Deze week gaat het over de Europese interne markt. > Wat is een interne markt en hoe werkt
die?
Voorbeeldvragen over de interne markt:
- Mag NL de uitvoer van vaccins of ventilators naar Spanje verbieden omdat ze in NL
nodig zijn?
- Kan een Italiaan gewoon in Denemarken gaan wonen en een uitkering aanvragen? >
Altijd toegang tot elkaars sociale zekerheidssystemen of niet? > Is vaak niet het geval;
heel veel regels waar je aan moet voldoen, maar soms wel.
- Kan Oostenrijk de grenzen sluiten vanwege migratiestromen uit Italië?
- Mag Apple de prijs van een IPhone verdubbelen, of kan Google concurrenten uit de
eigen zoekresultaten wippen? > Mededingingsrecht.
- Waarom is een handelsakkoord met het VK zo belangrijk? > Meer extern gericht:
Brexit.
- Waarom raakt de interne markt aan soevereiniteit en aan zo veel maatschappelijke
gevoelige vragen?
Vrij verkeer roept fundamentele vragen op van maatschappelijke aard.
Oplossen casus met IRAC-methode:
- Issue (kernvraag)
- Rules (relevante regels)
- Application (toepassing regels op feiten)
- Conclusion (conclusie)
Een interne markt: wat is dat en waarom zou je het willen?
1. Centrale doel van een interne markt
2. De bouwblokken van een interne markt
a. De vier vrijheden
b. Mededingingsrecht
3. Juridische instrumenten
a. Verboden (negatieve integratie)
b. Harmonisatie (positieve integratie)
4. Effectieve handhaving (recap Ba1)
Voorbeeld: BMW wil auto’s verkopen vanuit Duitsland in andere Europese landen. > Hoe
zorg ik ervoor dat ik mijn auto’s kan verkopen in andere lidstaten en dat dit zo makkelijk
mogelijk gaat? > Vrij verkeer van die auto’s zelf. > Welke regels kunnen dit allemaal moeilijk
maken voor BMW? > Regels over autoriemen, motors etc. en bepaalde materialen kunnen
halen uit andere landen. > Dit zijn de problemen van de interne markt in de EU.
Art. 26 VWEU: ‘De interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije
verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen
van dit Verdrag.’
,Het Hof van Justitie over art. 26: ‘De interne markt beoogt de afschaffing van alle
belemmeringen van het intracommunautaire handelsverkeer teneinde de nationale markten te
verenigen tot een enkele markt die de omstandigheden van een binnenlandse markt zo dicht
mogelijke benadert.’ > Het handelen tussen lidstaten moet net zo makkelijk worden als het
handelen binnen lidstaten. > Er zijn echter wel wat verschillen tussen bepaalde landen: het is
een enorm vergaand project (elke andere juridische bepaling in een land is een belemmering).
Waarom zou je dit willen?
Economische achtergrond:
- Vrij verkeer productiefactoren:
Arbeid
Kapitaal
Grondstoffen/ hulpbronnen
(Kennis)
De hele economie draait om het inzetten van deze factoren.
Het idee: als productiefactoren vrij kunnen bewegen > Verhoging productie >
Verhoging welvaart.
Netto-effect interne markt: alles wordt gemaakt waar het het efficiëntst gemaakt kan
worden, daardoor gaan de kosten naar beneden en stijgt de welvaart.
De stadia van economische integratie:
- Vrijhandelszone: hierin spreek je bijv. af dat je bepaalde invoerheffingen niet meer
heft.
- Douane-unie: je schaft alle interne douanegrenzen af. Binnen de EU hoef je nooit
meer douaneaangifte te doen. EU heeft dus één gemeenschappelijk douanebeleid. >
UK zit hier niet meer in, dus die heeft wel douanecontroles.
- Gemeenschappelijke markt: dan ga je ook veel productregels harmoniseren en zorgen
dat er vrij verkeer is.
- Economische en Monetaire Unie (euro): je spreekt af dat je zelfs één
gemeenschappelijke munt hebt: je hebt zo geen wisselkoersschommelingen meer.
Alles samen: EU interne markt.
Centrale idee interne markt:
- Laten we alle obstakels voor vrij verkeer productiefactoren weghalen, zodat handelen
binnen de EU net zo makkelijk is als handelen binnen een land;
- Productie kan dan plaatsvinden op de meest efficiënte plek;
- Ieder land/gebied kan zich richten op eigen relatieve competitieve voordelen;
- Dan worden we samen rijker en competitiever (ook gezien de concurrentie buiten de
EU);
De bouwblokken: de vier vrijheden
1. Goederen
2. Personen (werknemers en klanten)
3. Diensten/vestiging (jurist zijn in een ander land/mag ik zelf een vestiging openen?)
4. Kapitaal (investeringen, aandelen, obligaties etc.)
, 5. (En mededinging, zie clip 5)
Maar hoe zorg je voor vrij verkeer?
