelijking.
DIERKUNDE LES 1A: EVOLUTIE
NIEUWE SOORTEN
Er verdwijnen en ontstaan nog elke dag diersoorten.
• Witte giraffen
In Kenia zijn er witte giraffen gespot die lijden aan een pigmentziekte, genaamd leucisme.
• Stamneusaapjes
Stamneusaapjes leven in gebieden in China waar het -5°C is, ze hebben een platte neus, zo kunnen
ze beter tegen de koude.
• Papegaaivissen
Papegaaivissen veroorzaken rif erosie, doordat ze met hun grote tanden de riffen kapotbijten.
• Pyrosome
Pyrosome is een fenomeen dat voor het eerst ontdekt is in Nieuw-Zeeland, het is een ronddrijvende
kolonie zoïden. Ze kunnen een lengte van 1 cm tot 5 m hebben.
• Zoïden
Zoïden zijn kleine meercellige organismen die zich voeden door plankton uit het water te filteren.
• Zeeslak
Er bestaan 5 soorten zeeslakken, waarvan ieder soort unieke tanden heeft, doordat ze verschillende
soorten groenen algen eten.
FYLOGENETISCHE STAMBOOM
De fylogenie onderzoekt de evolutie van die organismen uit gemeenschappelijke voorouders.
(Voorbeeld: aap --- mens)
Uit 1 voorouder zijn verschillende soorten ontstaan.
1
,ONTSTAAN WERELD EN LEVEN
CREATIONISME (INTELLIGENT DESIGN (ID))
Intelligent Design is de opvatting dat ontstaan en ontwikkeling van leven en kosmos gestuurd worden door
een 'intelligente ontwerper'.
God heeft mens, dier en plant geschapen (scheppingsverhaal)
1. Wereld werd geschapen
2. Water
3. Land & planten
4. Zon, maan & sterren
5. Zeedieren en vliegende dieren
6. Mens en landdieren
7. Rustdag
Het creationisme leeft nog steeds, er zijn nog steeds vele mensen die de theorie geloven.
LEER VAN ARISTOTELES
Aristoteles was een Griek uit de tijd van 400 jaar v.Chr., die de dieren voor de eerste keer wist in te delen.
BLOED HEBBENDE DIEREN BLOEDLOZE DIEREN
LEVENDBARENDE DIEREN EIERLEGGENDE DIEREN Inktvissen
Viervoeters Geschubden Schaaldieren
Pootlozen Vogels Insecten
Gevleugelden Vissen Schelpdieren
Deze indeling werd ongeveer 2000 jaar geleden gemaakt, en is een verdienstelijke poging ondanks de fouten.
GENERATIO SPONTANEA
“Er kan leven ontstaan uit niet levende stoffen.”
Francisco Redi weerlegde deze theorie door een paar grote potten met vlees af te denken en sommigen niet.
Alleen in de niet afgedekte potten 'ontstonden' maden. Het onderzoek toonde aan, dat "niet-leven" geen
leven kan genereren, maar alleen levende wezens leven kunnen voortbrengen.
Louis Pasteur verwerpt deze theorie ook aan
de hand van een ander experiment. Hij deed
bouillon in een bokaal. De ene bokaal werd
afgesloten van lucht en de andere niet. De
bouillon die in de bokaal zat waar lucht aan
kon, werd gecontamineerd. Met de bouillon
die afgesloten was gebeurde niets. Dit
bewijst dat bacteriën en schimmels in de
lucht zitten.
2
,FIXISME
Visie op de biodiversiteit waarbij (ten onrechte) wordt aangenomen dat planten en diersoorten
onveranderlijk zijn.
Carolus Linnaeus, een Zweed uit de 18de eeuw, was de bedenker van de biologische nomenclatuur. Dit was
een zeer belangrijke doorbraak.
• Paardenbloem Taraxacum officinale L.
• Huiskat Felis Catus L.
L. verwijst naar Carolus Linnaeus
CATASTROFETHEORIE VAN CUVIER
Georges Cuvier, een Fransman uit de 18e en 19e eeuw, bedacht de catastrofetheorie van Cuvier.
Het catastrofisme stelde dat catastrofen een verklaring vormen voor uitgestorven soorten en ‘nieuwe’
schepping.
Georges Cuvier was ook de grondlegger van de paleontologie, de wetenschap die fossielen bestudeert.
LAMARCKISME
Jean-Baptiste de Lamarck, een Fransman uit de 18e en 19e eeuw, stelde met het Lamarckisme, dat erfelijke
eigenschappen die ouders verwerven worden doorgegeven aan het nageslacht
Voorbeeld: Giraffen met een korte nek/lange nek.
3
,DARWINISME (EVOLUTIETHEORIE)
Het Darwinisme is de naar Charles Darwin, een Engelsman uit de 19 e eeuw, genoemde leer die de evolutie
van soorten ziet als uitkomst van onderlinge strijd om het bestaan tussen individuen binnen dezelfde soort,
waardoor de best aangepasten overleven (survival of the fittest).
Charles Darwin schreef in 1859 het boek ‘On the Origin of Species by Means of Natural Selection’. In dat
boek verkondigt Darwin zijn evolutietheorie.
Darwin stelde dat soorten veranderlijk zijn en dat ze in de loop der tijd over gaan in nieuwe soorten. Deze
theorie blijft lopen, en was dus baanbrekend.
1. Ieder organisme produceert meer nakomelingen dan er uiteindelijk in leven blijven
2. Normaal gezien blijft de populatie constant
3. Er zijn onvoldoende hulpbronnen (o.a. voedsel) voor alle nakomelingen
4. Ieder individu is uniek en verschilt van de anderen (variatie = niemand is identiek)
5. Sommige individuele variaties zijn erfelijk (voorbeeld: witte giraffen)
Conclusie
• Er ontstaat overlevingsdrang (struggle for life), survival of the fittest
• Natuurlijke selectie, door het tekort aan hulpbronnen
➔ Dit kan na vele generaties aanleiding geven tot het ontstaan van nieuwe soorten (evolutie).
NEODARWINISME
Neodarwinisme is Darwinisme gecombineerd met de erfelijkheidsleer van Gregor Mendel, een Oostenrijker
uit de 19e eeuw, en de populatiegenetica. De centrale opvatting binnen het neodarwinisme is dat de
combinatie van mutatie en natuurlijke selectie de drijvende kracht is achter evolutie.
Uit een experiment met de erwten kwam de erfelijkheidstheorie, die beschreven werd in 4 wetten:
• Uniformiteitswet: als je twee raszuivere individuen (die maar in één
kenmerk verschillen) met elkaar kruist, dan zijn de F1-nakomelingen
(eerste generatie nakomelingen) onderling identiek.
• Dominantiewet: alle individuen uit de eerste generatie vertonen hetzelfde
kenmerk als het kenmerk van één van beide ouders (P-generatie).
• Splitsingswet: bij onderlinge kruising van individuen uit de eerste uniforme
generatie krijg je nakomelingen met verschillende genotypen. Daarbij
komen de kenmerken in een vaste getalsverhouding tot uiting: 3:1 bij
dominant-recessieve overerving en 1:2:1 bij partiële (of co-) dominantie.
• Onafhankelijkheidswet (reciprociteitswet): de verschillende kenmerken
worden onafhankelijk van elkaar overgeërfd (indien ze op verschillende
chromosomen liggen).
➔ Veel verschillende soorten aan levende wezens.
4
, EXTRA INFORMATIE: EVOLUTIETHEORIE
EVOLUTIETHEORIE
200 jaar geleden waren de mensen christelijk, ze geloven in het scheppingsverhaal, een theorie die stelt dat
God de wereld heeft gemaakt in 6 dagen. Darwin zegt dat de wereld niet gemaakt is door god, maar dat
mensen, dieren en planten zijn ontstaan, en ze steeds heel langzaam zijn veranderd (en dit nog steeds doen).
Voorbeeld: Bruine beren hebben niet genoeg te eten in het bos, en sommigen gaan naar het ijs om
voedsel te zoeken. De donkerste beren vallen het meeste op bij het ijs, waardoor andere dieren kunnen
wegvluchten. Hierdoor hebben ze minder voedsel en sterven ze. De lichtere beren vallen minder op
en blijven leven, zo kunnen ze zich voortplanten. Hierdoor wordt elke generatie steeds lichter en
lichter, tot witte ijsberen.
➔ Best aangepaste dieren & planten overleven = survival of the fittest
ONTSTAAN EVOLUTIETHEORIE
Darwin reisde met zijn schip ‘Beagle’ in 5 jaar de hele wereld rond. Onderweg komt hij verschillende planten
en dieren tegen, die hij nog nooit had gezien. Zo ziet hij op zijn reis verschillende vinken, en merkt hij op dat
de snavels van de vinken overal anders zijn, dit komt doordat ze ander voedsel eten, en ze zich dus hebben
aangepast aan hun eigen omgeving. Hierdoor ontstond de evolutietheorie, zijn reis wordt gezien als een van
de belangrijkste reizen die ooit zijn gemaakt.
CONCLUSIE
Sommige dieren sterven uit doordat ze zich niet kunnen aanpassen aan hun omgeving, anderen passen zich
wel aan en overleven. Dit leidt tot het ontstaan van nieuwe soorten.
INGREDIËNTEN EVOLUTIETHEORIE
• Alle dieren en planten zijn verschillend (= variatie) (voorbeeld: vlekken van koeien zijn verschillend)
• Er is een zware concurrentie in de natuur, door natuurlijke selectie (survival of the fittest)
• Kinderen erven eigenschappen over van hun ouders (veranderingen in genotype zijn overerfbaar)
Het fenotype is hoe een dier eruitziet
Het genotype is hoe het erfelijk materiaal (DNA) van een dier eruitziet
LAMARCKISME VS . DARWINISME
LAMARCKISME Giraffen moeten nek strek voor eten, hierdoor worden de nekken langer.
= doelgericht ➔ Lange nekken worden overgeërfd.
Er zijn variaties in neklengtes, langste nekken overleven, korte nekken sterven
DARWINISME (= natuurlijke selectie).
= niet doelgericht ➔ Lange nekken kunnen voortplanten = toeval
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yanadevos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.