Twee instrumenten voor vrij verkeer:
Verbodsbepalingen (negatieve integratie): vb.: art. 56 VWEU (diensten). > Het
verdrag verbiedt hier de lidstaten om vrij verkeer te belemmeren. > Wetgeving in
strijd hiermee kan je aanvechten voor een nationale rechter.
Harmonisatie van nationale regels die handel belemmeren (positieve integratie):
- Dienstenrichtlijn;
- Tabaksrichtlijn;
- Richtlijn financiële producten;
- Richtlijn voeding en labels.
En wie gaat dat handhaven…
Europese Commissie door middel van de inbreukprocedure.
Maar vooral: bedrijven en individuen zelf!
- Direct effect vrij verkeersbepalingen (Van Gend & Loos)
- Voorrang EU recht (Costa vs. E.N.E.L.)
Een ieder kan naar de nationale rechter stappen om nationale regels die het vrij
verkeer belemmeren buiten werking te stellen!
Goederen:
1. Economisch belang van goederen bij start interne markt.
2. Hoe laat je een goed vrij bewegen (of hoe hou je het tegen?).
3. Het systeem voor goederen in de verdragen.
Vroeger:
- Jaren 60: goederen waren meer dan 70% van de economie.
- Verdrag en rechtspraak focussen primair op goederen.
- Diensten waren zelfs een restcategorie (art. 57 VWEU).
- Maar de nieuwe werkelijkheid is dat diensten nu meer dan 70% van de
Europese economie. > Totale kentering in de economie.
- Goederen en produceren is daarom niet meer de grote basis.
Belang goederen EU interne markttrecht:
Omdat goederen zo belangrijk waren:
- Veel aandacht in Verdrag voor goederen.
- Veel vroege rechtspraak over goederen. > Zoals Van Gend & Loos.
- Veel funderende beginselen en regels geformuleerd in rechtspraak over
goederen.
Als gevolg: basis interne marktrecht voor belangrijk deel gebaseerd op goederen.
Later grotendeels maar niet helemaal toegepast op andere vrijheden:
- Keck geldt alleen bij goederen.
- Horizontaal effect verschilt nog per vrijheid.
Maar: onderliggende logica en basisregels zijn van toepassing op alle vrijheden.
, Definitie van een goed:
HvJEU: ‘dar onder goederen in de zin van deze bepaling moeten worden verstaan de
waren die op geld waardeerbaar zijn en als zodanig het voorwerp van
handelstransacties kunnen vormen.’ (Zaak 7/68 Commissie t. Italië).
Zeer brede definitie.
HvJEU: in beginsel een vrijheid van toepassing, kijk naar de hoofdvrijheid (dus kijk
bij aankoop van een drone via Amazon bijv. naar de drone en niet naar de
transactiekosten o.i.d.).
Dus bijv. betaling bij koop goed > vrij verkeer van goederen.
Hoe beweegt een goed, en hoe hou je het tegen?
Vb.: Duitse auto’s gaan verkopen in Frankrijk en Frankrijk wil dat niet, want die zijn
goedkoper dan hun auto’s. > Hoe houden ze dit tegen? > Bijv. bepaalde importbelasting
betalen als je een Duitse auto koopt. > Maak het concreet als het gaat om vrij verkeer, niet te
abstract.
Je wil een heleboel regels maken die het vrij verkeer belemmeren (voorbeeld: zelf gebrouwen
medicijn).
Twee categorieën belemmeringen:
- Financiële handelsbelemmeringen:
Douanerechten en heffingen van gelijke werking (28-32 VWEU). > Hoe zijn
ze begonnen met vrij verkeer van goederen? > Alle financiële
handelsbelemmeringen verbieden. Dat wordt aangevuld in art. 110 VWEU.
Fiscaal discriminatieverbod (110 VWEU). > Je gebruikt je eigen nationale
belastingen om buitenlandse producten duurder te maken.
Nb: geen rechtvaardigingen in het Verdrag!
- Niet-financiële handelsbelemmeringen (34-36 VWEU):
Kwantitatieve beperkingen. > Max. 4 Duitse auto’s per jaar.
Maatregelen van gelijke werking. > Grasmaaiers mogen zoveel geluid maken.
In- en Uitvoer.
Wel te rechtvaardigen (art. 36).
Doel systeem goederen:
Zie art. 26 VWEU.
Samen zorgen voor het verwijderen van alle niet gerechtvaardigde belemmeringen op
het vrij verkeer.
Financiële belemmeringen bijna altijd verboden.
Niet-financiële belemmeringen: veel meer ruimte voor lidstaten om beperkingen te
rechtvaardigen. > Week 2.
Financiële belemmeringen: van old school tot Brexit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliajacobs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.71. You're not tied to anything after your purchase.